T1.9 Behaviorisme Flashcards

1
Q

Pavlov introduceerde zijn werk op het gebied van klassieke conditionering in 1904 aan het publiek; tijdens de speech die hij gaf bij het in ontvangst nemen van zijn Nobelprijs voor Fysiologie. Je zou dus kunnen zeggen dat de basis van het behaviorisme een soort voetnoot was in het levenswerk van een fysioloog die onderzoek deed naar de spijsvertering. Dit blijkt ook wel uit de aard van zijn principe van klassieke conditionering.

Leg uit waarom het principe van klassieke conditionering eerder een fysiologisch dan een psychologisch fenomeen beschrijft.

A

Het principe van klassieke conditionering beschrijft weliswaar de mate waarin gedrag kan veranderen door leerprocessen, maar het is conceptueel volledig gebaseerd op het idee van de reflex. Die reflex is een fysiologische term voor de koppeling tussen een prikkel van buiten en een automatische lichamelijke reactie op die prikkel. Van deze automatische reactie werd aangenomen dat deze direct via het zenuwstelsel geregeld werd, zonder tussenkomst van hogere mentale processen.

Door aan te tonen dat deze reflexen geconditioneerd konden worden door het organisme een associatie aan te leren tussen die reflex en een tweede, andere prikkel, toonde Pavlov aan dat leergedrag beschreven kon worden in puur fysiologische termen. Daarvoor hoefden er geen mentale, psychologische concepten in de verklaring geïntroduceerd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het onderzoek van Ivan Pavlov werd gedaan met dieren, onder andere met zijn wereldberoemde honden. Hierdoor was het aannemelijk dat hun leergedrag inderdaad in fysiologische termen beschreven kon worden. Het werd een heel ander verhaal toen John Broadus Watson de principes van Pavlov ging gebruiken om menselijk leergedrag te verklaren.

In een wereldberoemde studie naar de schrikreacties van de elf maanden oude Little Albert, probeerde hij aan te tonen dat klassieke conditionering ook wijzigingen in menselijk gedrag kon verklaren.

Leg kort uit hoe deze studie met Little Albert in elkaar stak, en gebruik daarbij de terminologie van de klassieke conditioneringstheorie.

A

In de studie met Little Albert probeerde Watson aan te tonen dat ook in mensen natuurlijke reacties kunnen worden gekoppeld aan willekeurige prikkels door middel van klassieke conditionering.

Hiertoe nam hij de basale schrikreactie van de baby als uitgangspunt. Deze bestond uit een ongeconditioneerde respons (OR) - in dit geval was dat een automatische schrikreactie - op een ongeconditioneerde stimulus (OS) - in dit geval was dat een harde knal. Gezamenlijk vormen deze knal (OS) en de schriktreactie (OR) een ongeconditioneerde reflex.

Om nu aan te tonen dat klassieke conditionering ook bij Little Albert optrad ging Watson de harde knal (OS) aanbieden, tegelijk met een prikkel die bij de baby geen schrikreactie opriep: een witte rat. Na verloop van tijd begon Little Albert de schrikreactie ook te vertonen bij de witte rat, zelfs als daarbij de harde knal (OS) niet meer klonk. Vanaf dat moment noemen we de witte rat ook wel de geconditioneerde stimulus (GS) en de schrikreactie de geconditioneerde respons (GR). Samen vormen de witte rat (GS) en de schrikreactie (GR) dan de geconditioneerde reflex.

In het werk van John Broadus Watson maakte de fysiologische kijk op gedrag dus eigenlijk de oversteek naar de psychologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het historisch perspectief kan vaak helpen om ontwikkelingen beter te duiden. Zo ook het ontstaan van het werk van Pavlov en de invloed daarvan op de psychologie via het werk van Watson. Een historisch interessante maar ietwat speculatieve vraag is: waarom gebeurde dat toen, en niet eerder of later?

Het werk van Pavlov sluit bijvoorbeeld uitstekend aan bij de opvattingen van Descartes omdat Pavlov zich beperkte tot diergedrag. De projectie van dat werk op de mens door Watson is daar echter tegenstrijdig mee. Kunt u dit uitleggen?

A

Descartes was een van de eerste denkers die gedrag benaderde vanuit een mechanistisch perspectief. Een dier was volgens hem louter een automaton, dat puur reflexmatig leefde. Hij beschreef daarvoor zelfs al de basis van de stimulus-responsekoppelingen in het zenuwstelsel die dit reflexmatige gedrag verklaarden. Het werk van Pavlov borduurt voort op deze opvattingen van Descartes. Ook Pavlov beschouwde het dier als een reflexmachine die puur op basis van associaties gedrag aanleerde. Echter, zodra we van het dier oversteken naar de mens, gaat deze overeenkomst niet meer op. Descartes reserveerde voor de mens namelijk een aparte plek in het universum. De mens bezat een geest die niet te vatten was in dergelijke fysiologische wetmatigheden, en verdiende daardoor een unieke status. De oversteek van de ideeën van Pavlov naar het domein van de psychologie was in de tijd van Descartes dus onmogelijk geweest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het is geen toeval dat deze oversteek, waarbij de mens ook tot pure automaton werd gedegradeerd, aan het eind van de negentiende eeuw wel mogelijk werd.

Kunt u bedenken welke fundamentele verschuiving in het denken over de mens het heeft mogelijk gemaakt dat het werk van wetenschappers als Pavlov en Watson nu wel een plek heeft gekregen binnen de gedragswetenschappen?

A

Vanuit hedendaags standpunt lijkt het vanzelfsprekend om parallellen te trekken tussen de mens en andere diersoorten. Vanuit dit perspectief is het niet onverwacht dat het onderzoek van Pavlov naar leergedrag bij dieren via het behaviorisme zijn weg vond naar de psychologie. Maar het is onwaarschijnlijk dat die ontwikkeling had kunnen plaatsvinden voordat evolutionair denken gemeengoed was. Bedenk bijvoorbeeld dat in de eerste helft van de negentiende eeuw, voordat Darwins werk werd gepubliceerd, de superioriteitspositie van de mens vanzelfsprekend werd gevonden. De mens was de kroon op de schepping, geschapen naar het evenbeeld van God.

Het denken binnen de biologie werd dan ook gekenmerkt door de aan Aristoteles ontleende scala naturae: de hiërarchische organisatie van al het leven op aarde, waarin plant, dier en mens elk hun afzonderlijke, en kwalitatief verschillende positie innamen. Vanuit dit denkkader zou het vreemd geweest zijn om observaties gedaan bij dieren - zoals de honden van Pavlov - te vertalen naar de mens - zoals Watson deed met Little Albert. Vanuit de ‘Zeitgeist’ beschouwd is het dus heel logisch dat het behaviorisme, waarin mens en dier gelijkgesteld werden, pas kon plaatsvinden na de omwenteling die Darwin teweegbracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het behaviorisme van John Broadus Watson was niet alleen revolutionair vanwege zijn basis in de fysiologie en zijn objectieve uitstraling, het was ook nog eens uiterst aantrekkelijk omdat de basisprincipes van het behaviorisme allerlei praktische toepassingen mogelijk maakte in het dagelijks leven van mensen. Dat had tot dan toe, met uitzondering van enkele zonderlinge uitvindingen van Galton, slechts in beperkte mate gegolden voor al het gefilosofeer en geëxperimenteer waaruit de psychologie was opgebouwd.

Benoem enkele van deze toepassingen die door het behaviorisme mogelijk gemaakt werden, en beschrijf kort de betrokkenheid van Watson bij de ontwikkeling ervan.

A

Het meest voor de hand liggende voorbeeld is marketing en reclame. Nadat Watson in opspraak raakte vanwege een affaire met zijn student Rosalie Rayner (met wie hij in 1920 trouwde), werd hij gedwongen ontslag te nemen. Op zoek naar een nieuwe roeping in zijn leven verhuisde hij naar New York, waar hij al snel een baan vond in de reclamebranche. In eerste instantie was hij colporteur, maar al snel hielp hij mee met de planning van reclamecampagnes waarbij hij groot succes had met de toepassing van eenvoudige behavioristische principes.

Een tweede voorbeeld is de toepassing in therapie. Voortbouwend op de studie met Little Albert die Watson uitvoerde met Rosalie Rayner, begon een nieuwe student van hem, Mary Cover Jones, met de uitwerking van behavioristisch leerprincipes als therapievorm. Zij keerde daarbij het effect dat Watson en Rayner hadden proberen te bewerkstelligen om: zij probeerde bij een kind dat bekend staat als Little Peter de angst voor konijnen juist uit te doven. Door een positieve stimulus aan te bieden, samen met de angstwekkende stimulus. Deze therapievorm staat nu bekend als systematische desensitisatie en wordt nog altijd veel gebruikt voor het afleren van angststoornissen en fobieën.

Vanaf de jaren twintig verschoof de interesse van Watson steeds meer naar popularisering van zijn behaviorisme en de toepassing daarvan in de opvoeding. Hij schreef op dit vlak, samen met zijn vrouw, onder andere het boek Psychological Care of Infant and Child, waarin hij een afstandelijke, affectieloze ouderschapsstijl propageerde die hoofdzakelijk draaide om controle over en conditionering van het kind. Hij paste deze aanpak ook toe op zijn eigen twee zoons, die daar niet alleen maar baat bij hadden. Zij werden allebei betrekkelijk succesvol in het leven, maar leden op latere leeftijd ook aan ernstige depressies. De een zou zich uiteindelijk van het leven beroven, de ander deed daar een poging toe. We kunnen deze uitkomst niet zonder meer aan de behavioristische opvoedingsprincipes van Watson wijten, maar feit is dat de overlevende zoon dat in grote mate wel deed, en met weinig plezier terugkeek op zijn jeugd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ondanks het positivistisch aura van objectiviteit en de praktische toepasbaarheid van het behaviorisme was de aanpak niet op elk punt even succesvol. De strikte behavioristische opvoeding van zijn zoons door Watson is gezien de geschiedenis op zijn minst discutabel te noemen. Er is echter ook meer conceptuele kritiek op het behaviorisme geuit. Een daarvan kwam voort uit onderzoek van Edward Chace Tolman.

Wat onderzocht Tolman, en hoe leidde dit tot kritiek op het behaviorisme?

A

Tolman onderzocht het leergedrag van ratten in een doolhof. Hij stelde daarbij vast dat ratten de weg door een doolhof ook konden leren zonder dat er sprake was van directe bekrachtiging. De ratten mochten dan vrij de doolhof verkennen, maar zonder dat ze op enige moment een beloning kregen. Als ze na enige tijd toch een beloning kregen voor het vinden van een specifiek punt in de doolhof, bleken ze die plek voortaan moeiteloos te kunnen vinden. Kennelijk hadden ze de wegen door de doolhof wel geleerd, maar werd dat pas zichtbaar zodra het voor de ratten relevant werd om dat te laten zien.
Tolman noemde dit latent leren, en liet daarmee zien dat de rat niet alleen een soort herinnering aan de doolhof opbouwde bij de verkenning, maar dat de rat ook een doel moest hebben om dat in de praktijk te brengen. Er was dus sprake van doelgericht gedrag. Zijn benadering wordt daarom ook wel purposive behaviorism genoemd. Hiermee voegde Tolman een mentalistisch concept toe aan het klassieke behaviorisme van Watson waar zulke mentalistische concepten juist volledig uitgebannen waren.

Met deze kritische toevoeging van mentalistische concepten aan het behaviorisme van Watson werd in de geschiedenis van de psychologie de eerste stap gezet in de richting van een meer cognitieve benadering van gedrag zoals we die later in de cursus nog zullen tegenkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Niemand sinds Wilhelm Wundt en William James neemt zo’n iconische plek in in de geschiedenis van de psychologie als Burrhus Frederic Skinner. Geïnspireerd door het werk van onder andere Pavlov en Watson ontwikkelde hij het concept van operante conditionering en bouwde daarop een oeuvre dat zich uitstrekt van fysiologische psychologie, via taalfilosofie en epistemologie tot kritische beschouwing van de maatschappij.

Hij vervolmaakte daarmee niet alleen de verwetenschappelijking van de psychologie die door Watson was ingezet, maar liet ook zien dat haar maatschappelijke consequenties veel verder rijkten dan manipulatie via reclame of opvoeding. Hij beschouwde de implicaties van het bestaan van een wetenschappelijke psychologie echt in haar volle breedte. Ten grondslag aan die maatschappij visie lag echter dat ene simpele principe: operante conditionering. Hieronder kunt u Skinner daar zelf over horen vertellen over dat principe.

Aan de basis van het principe van operante conditionering staat een heel eenvoudige regelmatigheid. Welke regelmatigheid is dat, en welke twee varianten van die regelmatigheid onderscheidde Skinner?

A

De regelmatigheid die we bedoelen is die van het effect van bekrachtiging. Skinner baseerde al zijn proeven op dit simpele feit dat de effecten van gedrag van invloed zijn op de kans dat dat gedrag in de toekomst opnieuw vertoond wordt. Van dit principe onderscheidde Skinner twee varianten. De positieve bekrachtiging en de negatieve bekrachtiging. Positieve bekrachtiging houdt in dat gedrag gevolgd wordt door een beloning en daardoor in de toekomst vaker zal optreden. Negatieve bekrachtiging houdt in dat gedrag gevolgd wordt door het verdwijnen van een ongewenste prikkel en daardoor in de toekomst vaker zal optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dit principe van bekrachtiging kwam niet geheel uit de lucht vallen. Skinner ontleende het in feite aan het werk van een voorganger.

Welke voorganger bedoelen we hier? En wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen diens opvatting van dat principe en de opvatting van Skinner?

A

Dit basisprincipe van operante conditionering is afkomstig van Edward Lee Thorndike. Hij noemde het ook wel de wet van effect. Deze wet stelde dat gedrag dat gevolgd wordt door een beloning in de toekomst vaker vertoond zal worden, terwijl gedrag dat gevolgd wordt door straf in de toekomst minder vaak zal optreden. Merk op dat het onderscheid van Thorndike wat anders ligt dan het onderscheid van Skinner. Thorndike maakt onderscheid tussen beloning die het gedrag versterkt, en straf die het gedrag afzwakt, terwijl Skinner het heeft over twee soorten bekrachtiging - positief in de vorm van beloning en negatief in de vorm van het wegnemen van iets vervelends - die beide het gedrag versterken. Aan de basis veronderstellen zij echter precies hetzelfde: de consequenties van gedrag hebben effect op het optreden van dat gedrag in de toekomst. De consequenties van het gedrag selecteren als het ware als een soort filter het toekomstige gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ook de herkomst van dit algemene principe dat ten grondslag ligt aan het werk van beiden, is niet geheel toevallig.

Waar doet dit algemene principe van selectie op basis van consequenties u aan denken? Het is een lastig vraagstuk, en het is niet erg als u het antwoord niet meteen paraat hebt, maar kunt u de herkomst van dit principe in de geschiedenis van de psychologie traceren?

A

De wet van effect van Thorndike die aan de basis van het behaviorisme van Skinner ligt, is op het niveau van individueel gedrag in wezen hetzelfde als het basisprincipe van natuurlijke selectie van Darwin dat is op het niveau van van biologische evolutie. Ga maar na: wanneer een erfelijke eigenschap positieve consequenties heeft voor de voortplantingskansen van een individu, dan neemt de kans toe dat die eigenschap in de toekomst in het nageslacht opnieuw zullen optreden. In beide gevallen - zowel in de biologische overerving van eigenschappen, als in het aanleren van een gedragsrepertoire tijdens het leven - is dus hetzelfde principe werkzaam: selectie van gedrag op basis van de effecten van dat gedrag.

Hoe is dat basisprincipe nu van Darwin bij Skinner terecht gekomen? Eigenlijk is die lijn helemaal niet zo lang. Darwin formuleerde het als een basisprincipe van natuurlijke selectie. James raakte onder de indruk van het werk van Darwin en importeerde dit als een grondslag in de Amerikaanse psychologie. Bij James groeide dit principe zelfs uit tot een heel brede filosofie die stelde dat de effecten van handelingen en overtuigingen bepalend waren voor hun waarde voor ons, en dus voor de mate waarin we een gewoonte maken van die handelingen en overtuigingen. James beïnvloedde met deze filosofie zijn leerling Thorndike, die er vervolgens een wat smallere benadering van de psychologie van maakte die we kennen als het functionalisme. Als kern van dat functionalisme formuleerde Thorndike de wet van effect, die vervolgens zou terugkomen in het principe van operante conditionering van Skinner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eigenlijk is er dus een vrij directe, intellectuele afstamming van Darwin, via James en Thorndike, naar Skinner. Merk wel op dat deze vier wel andersoortige oorzaken van gedag benadrukken. Darwin bevindt zich met zijn evolutietheorie bijvoorbeeld duidelijk in het nature-kamp; James en Thorndike baseren zich duidelijk op Darwin maar kijken tegelijkertijd ook naar gewoontevorming, en combineren dus nature en nurture in hun theorie; Skinner bevindt zich met zijn nadruk op operante conditionering juist nadrukkelijk in het nurture-kamp. Overigens erkende Skinner dat er enkele aangeboren drijfveren moeten zijn, maar alle gedragsverandering die daar op voortbouwt komt volgens hem voort uit operante conditionering. Dit heeft duidelijk gevolgen voor zijn mensbeeld, zoals ook blijkt uit het videofragment hierboven.

Wat zijn de implicaties van Skinners opvattingen met betrekking tot het vraagstuk van de vrije wil, en hoe kwamen die tot uiting in zijn roman Walden Two?

A

Het vraagstuk van de vrije wil gaat over de vraag of ons gedrag ‘vrij’ gegenereerd kan worden door onszelf, of dat onze handelingen dwingend bepaald worden door andere factoren. Op basis van zijn resultaten rondom operant conditioneren kwam Skinner tot een vrij radicale visie over de oorzaken van gedrag, een visie die bekend staat als ‘radical environmentalism’. Deze opvatting stelt dat de oorzaken van gedrag altijd te herleiden zijn naar externe stimuli in de omgeving. Hiermee zet hij het idee dat gedrag intern vanuit de vrije wil ingezet kan worden buitenspel.

Deze opvatting kwam tot uiting in zijn utopisch roman Walden Two, waarin hij een samenleving beschreef waarin al het individueel gedrag door de overheid gestuurd wordt door de omgeving zo in te richten dat uitsluitend sociaal wenselijk gedrag bekrachtigd wordt.

Burrhus Frederic Skinnner was dus veel meer dan alleen maar een onderzoeker die wat leerprincipes blootlegde. Hij had een zeer veelomvattend mensbeeld, met daaraan gekoppeld een sterke opvatting over samenlevingsinrichting, waarmee hij het fundament legde voor alles wat sindsdien in de psychologie gebeurd is. Er is veel kritiek geweest op zijn werk; zijn standpunt is regelmatig genuanceerd en aangevuld; maar in de kern moet hij beschouwd worden als de architect van de hedendaagse psychologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer sprak Pavlov van experimentele neurose?

A

Als dieren werden geconfronteerd met een niet te vermijden conflict tussen twee sterke, maar niet overeenkomende geconditioneerde responsneigingen. Van dit idee leidde hij zijn nieuwe breintheorie af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat hield Pavlov’s breintheorie in?

A

Pavlov redeneerde dat verschillende geconditioneerde stimuli verschillende gebieden in de cortex moeten prikkelen, waarbij gebieden voor gelijkende stimuli dichter bij elkaar liggen dan die van ongelijke stimuli. Hij stelde dat voor conditionering twee soorten processen in deze gebieden nodig zijn: excitatie zou tot verwerving of generalisatie van geconditioneerde responsen leiden, terwijl inhibitie ervoor zou zorgen dat een verworven respons wordt onderdrukt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke 3 manieren verklaarde Watson zich onafhankelijk van de traditionele psychologie?

A
  1. Stelde dat de behavioristische psychologie volledig objectief moet zijn en alle subjectieve gegevens of interpretaties moet uitsluiten
  2. Het doel van psychologie moet niet zijn om het bewuste te beschrijven of te verklaren, maar om gedrag te voorspellen en controleren
  3. Ontkende het traditionele onderscheid tussen mens en dier.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Na de 1e WO begon Watson aan uitbreiding van de behavioristische methoden naar de menselijke psychologie. Onderzoek naar geconditioneerde reflexen vormde een belangrijk onderdeel, vooral met betrekking tot emoties.
Hij stelde dat er 3 soorten ongeconditioneerde emotionele responsen zijn, teweeggebracht door een beperkt aantal stimuli. Welke?

A
  1. Angstrespons (onverwacht geluid en plotseling laten vallen van kind)
  2. Woede (fysiek verhinderen van beweging)
  3. Liefde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Watsons visie op emotionele ontwikkeling was te simplistisch. Op welke punten?

A
  1. Kinderen zijn niet zo gemakkelijk tot alles te conditioneren
  2. Emotionele ontwikkeling omvat meer dan conditionering van 3 basisresponsen
  3. Taal en denken zijn meer dan ketens van reflexen
  4. Radicaal omgevingsdenken onderschat de effecten van constitutie en erfelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is mechanistisch behaviorisme?

A

Het idee dat leren kan worden beschreven in termen van wiskundige wetten die relaties tussen allerlei variabelen specificeren, zoals de kracht van gewoonten.

17
Q

Welke 4 bekrachtigingsschema’s had skinner?

A
  1. Fixed-interval
  2. Fixed ratio
  3. Variabel interval
  4. Variable-ratio
18
Q

Skinner gaf regelmatig aan dat de eistemologie, die de aard en oorsprong van kennis naspeurt, zijn eerste liefde was. Dat deed hij ook in Verbal Behavior. In zijn gedachtegang is kennistheorie gedragstheorie, en is taal een vorm van gedrag. We verwerven kennis dan ook door bekrachtiging, en de enige manier waarop we die kennis laten zien is door gedrag, dat vaak de vorm heeft van verbaal gedrag.
Noam Chomsky deed in scherpe bewoordingen afstand van Verbal Behavior en van het behaviorisme. Wat was een van zijn belangrijkste argumenten?

A

Dat behaviorisme de vele theoretische niveaus van grammaticale structuren niet kan verklaren.
Zijn publicatie wordt beschouwd als het moment waarop het behaviorisme zijn dominatie begon te verliezen, ten gunste van de cognitieve psychologie.

19
Q

Skinner paste zijn ideeen met betrekking tot operant conditioneren niet alleen toe in zijn onderzoek, maar voor onderwijsdoeleinden.

Hoe stond deze toepassing in de jaren 50 bekend?

A

Programmed instruction

20
Q

Wat was volgens Pavlov conditionering van hogere orde?

A

Waarbij eerst een sterke geconditioneerde speekselreflex tot stand kwam als respons op een stimulus, zoals een toon, die vervolgens optrad als de ongeconditioneerde stimulus in een daaropvolgende reeks van koppelingen met een andere geconditioneerde stimulus, zoals een lichtflits.