Studievragen week 7 Flashcards

1
Q

Welke conclusie trekken Hendriks en Stams over de invloed van culturele achtergrond op criminaliteit? En wat betekent dit voor de ontwikkeling van interventies?

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 9 Cultuur & delinquentie)

A

Cultuurverschillen bieden geen verklaring voor het feit dat jongeren met een migratieachtergrond vaker delinquent gedrag vertonen

Ontwikkeling interventies -> meer cultuursensitieve benadering kan effecten vergroten. Bestaande interventies zijn verder voldoende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zijn er specifieke risicofactoren voor jongeren met een migratieachtergrond?

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 9 Cultuur & delinquentie)

A

Nee. De factoren zijn wel vaker bij hen aanwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschilt de kans om in de strafrechtketen terecht te komen voor jongeren met en zonder een migratieachtergrond? Zo ja, wat zijn de verschillen?

(Boon, A., Van Dorp, M., & De Boer, S. (2018). Oververtegenwoordiging van jongeren met een migratieachtergrond in de strafrechtketen. Tijdschrift voor Criminologie, 60(3), 268-288.)

A

Ja. Jongeren met migratieachtergrond worden vaker als verdachte geregistreerd. Jongens drie keer hoger dan meisjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar staat DMC voor en waarom zijn cijfers hierover van belang?

(Boon, A., Van Dorp, M., & De Boer, S. (2018). Oververtegenwoordiging van jongeren met een migratieachtergrond in de strafrechtketen. Tijdschrift voor Criminologie, 60(3), 268-288.)

A

Disproportinate minority contact -> onevenredig groot aantal jongeren uit minderheidsgroepen dat in contact komt met jeugdstrafrecht.

Cijfers zijn van belang -> kan helpen ongelijkheid te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan verklaard worden dat Antilliaanse jongeren met afstand het hoogste relatieve gebruik maken van de jeugdzorg (18% van de Antilliaanse jongeren gebruikt een of meerdere vormen van jeugdzorg)?

(Gilsing, R., Pels, T., Bellaart, H., Tierolf, B. (2015). Grote verschillen in gebruik jeugdzorg naar herkomst: Kennisplatform integratie en samenleving analyseert CBS-cijfers 2011-2013. Verwey-Jonker-Insituut, Utrecht.)

A
  • vaak emotionele en gedragsproblematiek
  • ouders vaak op zoek naar hulp bij opvoeding, vaak negatieve opvoedbeleving
  • Antiliaanse jongeren vaker verdacht van delict
  • Opleidingsniveau is gemiddeld lager
  • Vaak eenoudergezin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly