HC 8: Cybercrime En Meisjes Flashcards

1
Q

Wat is de prevalentie van criminaliteit onder meisjes? Op welke leeftijd komt dit het meest voor?

A

30.000 meisjes per jaar worden aangehouden, vergeleken met 170.000 jongens -> gender gap

Delictgedrag piekt rond 15e jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn drie verklaringen van meisjes criminaliteit (I)?

A
  1. Blootstelling (vaker misbruikt/mishandeld dan jongens)
  2. Sensitiviteit (psychische problematiek)
  3. Gendered pathways (gewelddadige relaties, meegezogen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn drie verklaringen van meisjes criminaliteit (II, Slotboom)?

A
  1. Biologische factoren
  2. Psychologische factoren
  3. Sociaal maatschappelijke factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gender paradox

A

Minder meisjes plegen delicten, maar vaak ligt er ernstigere problematiek ten grondslag aan gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn vijf dingen waarin meisjes van jongens verschillen mbt criminaliteit?

A
  1. Indirect agressief gedrag
    (Jongens: directe agressie)
  2. Risicomijdender en strafgevoeliger
  3. Depressie of angststoornis
    (Jongens: APD of conduct disorder)
  4. Overgevoelige stressrespons
    (Jongens: ondergevoelige)
  5. Ouderlijke warmte, vooral moeder
    (Net iets meer dan bij jongens)

Mogelijk ook nog andere factoren, zoals vaker trauma en seksueel geweld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Jeugdzorg-Plus?

A

Gedwongen behandelinstellingen waarin jongeren geplaatst worden onder machtiging van rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Jeugdzorg-Plus jongens vs meisjes

A

-Evenveel jongens als meisjes.
- Meisjes laten ernstigere problemen zien
- Bij meisjes vaker PTSS, jongens ADHD of autisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee soorten cybercrime?

A
  1. Cybercrime in ruime zin -> type I delicten, internet als hulpmiddel (bijv: oplichting)
  2. Cybercrime in enge zin -> type II delicten, internet als hoofdmiddel (bijv: hacken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de twee onderzoeksgroepen van cybercriminaliteit?

A
  1. Continuïsten (vereenkomsten)
    -> dezelfde verklaringsfactoren, traditionele criminologische theorieën.
  2. Transformationalisten (verschillen)
    -> andere factoren, online disinhibitie (= online sneller grensoverschrijding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is smaad en laster?

A

Smaad = opzettelijk negatief zijn over iemand en de goede naam opzettelijk aantasten.

Laster = opzettelijk negatief zijn over iemand, onwaarheden verspreiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de definitie van hacking en hoe werkt de wetgeving hierin? Wat wordt er bedoeld met democratisering van hacken en wat is kenmerkend aan hackers?

A

Hacking = opzettelijk binnendringen in computersysteem, oftewel computervredebreuk.

Dit is nu ook strafbaar wanneer de dader weet dat hij ergens binnendringt (ongeacht beveiliging).

Democratisering hacken -> steeds meer mensen kunnen hacken door toegankelijkheid online hulpmiddelen

Hackers vertonen vaak autistische kenmerken en zijn zich veelal niet bewust van de andere kant en slachtoffers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn volgens Wissink en collega’s (2018) drie belangrijke risicofactoren voor cybercriminaliteit bij jongeren?

A
  1. Online risicogedrag
  2. Slachtofferschap online delicten
  3. Rol van ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly