Studievragen week 1 Flashcards

1
Q

Hoewel er al een aantal jaren een dalende trend zichtbaar is in jeugdcriminaliteit, kan de media toch een gevoel van urgentie creëren. Welke biases zijn hierin zichtbaar?

(Weijers (2020) – Hoofdstuk 1 Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek)

A
  1. registraties jc dalen, maar berichtgeving neemt niet af.
  2. veel aandacht high impact crimes -> zijn juist afgenomen
  3. Associatie met Marokkaanse jeugd en straattereur doorgedrongen in berichtgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit wat er bedoeld wordt met de ‘prestatieparadox’.

(Weijers (2020) – Hoofdstuk 1 Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek)

A

Hoe beter politie werk doet, hoe meer criminaliteit lijkt te stijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg de notie ‘veilige plaats’ uit.

(Weijers (2020) – Hoofdstuk 1 Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek)

A

Stabiliteit en continuïteit op minstens één levensdomein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Om de ontwikkeling van jeugdcriminaliteit beter in kaart te brengen wordt vaak een combinatie van verschillende bronnen gebruikt. In dit hoofdstuk wordt gesproken over zowel zelfrapportage als politie- en justitiestatistieken. Wat zijn beperkingen van het gebruik van deze bronnen?

(Weijers (2020) – Hoofdstuk 3 Ontwikkeling in jeugdcriminaliteit in het begin van de eenentwintigste eeuw)

A

Zelfrapportage:
- steekproef
- onderrapportage
- overrapportage (opscheppen)
- beperkte vragenlijsten

Politie- en justitiestatistieken:
- niet alle daders en delicten worden bij de politie bekend -> statistieken zijn hier wel van afhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er wordt een aantal veel genoemde verklaringen voor gedaalde (jeugd)criminaliteit gegeven. Wat is de conclusie van de auteurs?

(Weijers (2020) – Hoofdstuk 3 Ontwikkeling in jeugdcriminaliteit in het begin van de eenentwintigste eeuw)

A

Zijn meerdere factoren die invloed hebben, veel onduidelijkheid over daadwerkelijke verklaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem een reden waarom participatie van jongeren in het jeugdhulptraject essentieel is.

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 2 Forensische Orthopedagogiek: een juridisch kader)

A

Wetgeving niet expliciet over kinderrechten. Jongeren hun mening is belangrijk om schending van deze wet te voorkomen (en om te voldoen aan eisen IVRK)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het gedwongen opgenomen worden in een residentiële instelling moet ingezet worden als een ultimum remedium. Wat wordt hiermee bedoeld?

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 2 Forensische Orthopedagogiek: een juridisch kader)

A

Kan enkel op zwaarwegende redenen worden uitgevoerd, moet daarnaast ten goede komen van de ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de conclusies van de eerste evaluatie van de Jeugdwet (Friele et al., 2018)?

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 2 Forensische Orthopedagogiek: een juridisch kader)

A
  • Mening kinderen niet voldoende meegenomen
  • geen consensus bij medewerkers over wat vrijheidsbeperkingen zijn en wat hieronder valt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf het verschil tussen het civielrechtelijke en strafrechtelijke kader.

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 2 Forensische Orthopedagogiek: een juridisch kader)

A

Civielrechtelijk:
- Burgerlijk Wetboek en Jeugdwet
- Uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling

Strafrechtelijk:
- strafbaar feit, verdachte
- recht op advocaat
- lengte dagen dat minderjarige mag worden vastgehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is residentiële jeugdhulp en welk doel dient het?

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 29 Geschiedenis van de residentiële jeugdhulp)

A

vorm van jeugdhulp waarbij jongeren (0-23 jaar) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven.

Voornaamste doelen:
1. veilige basis
2. toewerken naar zelfstandigheid/terug naar huis
3. deelnemen maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is jeugdzorgPlus en waarom werd deze vorm van residentiële jeugdzorg in het leven geroepen?

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 29 Geschiedenis van de residentiële jeugdhulp)

A

Gesloten vorm van residentiële jeugdhulp

-> voor jongeren die ivm civielrechtelijke maatregel uit huis worden geplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De residentiële jeugdzorg is sinds het ontstaan in 1491 (het eerste weeshuis werd gevestigd) constant in beweging, hoe komt dit?

(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 29 Geschiedenis van de residentiële jeugdhulp)

A

Werd gedreven door socio-politieke ontwikkelingen en vernieuwende wetenschappelijke inzichten. Ontstaan steeds weer nieuwe ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly