Studievragen week 4 Flashcards
Welke aanpakken worden onderscheiden?
(Peeters, T., & Van Dongen, T. (2022). Schijnwerpers op de Straat: Over de Lessen van de Aanpak van de Van Wougroep en Andere Criminele Jeugdgroepen.)
- Van Wou aanpak -> verdeeld in drie groepen jongeren: rood, geel en groen (van erg naar minder erg)
- Utrechtse Kopstukkenaanpak -> focus op straf en sociale hulp
- TIlburgse Mate(n) van de straat-aanpak -> minder rigoreuze categorisering dan van Wou
Hoe wordt het falen van de van Wou aanpak verklaard?
(Peeters, T., & Van Dongen, T. (2022). Schijnwerpers op de Straat: Over de Lessen van de Aanpak van de Van Wougroep en Andere Criminele Jeugdgroepen.)
Jongeren in de groene groep kregen onvoldoende aandacht, terwijl deze nog wel te redden waren. Leidde tot het idee dat de rode groep buiten bereik was voor gemeentelijke interventie.
Welke 6 lessen volgen uit de toepassing in de afgelopen tien à vijftien jaar van integrale aanpakken van criminele jeugdgroepen, en in het bijzonder de aanpak van de Van Wougroep?
(Peeters, T., & Van Dongen, T. (2022). Schijnwerpers op de Straat: Over de Lessen van de Aanpak van de Van Wougroep en Andere Criminele Jeugdgroepen.)
- Coördinatie en rolverdeling
- Hulpverlening bij receptiviteit
- Hulp op maat en tijdig
- Classificatiecriteria
- Groepsaanpakken
- Beveiliging bij afbouw
Whittaker et al. (2020) noemen drie beperkingen van hun studie naar sociale media gebruik van bendeleden. Welke drie beperkingen zijn dit?
(Whittaker, A., Densley, J., & Moser, K. S. (2020). No two gangs are alike: The digital divide in street gangs’ differential adaptations to social media. Computers in Human Behavior, 110, 106403.)
- Steekproef bendejongeren is te klein
- Onderzoek is niet longitudinaal
- Alleen in wijk London, dus niet generaliseerbaar
De theorie van de sociale ruil is een synthese van drie verklaringen. Welke verklaringen zijn dit en wat houden deze verklaringen in?
(Ferwerda, H., & Ham, T. van (2017). Lessen uit de aanpak van jeugdgroepen. Justitiële Verkenningen, 43/1, p.112-126.)
- Groepsverklaring -> groep meer in verband met delinquentie dan de individuele leden
- Selectieverklaring -> gelijkgezinden zoeken elkaar op
- Instrumentele verklaring -> reden achter gezamelijk plegen van feiten (samen sterker)
Waarom wordt er sinds 2016 gewerkt met de groepsscan in plaats van de shortlistmethodiek?
(Ferwerda, H., & Ham, T. van (2017). Lessen uit de aanpak van jeugdgroepen. Justitiële Verkenningen, 43/1, p.112-126.)
- Shortlist zorgde voor benchmarking
- Groepen zijn meer fluïde, classificatie van shortlist is minder behoefte aan
Wat kwam er uit het onderzoek van Whittaker et al.?
(Whittaker, A., Densley, J., & Moser, K. S. (2020). No two gangs are alike: The digital divide in street gangs’ differential adaptations to social media. Computers in Human Behavior, 110, 106403.)
Hoe bendes zich aanpassen aan sociale media is afhankelijk van de leeftijd.
- Oudere leden -> Hebben al sterke reputatie, hebben meer te verliezen dus gebruiken minder sociale media
- Jongere leden -> willen reputatie opbouwen dus gebruiken meer sociale media, minder te verliezen
Kindermishandeling heeft een ernstige negatieve invloed op verschillende aspecten van de ontwikkeling van het kind. Noem drie negatieve gevolgen.
(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 7 Etiologie van kindermishandeling & verwaarlozing)
Verstoring op deze gebieden:
- Biologische ontwikkeling
- Normale cognitieve en emotionele ontwikkeling
- Gevoel van veiligheid en geborgenheid
Wat zijn multicausale theorieën?
(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 7 Etiologie van kindermishandeling & verwaarlozing)
Theorieën waarbij meerdere oorzaken een verklaring bieden. Samenspel van factoren bieden verklaring.
Wat is het verschil tussen instrumenten voor screening, risicotaxatie en veiligheidstaxatie?
(Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 17 Screening & risicotaxatie van kindermishandeling)
- Screening-> snel bepalen of er momenteel sprake is van mishandeling. Wordt gebruikt bij spoedeisende hulp en huisartsenposten
- Risicotaxatie -> kans toekomstige mishandeling inschatten
- Veiligheidstaxatie -> daadwerkelijk vaststellen of er sprake is van kindermishandeling mbv diagnostische instrumenten.
Wat is het verschil tussen actuariële en gestructureerde klinische instrumenten?
Hendriks et al. (2021) – Hoofdstuk 17 Screening & risicotaxatie van kindermishandeling
- Actuarieël -> Objectief. Puur wiskundig en statistisch. Betrouwbaarder, maar geen ruimte voor interpretatie, houdt geen rekening met unieke factoren.
- Klinische instrumenten -> Combi objectief en subjectief. Gestructureerde richtlijnen icm klinisch oordeel. Minder betrouwbaar, maar wel ruimte voor interpretatie en kan rekening houden met unieke factoren.
Wat is het onderscheid tussen verwaarlozing en mishandeling? Benoem daarnaast de verschillende (6) vormen van kindermishandeling.
(Alink, L., Van IJzendoorn, R., Euser, E., & Bakermans-Kranenburg, M. (2014). Gehechtheid en Kindermishandeling. In P. Prins, C. Braet (Eds.), Handboek klinische ontwikkelingspsychologie (pp. 419-438). Bohn Stafleu van Loghum.)
- Mishandeling -> actief, bijv slaan
- Verwaarlozing -> inactief, nalatigheid
Vormen kindermishandeling:
1. Seksueel misbruik
2. Fysieke mishandeling
3. Emotionele mishandeling
4. Fysieke verwaarlozing
5. Emotionele verwaarlozing
6. Verwaarlozing onderwijs
Leg uit hoe de gehechtheidstheorie een verklaring vormt voor de intergenerationele overdracht van kindermishandeling.
(Alink, L., Van IJzendoorn, R., Euser, E., & Bakermans-Kranenburg, M. (2014). Gehechtheid en Kindermishandeling. In P. Prins, C. Braet (Eds.), Handboek klinische ontwikkelingspsychologie (pp. 419-438). Bohn Stafleu van Loghum.)
Onveilige of gedesorganiseerde hechting heeft negatieve invloed op opvoeden van eigen kinderen.
Assink en collega’s stellen in de inleiding van de studie naar kindermishandeling twee voorwaarden voor succesvolle preventie. Beschrijf de twee voorwaarden en koppel de voorwaarden aan twee principes uit het RNR-model (Risk-Need-Responsivity).
(Assink, M., Van der Put, C., Kuiper, K., Mulder, T., & Stams, G.J.J.M. (2016). Risicofactoren voor kindermishandeling. Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.)
- Praktijkprofessionals moeten in staat zijn risico’s op kindermishandeling in te schatten -> risicoprincipe van RNR model
- Praktijkprofessionals moeten in staat zijn te bepalen welke factoren moeten worden meegenomen in interventies -> behoefteprincipe van RNR model
Welke overkoepelende conclusie trekken Assink en collega’s in de discussie?
(Assink, M., Van der Put, C., Kuiper, K., Mulder, T., & Stams, G.J.J.M. (2016). Risicofactoren voor kindermishandeling. Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.)
- Significant middelmatig effect gevonden voor intergenerationele overdracht kindermishandeling
- Risicofactoren op verschillende niveaus dragen bij aan kindermishandeling -> moet vanuit multifactorieel perspectief onderzocht worden.
- risicodomeinen omtrent ouders/verzorgers komen het meest voor en hangen het sterkst samen met kindermishandeling