Studietaak 2.3 Flashcards

1
Q

Begrijpt dat theorieën die alles verklaren niet sterk maar juist zwak zijn

A

In de natuurwetenschappen werd op zeer nauwkeurige en systematische wijze de ene theorie verworpen ten gunste van een betere, puur op grond van empirische evidentie. In de sociale wetenschappen werden theorieën bij elke tegenstrijdigheid verdraaid, totdat zij weer aansloten bij de waarneming. (Marxistische visie op onderdrukking; Adler over afwijkend gedrag). Dit maakte deze theorieën zwak, omdat zij zich niet kwetsbaar opstelden met gedurfde en concrete voorspellingen, waardoor zij niet bruikbaar waren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begrijpt dat de kracht van theorie zit in de mate waarin zij concrete voorspelling toestaat

A

Het feit dat theorieën verworpen worden is geen teken van zwakte. Het laat zien dat zij concrete voorspellingen hebben gedaan over een gebeurtenis, waardoor zij getoetst konden worden aan de werkelijkheid. De kracht van een theorie zit in de mate waarin zij zichzelf kwetsbaar opstelt. Hoe nauwkeuriger de voorspellingen zijn, hoe groter de hoeveelheid observaties is dat wordt uitgesloten, hoe gemakkelijker zij kan worden weerlegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het verschil tussen wetmatigheden en regelmatigheden kunt duiden

A

Sociale wetenschappen leveren minder eenduidige, algemeen geldige universele wetten op dan de natuurwetenschappen. De voorspellende kracht van sociaalwetenschappelijke theorieën is daardoor vaak minder groot dan die van de natuurwetenschappen, waardoor de toepassingsmogelijkheden minder worden. Natuurwetenschappen hebben wetmatigheden waar we op kunnen rekenen. Sociale wetenschappen hebben hoogstens regelmatigheden die we zien in menselijk gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op basis daarvan kunt uitleggen wat Popper bedoelde met ‘utopian engineering’

A

‘Utopian engineering: de sociale wereld net zo beheersbaar willen maken als de natuurlijke wereld, zoals gedaan wordt op grond van ideologische geschriften als de Bijbel, Das Kapital, Mein Kampf of Mao’s rode boekje. Sociaalwetenschappelijke theorieën bevatten vaak hermeneutisch, particulier, subjectief inzicht, en op basis daarvan kun je onmogelijk algemeen geldende, universele wetten construeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zijn ‘rationality principle’ kunt toelichten en begrijpt wat hij daarmee wilde bereiken

A

Wetenschappelijke theorieën moeten nauwkeurige voorspellingen mogelijk maken, zodat zij veel risico lopen om gefalsificeerd te worden. Dit is bij de sociale wetenschappen niet mogelijk, dus formeel zou het geen wetenschappen mogen heten. Oplossing: het rationaliteitsbeginsel. Dit principe schrijft voor dat mensen in een gegeven situatie die actie zullen uitvoeren die op dat moment het meest adequaat is. Dit principe vervult voor de sociale wetenschappen een rol zoals de wet van de zwaartekracht doet voor de natuurwetenschappen, maar het is niet echt een wet! Het is een aanname die sociale wetenschappers noodzakelijkerwijs moeten maken om het modelleren en voorspellen van menselijk gedrag mogelijk te maken. Zolang men uitgaat van het rationaliteitsbeginsel is het voor de sociale wetenschappen mogelijk om zich te bedienen van natuurwetenschappelijke methoden, zoals deductie van voorspellingen en de experimentele toetsing daarvan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Overeenkomsten en verschillen tussen logisch positivisme en kritisch rationalisme kunt duiden o begrijpt dat beide stromingen gebaseerd zijn op de filosofie van Comte

A

Comte: de wetenschappelijkheid van een theorie hangt samen met z’n voorspellingskracht. Logisch positivisme: verificatiecriterium  voorspellingen moeten ook geverifieerd worden. Popper: voorspelling is belangrijk, maar verificatie is niet mogelijk. Het gaat om falsificatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kunt uitleggen waarom verificatie nooit tot zekere kennis kan leiden

A

Met het zoeken naar bevestiging van je standpunt, bereik je nooit zekerheid. Bijv. ‘alle zwanen zijn wit’. Hoeveel zwanen je ook observeert, je blijft het risico lopen dat de volgende zwaan zwart is. Een wetenschapper kan nooit met zekerheid stellen dat een theorie altijd en overal geldig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kunt uitleggen dat het falsificatiecriterium van Popper wel tot zekerheid leidt

A

Weerlegbaarheid van de voorspellingen is het criterium van wetenschappelijkheid. Pas als blijkt dat onze voorspelling niet uitkomt, bereiken we de enige wetenschappelijke zekerheid die mogelijk is: onze theorie is niet waar. Falsificatiecriterium: een wetenschapper moet actief op zoek naar weerlegging van zijn theorie en mag zijn theorie in afwachting daarvan hoogstens voorlopig voor waar aannemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het verschil tussen verificatie, confirmatie en corroboratie begrijpt

A

Verificatie = het zoeken naar bevestiging van een theorie, stellig bewijs. (te sterk) Carnap was het eens met Popper dat het verificatiecriterium moeilijk stand kon houden en gaf hem gelijk dat het niet mogelijk was om via inductie tot volledige zekerheid te komen. Hij stelde het confirmatiecriterium voor. (te zwak) Confirmatie = de theorie wordt door een specifieke observatie bevestigd, maar hoeft daarmee niet volledig waar te zijn. Toenemende confirmatie leidt tot wetenschappelijkheid. Corroboratie = de enige vorm van bevestiging die volgens Popper mogelijk was: ondanks een poging tot falsificatie is de theorie nog niet gefalsificeerd. Dit werd echter niet als demarcatiecriterium gebruikt. Dat bleef bij het principe van falsificatie: alleen theorieën die de potentie hebben om gefalsifieerd te worden zijn wetenschappelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kritisch kunt reflecteren op het falsificatiecriterium van Popper

A

begrijpt dat nieuwe theorieën beschermd moeten worden tegen premature falsificatie Geen enkele nieuwe theorie is van begin af aan volledig sluitend. Zou je het falsificatiecriterium streng toepassen, dan zou er geen creatieve innovatie zijn, omdat geen enkele theorie het zou overleven. Een jonge theorie mag daarom tijdelijk geïmmuniseerd worden voor al te snelle falsificatie, bijv. door de theorie aan te passen op basis van voortschrijdend inzicht. Voorwaarde is wel dat de aanpassingen leiden tot een nieuwe falsificeerbare hypothese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

begrijpt dat het falsificatiecriterium de wetenschappelijke progressie remt

A

Astrologie doet regelmatig falsificeerbare voorspellingen. De enige zekerheid is dat ze achteraf niet waar blijken te zijn. Ook van werkelijk wetenschappelijke voorspellingen is alleen met zekerheid te zeggen dat ze niet waar zijn. Popper benadert de waarheid door al onze theorieën één voor één te falsificeren. Hieruit volgt alleen de zekerheid dat al je ideeën niet kloppen. Daar leer je weinig van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly