Studietaak 2.2 Flashcards
De belangrijkste leden van de Wiener Kreis kent en hun rol kunt benoemen
Wiener Kreis: een discussiegroep uit de jaren twintig, die oorspronkelijk Schlick-Kreis heette, die wekelijks bijeenkwam aan de Universiteit van Wenen om wetenschapsfilosofische problemen te bespreken. (Vanaf 1928 openbaar, geen hechte groep, in de jaren ’30 congressen en publicaties, verhuizingen/meningsverschillen, moord Schlick 1936.) Belangrijke leden:
1) Moritz Schlick, voorzitter. Het manifest werd aan hem opgedragen.
2) Rudolf Carnap, Hans Hahn en Otto Neurath, schrijvers manifest ‘Wissenschaftliche Weltauffassung’.
3) Herbert Feigl, Friedrich Waismann en Philipp Frank, vaste leden.
De belangrijkste inspiratoren van de Wiener Kreis kent en hun belang kunt inschatten
1) Ludwig Wittgenstein, nam op verzoek van Schlick incidenteel deel aan bijeenkomsten. Zijn bijdrage bestond uit filosofische monologen, waarover niet gediscussieerd werd i.v.m. zijn gevoelige aard.
2) Ernst Mach, was oorspronkelijk de supervisor van Schlick aan de Weense universiteit en oefende langs die weg veel invloed uit op de opvattingen van de groep.
Wat is het door Comte geïnspireerde doel van de Wiener Kreis
Doel: duidelijk krijgen wat wetenschappelijke kennis is, m.n. de scheiding tussen wetenschap en metafysica. Zij wilden de wetenschap zuiveren van alle vormen van metafysica. Er werd voor het eerst structureel gezocht naar een demarcatiecriterium: een algemeen geldend criterium waarmee ‘echte’, wetenschappelijke kennis kon worden gescheiden van metafysica, bijgeloof en alledaagse opvattingen van ongestudeerde leken. Het positivisme van Comte, met een sterke nadruk op empirische feiten, bood volgens de Wiener Kreis een basis om tot objectieve, wetenschappelijke kennis te komen.
Hun oorspronkelijke demarcatiecriterium van verificatie kunt toelichten
Volgens Comte was het de praktische waarde, het doen van concrete voorspellingen aan de hand van een theorie, die de wetenschappelijkheid van kennis bepaalde. Volgens de Wiener Kreis was dit niet voldoende. De voorspellingen moesten ook geverifieerd worden, dat wil zeggen: hij moet vergelijken worden met de waarheid. Een theorie is wetenschappelijk zodra haar voorspellingen geverifieerd zijn. Bij het logisch positivisme verschuift het demarcatiecriterium dus van voorspelling naar verificatie.
Het onderscheidt tussen formele en feitelijke uitspraken begrijpt
Volgens Wittgenstein I zijn in de wetenschap twee typen uitspraken mogelijk:
1) Formele uitspraken: tautologisch, a priori waar of onwaar.
2) Feitelijke uitspraken: een weerspiegeling van de werkelijkheid, waarvan de waarheid vast te stellen is op basis van observatie.
De daarop gebaseerde rolverdeling tussen filosofie en wetenschap kunt uitleggen
1) Formele uitspraken zijn het gereedschap van de filosoof. Taak: m.b.v. analytisch gereedschap theorieën beoordelen op hun logische consistentie, schending van de logica aantonen, onduidelijke stellingen ophelderen. 2) Feitelijke uitspraken zijn van de wetenschapper. Wittgenstein verandert de rol van de filosofie. Tot de 20e eeuw leverde filosofie inzicht in de werkelijkheid. Volgens Wittgenstein is dat de taak van de wetenschap. Filosofie houdt zich uitsluitend bezig met de controle van theorieën op hun logische consistentie.
De samenhang tussen dit systeem van Wittgenstein en dat van Kant kunt duiden
Kant combineerde het onderscheid tussen analytische en synthetische oordelen met het onderscheid tussen a priori en a posteriori oordelen. Analytische a priori oordelen (formele uitspraken) en synthetische a posteriori oordelen (feitelijke uitspraken) bleken onbetwistbaar. Dit zijn de twee die Wittgenstein centraal stelt.
Analytisch a Priori: Formele uitspraken (=filosofie)
Analytisch a Posteriori: Niet van toepassing
Synthetisch a Priori: Hume: niet mogelijk. Kant: wel mogelijk. Wittgenstein: verwerpelijk.
Synthetisch a Posteriori: Feitelijke uitspraken = wetenschap
Geef op basis van deze begrippen de opvatting van Wittgenstein over metafysica weer.
Volgens Wittgenstein dienen we synthetische a priori oordelen te verwerpen, omdat zij geen inhoud hebben. Het betreft metafysica, die noch empirisch te toetsen is (want a priori), noch logisch te toetsen is (want synthetisch). Een filosoof hoort niet de diepere betekenis van zaken te achterhalen door erover te speculeren. Hiermee verwerpt Wittgenstein de metafysica in het algemeen, en de hermeneutiek in het bijzonder.
Leg de bedoeling van mach’s protocol sentences uit.
Protocol sentences dienden om ruwe, zintuigelijke ervaringen direct te beschrijven, in zo kort mogelijke frasen.
Hoe moest het Mach’s protocol leiden directe verificatie van uitspraken
Protocol sentences waren een directe afspiegeling van de werkelijkheid, en daarmee direct verifieerbaar. Sterker nog: verificatie is eigenlijk niet nodig, omdat dit al gebeurd is op het moment van de directe waarneming. Volgens Mach betrof het onfeilbare beschrijvingen die alleen bij elkaar opgeteld hoefden te worden tot een theorie over de werkelijkheid.
Beschrijf de samenhang tussen het werk van Wittgenstein en Mach
In het systeem van Wittgenstein diende de wetenschapper theorieën te verifiëren aan de realiteit. Hoe dit moest maakte hij niet duidelijk. De Wiener Kreis maakte gebruik van de opvattingen van Mach om dit te verduidelijken. Theorieën worden door de filosoof analytisch herleid tot eenduidige, enkelvoudige voorspellingen (deductie). Het resultaat hiervan moet direct vergeleken kunnen worden met de ruwe ervaring. De wetenschapper kan de werkelijkheid observeren en deze uitdrukken in een protocol sentence, die (als het goed is) exact overeenkomt met de uit de theorie afgeleide voorspelling. Het resultaat van die verificatie kan vervolgens weer door de filosoof d.m.v. logischanalytische redenering bewerkt worden tot een complexe theorie (inductie).
Wat is de kritiek van Neurath op het verificatieprincipe
Protocol sentences zijn direct gegeven in de ervaring, maar alleen aan de observator. Het kan voor de observator duidelijk zijn dat een protocol sentence overeenkomt met de werkelijkheid, maar verder blijft dat voor iedereen verborgen. Het verificatieprincipe is een subjectieve, private aangelegenheid die zich in het hoofd van de observator afspeelt, terwijl de Kreis op zoek was naar een objectieve toets van uitspraken aan de werkelijkheid.
Wat is het fysicalistisch alternatief van Neurath
Fysicalisme: de verschuiving van protocol sentences in fenomenale termen naar uitspraken in termen die uitsluiten nog slaan op fysieke eigenschappen. Om te ontsnappen aan het subjectieve oordeel van de observator, stelde Neurath intersubjectiviteit voor. De enige manier om kennis te verifiëren was door er onderling overeenstemming over te bereiken. We kunnen kennisuitspraken niet toetsen aan de werkelijkheid, maar wel aan elkaars uitspraken. De taal van de wetenschap moest volledig gezuiverd worden van alle zintuigelijke uitspraken. Protocol sentences moesten geen betrekking hebben op fenomenen, zoals die zich aan ons voordoen, maar uitsluitend op fysieke objecten. (Dus niet de bal is rood, maar de lichtgolf die van de bal afkomt heeft een frequentie van 650 nanometer.)
Wat is het verschil tussen objectiviteit, subjectiviteit en intersubjectiviteit.
Objectieve, empirische verificatie is niet mogelijk. Het vindt plaats in het hoofd van de observator en is dus subjectief. Door alleen nog uitspraken te doen over de fysische kenmerken van objecten was intersubjectiviteit mogelijk.
Echte wetenschap wordt niet meer gekenmerkt door de (veronderstelde) objectieve toets aan de werkelijkheid, maar door een intersubjectieve vergelijking van uitspraken van verschillende wetenschappers.
Waarheid komt niet voort uit correspondentie tussen uitspraken en objectieve feiten, maar uit intersubjectieve coherentie tussen uitspraken van verschillende wetenschappers. Conclusie van de Wiener Kreis: óf je hebt een zekere, maar subjectieve toets aan de werkelijkheid, of een intersubjectieve overeenstemming, waarvan je nooit zeker weet of deze correspondeert met de werkelijkheid.