Studietaak 1.1 Flashcards
Wat zijn de verschillen tussen de ontologie van Heraclites en parmenides
Heraclites en Parmenides verschilden van mening over de ware aard van de werkelijkheid. Heraclites: niets is, alles wordt. De werkelijkheid is voortdurend aan verandering onderhevig. Verandering (flux) is de kern van het bestaan. Alleen mensen die in staat zijn de verborgen en fundamentele wet erachter (Logos) te begrijpen, komen tot kennis. Parmenides: alles is, niets wordt. De werkelijkheid is statisch. We moeten vertrouwen op ratio om de onveranderende waarheid over eeuwige realiteit te ontdekken.
Welke epistemologische opvatting is het gevolg van Parmenides
De epistemologie die het gevolg is van de opvattingen van Parmenides is het rationalisme. Een onveranderlijke, statische werkelijkheid, die verborgen blijft voor onze ogen.
Geef een samenvatting van relativistische positie van Protagoras
Protagoras ging uit van de ‘Homo mensura’: de mens is de maat van alle dingen. Iedereen kijkt vanuit een ander perspectief en op een ander moment naar de dingen en zal dus een andere werkelijkheid zien. Kennis over de wereld is dus relatief.
Geef een samenvatting van de sceptische positie van Socrates
Omdat een object voor de een er anders uitziet dan voor de ander, kunnen we via de empirie nooit zekerheid bereiken over de aard van de werkelijkheid. Socrates wist maar één ding zeker, namelijk dat hij niets wist. Scepticisme: zekere kennis is onbereikbaar.
Leg de begrippen metafyscia, ontologie en epistemologie uit en leg uit hoe deze begrippen met elkaar samenhangen
Metafysica oftewel ontologie betekent zijnsleer; ‘wat is de werkelijke aard der dingen?’, oftewel een abstracte, filosofische kijk op de werkelijkheid. (fysica is de empirisch georiënteerde kijk) Epistemologie = kennisleer; ‘wat is kennis en hoe komen wij daartoe?’.
De epistemologische positie die je kiest, is sterk afhankelijk van je ontologische opvattingen
Geef een samenvatting van Plato’s rationalistische positie
Plato was het ermee eens dat de wereld van de zintuigelijke waarneming voortdurend veranderde, maar ging uit van een bovennatuurlijk rijk dat eeuwige en perfecte Vormen (of Ideeën) bevat.
Reproduceer en leg de allegorie van de grot van Plato uit.
Gevangenen zien op de muur in een grot schaduwen van een schouwspel en gaan er vanuit dat dit de waarheid is. Wanneer ze vrij worden gelaten, zien ze eerst dat het de schaduw van het poppenspel was, wat dan de waarheid lijkt te zijn. Maar ook dat blijkt alleen maar een kopie te zijn, van de werkelijkheid buiten de grot.
Hoe is de in grot van Plato de werelden van Heraclites en Parmenides verwerkt.
De schaduwen op de muur vormen de ervaringswereld van Heraclites. Dit leidt slechts tot onzekere kennis (doxa). Dogmatische kennis waarvan we slechts kunnen geloven dat deze waar is. De wereld buiten de grot symboliseert de statische achterliggende werkelijkheid van Parmenides. Echte kennis (epistèmè), die via de weg van het verstand te bereiken is. Hiermee biedt Plato een ontsnappingsroute uit het scepticisme van Socrates.
Wat bedoelt Plato met de wereld van de ideeën
Plato ging uit van een dualistische wereld: de wereld waarin we leven en de wereld van Ideeën. De wereld van het verstand, van ware kennis die niet voor onze zintuigen bereikbaar is, noemde Plato de Wereld van de Vormen/Ideeën. Plato was een rationalist. Hij onderschrijft het nativisme: de ideeënwereld bevindt zich in ons en is aangeboren. Leren is niets anders dan herinneren en goed redeneren.
Geef een samenvatting van de empiristische positie van Aristoteles
Aristoteles was een aardse empirist, die uitging van zintuigelijke ervaring als bron van kennis.
Wat is het peripatetisch axioma van Aristoteles
We worden geboren als een tabula rasa. Kennis wordt vergaard door waarneming van de natuur. Het peripatetisch axioma houdt in dat de nadruk moet liggen op de ervaring als bron van kennis en op inductie als methode om tot kennis te komen.
Leg de rol van intuiïtie in de epistemologie van Aristoteles uit.
Algemene kennis bereiken we volgens Aristoteles niet met pure, logische inductie, maar met behulp van onze intuïtie (‘nous’). Deze intuïtie is een speciale en feilloze eigenschap van onze geest die ons helpt om op basis van beperkte waarnemingen toch tot algemeenheden te komen.
Wat is de rol van de samenleving in epistemologie van Aristoteles
Theorieën moeten niet alleen aansluiten bij observaties, maar ook bij breed gedragen opvattingen die leven in de gemeenschap. (Dit komt later terug als sociaal relativisme of sociaal constructivisme). Aristoteles maakt kennis hiermee kwetsbaar voor vooroordelen en misvattingen die leven onder het volk.
Noem de vier oorzaken van alle dingen van Aristoteles
1) De vormoorzaak – hoe het eruit ziet (bijv. de vorm van een Apollo standbeeld)
2) De stofoorzaak – waar het van gemaakt is (bijv. het marmer voor het standbeeld)
3) De werkoorzaak – hoe het ding tot stand gekomen is, de primaire bron van verandering of afwezigheid ervan (bijv. de beeldhouwer)
4) De doeloorzaak – niet zichtbaar, ligt in de toekomst, dus niet empiristisch Na de wetenschappelijke revolutie werd alleen de efficiënte oorzaak geaccepteerd als echte en wetenschappelijk interessante oorzaak.
Leg de begrippen deductie en inductie uit.
Deductie: redeneren van het algemene naar het specifieke.
Inductie: redeneren van het specifieke naar het algemene.