stromingen wetenschapsfilosofie Flashcards
1
Q
welke drie rationalisme
A
plato, decartes, karl popper.. deze drie leren van blaadje
2
Q
welke vijf empirisme
A
aristoteles, fransbacon, john locke, george berkeley, david hum
3
Q
rationalistisch em empirisctisch
A
immanuel kant en blaadje
4
Q
sceptisme
A
socrates en blaadje
5
Q
positivsme
A
comte en blaadje
6
Q
hermeneutiek
A
wilhelm dilthey
7
Q
scientisme
A
wat is het
8
Q
logisch positivisme
A
wittgenstein 1
9
Q
constructivsme
A
blaadje
10
Q
constructivistisch empirisme
A
blaadje
11
Q
relativisme
A
ludwig wittgenstein twwe, thomas kuhm, , paul feyereabned, imre lakatos
12
Q
problemen voor kuhn en feyerabend
A
blaadje
13
Q
3 genuanceerd falsificationisme
A
dogmatisch, methodologisch, genuanceerd
14
Q
kuhn kritiek op lakatos
A
blaadje
15
Q
realisme
A
wat is het