Hoorcollege 11 Flashcards
Recapitulatie
Recapitulatie
Wetenschapsfilosofie gaat ofwel over
1. Wetenschap in het algemeen, ofwel over:
2. Een specifieke wetenschap
Colleges 1 t/m 10 gingen over 1. Colleges 11 t/m 14 gaan over 2: filosofie van de psychologie
– over het lichaam-geest probleem.
What is the biological basis of consciousness?
Kunnen we een wetenschappelijke theorie hebben over het bewustzijn?
Denken over denken
Het centrale probleem:
Denken over denken
Het centrale probleem: “Hoe is het mentale mogelijk in een materiële wereld? Hoe kan de
menselijke geest bestaan in een materieel lichaam? Hoe kan stof tot denken komen?”(StD: 8)
De geest als onderzoeksobject & het lichaam-geestprobleem
Voorlopige karakterisering van bewustzijn.
De geest als onderzoeksobject & het lichaam-geestprobleem
Voorlopige karakterisering van bewustzijn. Wat kun je onder de geest verstaan:
Bewuste ervaringen
Thomas Nagel noemt dit what-it-is-likeness. Als onze zintuigen gestimuleerd
worden, ervaren we van alles (net als een vleermuis). Het is iets om een
vleermuis te zijn. Maar wat is het om een vleermuis te zijn? Het gaat om
ervaringen van geuren, smaken etc. Wat is het om de smaak van koffie te
ervaren? Het voelt op een bepaalde manier.
De kwalitatieve aspecten (prettig/lekker etc) van de ervaringen wordt quale
(qualia) genoemd.
De bewustze ervaringen hebben altijd qualia maar hoeven geen abouteness te
hebben.
Cognitie: denken
Propositionele attituden: dit zijn houdingen t.o.v. een propositie. Een
propositie is de betekenisinhoud van een zin.
Bijv. Jan gelooft dat het regent. Jan’s houding is dus dat hij de betekenisinhoud
van deze zin gelooft.
PA’s gaan ergens over, d.w.z. ze hebben intentionaliteit (aboutness).
Intentionaliteit: het gaat ergens over. De gedachte dat het regent, gaat over de
situatie buiten.
Cognitieve toestanden (denken) gaan altijd ergens over.
Cognities hoeven geen qualia te hebben. Je hoeft er geen bewuste ervaring bij te
hebben, je hoeft niets te ‘voelen’.
Emoties
Het is duidelijk wat dit zijn. Hebben zowel [1] een kwalitatief karakter
(bewustzijn), alsook [2] intentionaliteit (het gaat ergens over). Vb. Het voelt op
een bepaalde manier om kwaad te zijn op een slechte automobilist. Je bent boos
(quali) op iemand (intentionaliteit).
Het is een initiële indeling, want misschien moeten we er nog wat dingen aan toevoegen die
we vinden bij verder onderzoek.
De lichaam-geestproblematiek Algemeen probleem
Algemeen probleem
“Hoe kan er denken en voelen zijn in een wereld van uitsluitend materie?” (StD: 9)
M.a.w.: Hoe past de psyche in de fysische wereld?
Drie subproblemen en twee oplossingen
Drie subproblemen
Gegeven de drie (initiële) mentale categorieën:
1. Hoe verhouden ervaringen zich tot de (rest van de) fysische wereld, met name tot het
lichaam, met name tot het brein?
2. Hoe verhouden cognitieve toestanden zich tot de (rest van de) fysische wereld, met
name tot het lichaam, met name tot het brein?
3. Hoe verhouden emoties zich tot de (rest van de) fysische wereld, met name tot het
lichaam, met name tot het brein?
Twee oplossingen:
Als je weet hoe ervaringen in de wereld passen en hoe cognitieve toestanden in de wereld
passen, weet je dat ook voor emoties. Filosofen richten zich op quali. Wetenschappers richten
zich op cognitieve toestanden.
mogelijke posities in het debat dit zijn er acht
Mogelijke posities in het debat:
- Substantie-dualisme: de geest bestaat onafhankelijk van het lichaam en vice versa.
- Idealisme: de fysische wereld is afhankelijk van de geestelijke wereld.
- Behaviorisme: de geest is eigenlijk gedrag.
- Reductionisme / identiteitstheorie: mentale toestanden zijn hersentoestanden.
- Eliminativisme: de geest bestaat niet. Deze elimineert een aantal mentale toestanden.
- Functionalisme: mentale toestanden worden gerealiseerd door hersentoestanden.
- Connectionisme:
- Embodied & Embedded (en zelfs Extended mind):
drie klassieke posties in het debat
substantie dualisme, idealisme, behaviorisme
- Substantie-dualisme
- Substantie-dualisme
“[Descartes] formuleerde de overtuiging dat het menselijk lichaam een complexe materiële
machine is, maar dat de menselijke geest toch onafhankelijk kan bestaan van dat lichaam.”
(StD: 8).
Substantie: datgene wat op zichzelf kan bestaan.
Substantie-dualisme: er zijn twee substanties:
Res cogitans (de denkende substantie): de geest.
Res extensa (de uitgebreide substantie): lichamelijke substantie. Deze substantie
neemt plaats in in de ruimte.
De traditionele verdediger is René Descartes (Cf. college 2).
Descartes’ twijfelexperiment behorend bij het substantie dualisme
Descartes’ twijfelexperiment
Descartes is geïnteresseerd in echte kennis. Hij neemt hiervoor de radicale twijfel van de
scepticus over. Hij zag wiskunde als prototype wetenschap (een bouwwerk op een
fundament).
Maar wat is een onbetwijfelbaar fundament? Docenten? Ben je wel wakker? Heb je wel
een lichaam? Is wiskunde wel waar? Wat als er een malin genie is? Cogito ergo sum. “[De kwade genius] mag me misleiden zoveel hij kan, hij zal nooit bereiken dat ik niets ben,
zolang ik denk dat ik iets ben. Dus daarom moet ik […] vaststellen dat deze uitspraak: ik ben,
ik besta, noodzakelijk waar is, iedere keer dat ik deze zeg of in mijn geest denk.” (RD 1642:
237-238; StD: 11)
Helder en duidelijk inzicht
Maar wat is hij? Een res cogitans / een denkende substantie.
Hoe weet hij dat? Dat ziet hij helder & duidelijk in.
Helder en duidelijk in te zien:
God bestaat. God is goed (dit ziet hij helder en duidelijk in). En dus bedriegt God mij niet
(de hele tijd) in het idee dat er een fysische wereld is. En dus heb ik een lichaam: Descartes is
een res cogitans & een res extensa / een uitgebreide substantie. Het kenmerk van de res
extensa is uitgebreidheid (bijenwas). De fysieke wereld is 3-dimensionaal.
Het interactieprobleem
De causale geslotenheid van de fysische wereld: er gaat geen energie in of uit. Dit komt voort
uit behoudswetten. Maar dan zitten we met een “Patrick Swazye probleem”. Hoe kan iets dat
geen uitgebreidheid heeft (geest) een lichaam in beweging zetten?
Descartes meent dat deeltjes in zijn lichaam tegen elkaar botsten en dat hij daardoor beweegt.
Maar hoe kan de geest dit sturen?
Twee oplossingen:
1. Eerste oplossing: In de pijnappelklier worden de fysische deeltjes zo klein dat ze met
de geest kunnen interacteren. HD: Maar hoe dan? Er wordt geen oplossing gegeven.
2. Tweede oplossing: God. God heeft ons zo gemaakt. HD: Maar hoe dan?
Is dit fataal? + afbeelding
Is dit fataal?
Velen menen dat deze interactieproblematiek het SD (substantie-dualisme) fataal is
geworden. We hebben geen verklaring hoe het kan dat lichaam en geest met elkaar
interacteren. Het is wel duidelijk dat er interactie plaatsvindt. Voorstanders hebben de
volgende uitweg: Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Daarmee zouden we het gewoon
moeten accepteren dat we het nu niet en
nooit zullen begrijpen.
Suggestie: We kunnen het dus niet
begrijpen / verklaren, maar misschien wel
bewijzen. Dan snappen we er misschien
niets van, maar dan hebben we wel bewijs.
Ons brein is erg belangrijk voor ons
bewustzijn. Als je een goede studie zou
hebben die laat zien dat de geest los van het
lichaam kan bestaan, is dat voldoende.
De tabel gaat over wat mensen ervaren
hebben tijdens een hartstilstand. Niet alle
mensen hebben hetzelfde ervaren. Van
Lommel meent dat buiten lichamelijke ervaringen laten zien dat je onafhankelijk van je
lichaam/brein kan functioneren (de geest treed buiten het lichaam). Hij gelooft in de
onafhankelijkheidsstelling.
Onafhankelijkheidsstelling
Wat kunnen (para)psychologie, neurologie etc ons leren?
Onafhankelijkheidsthese: de geest kan onafhankelijk van het lichaam werken en
bestaan.
Parapsychologie
Onafhankelijkheidsstelling
Wat kunnen (para)psychologie, neurologie etc ons leren?
Onafhankelijkheidsthese: de geest kan onafhankelijk van het lichaam werken en
bestaan.
Parapsychologie
Meest overtuigende geval (?): Miss Z. Onderzocht door Charles Tart. Als zij uit haar slaap
zou treden, zou zijn een nummer kunnen lezen. Dit bleek ook te lukken. Maar helaas: Miss Z.
is verdwenen, het experiment kan niet herhaald worden.
Uit de medische wetenschap
Uit de medische wetenschap
Meest naar verwezen geval: Sarah, beschreven door Larry Dossey M.D.
Zij had nòg een bewijs van haar wederwaardigheden […] een duidelijke, gedetailleerde
herinnering van de paniekerige conversatie van de chirurgen en verpleegsters tijdens haar
hartstilstand; de hele entourage van de OK; wat er buiten in de hal op het bord van de
operatieschema’s stond; de kleur van de lakens op de operatietafel; het kapsel van het hoofd
van de OK; de namen van de chirurgen die in de stafkamer aan het eind van de gang zaten te
wachten tot haar operatie voorbij was; en zelfs het onbelangrijke feit dat haar anesthesist
twee verschillende sokken droeg. Dat wist zij allemaal, hoewel ze volledig onder narcose en
niet bij bewustzijn was tijdens de operatie en de hartstilstand.
Maar wat Sarahs visioen nog indrukwekkender maakte was het feit dat zij vanaf haar geboorte
blind was geweest. Ze kon ook niets gezien hebben toen ze half onder narcose was etc.
Mensen die van hun geboorte af blind zijn
Mensen die van hun geboorte af blind zijn
Die moeten leren kijken op het moment dat ze hun zicht via een medische ingreep krijgen.
Het enige probleem met deze intrigerende episode is echter dat het geheel en al onwaar is.
Het is nooit gebeurd. Het is verzonnen. We formuleren dit zo stellig omdat een van ons
(K.R.), na het boek te hebben gelezen, onmiddellijk de auteur aanschreef ter verkrijging van
nadere details. In zijn antwoordbrief bekende deze gegeneerd dat hij dit voorbeeld had
verzonnen om de povere, maar (volgens hem) voldoende reden, dat alle gegevens over
BDE’s, en zeker de geruchten over deze ervaring, hem hadden overtuigd van het bestaan van
zulke zaken, ook al waren ze nog niet gedocumenteerd. (Ring & Cooper: 15)
beetere wetenschappers, hun claims.. dus?
Mensen die van hun geboorte af blind zijn
Die moeten leren kijken op het moment dat ze hun zicht via een medische ingreep krijgen.
Het enige probleem met deze intrigerende episode is echter dat het geheel en al onwaar is.
Het is nooit gebeurd. Het is verzonnen. We formuleren dit zo stellig omdat een van ons
(K.R.), na het boek te hebben gelezen, onmiddellijk de auteur aanschreef ter verkrijging van
nadere details. In zijn antwoordbrief bekende deze gegeneerd dat hij dit voorbeeld had
verzonnen om de povere, maar (volgens hem) voldoende reden, dat alle gegevens over
BDE’s, en zeker de geruchten over deze ervaring, hem hadden overtuigd van het bestaan van
zulke zaken, ook al waren ze nog niet gedocumenteerd. (Ring & Cooper: 15)
Betere wetenschappers?
Pim van Lommel; The Lancet. Hij meent dat er leven is na de dood; je geest blijft bestaan na
de dood. Sam Parnia; Resuscitation. Zegt precies hetzelfde als van Lommel.
Hun claims
Mensen met een hartstilstand zijn hersendood. Toch hadden velen een levendige ervaring.
Bovendien waren mensen met een OOBE (buiten lichamelijke ervaring), die waarachtig
bleken (Van Lommel geeft een voorbeeld van iemand die de “nurse” “gezien” heeft). Er is
geen andere verklaring mogelijk.
Dus:
Geen fysiologische verklaring. Van Lommel ziet het lichaam als een antenne die het
bewustzijn oppikt - dat bewustzijn kan dus onafhankelijk bestaan. Hij redeneert niet goed. Dit
is pseudo-wetenschap.
maar? vier dingen
Maar:
1. Bad logic: zoveel verschillende verschijnselen die we samenrapen onder “NDE”: één
oorzaak is onwaarschijnlijk (bijna niemand heeft alle kenmerken van een NDE). De
bijna dood ervaring bestaat niet als maar een ervaring. Het is een verzameling van heel
veel ervaringen die mensen hebben als ze bijna dood zijn. Je moet kijken naar
verschillende bijna dood ervaringen en kijken of je dan fysiologische verklaringen
vindt.
2. Geen waarachtige OOBE: De anekdote die PvL beschrijft heeft hij van horen zeggen
en is van voor zijn onderzoek (van de 15 OOBE in zijn onderzoek had blijkbaar
niemand een waarachtige ervaring). De herinnering is vertekend.
3. Hoezo hersendood?: [1] geen eigen data (bezig mensen te redden); [2] de data
waarop ze een beroep doen hebben betrekking op honden & EEG (maar dat is
onbetrouwbaar). Mensen met een hartstilstand hoeven niet per se hersendood te zijn.
4. Wel degelijk wetenschappelijke verklaringen mogelijk: zuurstofgebrek,
verwachting te sterven.