hoorcollege 8 Flashcards

1
Q

Recapitulatie

A

Recapitulatie
Traditionele vraag: wat is de bron van kennis? (Kennisleer = epistemologie)
Antwoord sinds de logisch positivisten: De bron van kennis is de wetenschap.
En dus volgt de vraag: Wat is dat dan – wetenschap?
HD: Het antwoord werd gezocht in één demarcatiecriterium (verifieerbaarheid,
confirmeerbaarheid, falsifieerbaarheid – alle drie problematisch).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lakatos & Feyerabend

A

Lakatos & Feyerabend
In 1970 Imre Lakatos, one of the best friends I ever had, cornered me at a party. „Paul,‟ he
said, „you have such strange ideas. Why don‟t you write them down? I shall write a reply, we
publish the whole thing and I promise you – we shall have lots of fun.‟
Feyerabend
Kuhn is de voorloper van Feyerabend. Feyerabend spreekt niet in termen van paradigma‟s,
maar in termen van tradities.Tradities ≈ paradigma‟s.
In de geschiedenis van de wetenschap volgen tradities elkaar op: de ene is niet beter dan de
andere. Hierin lijken Feyerabend en Kuhn op elkaar. De huidige westerse wetenschap is één
van de vele tradities (en kan dus ingewisseld worden). Er zijn nog meer tradities dan alleen
wetenschap.
Bij Kuhn geldt dat de theorie die je hebt, bepaalt wat je ziet en wat de feiten zijn. De feiten
zijn subjectief en de waarheid van die feiten zijn dus ook subjectief.
Kuhn: paradigmawisseling is een gestaltswitch: je kan niet meer terug. Je kan niet
tegelijkertijd een konijn en eend zien. Je kunt maar een keer wisselen van paradigma.
Feyerabend: je kan gewoon een ander paradigma / traditie kiezen. Als je relativist of
constructivist bent, kan dit prima.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Feyerabend samengevat in zijn eigen slogans welke zijn dit

A

against method, anything goes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Against Method

A

Feyerabend samengevat in zijn eigen slogans
1. Against Method
Feyerabend‟s boek heet Against Method & gaat over de wetenschappelijke methode.
Is hij dan tegen het gebruiken van die methode? Nee dat is hij niet.
Feyerabend is in principe pro wetenschap: dat is inderdaad een methode om kennis te
verwerven (epistemologie). De wetenschappelijke methode levert ons kennis op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar is hij dan tegen en waarom? (against method)

A

Waar is hij dan tegen en waarom?
We beginnen met het waarom. Hét argument voor relativisme en constructivisme is de
theoriegeladenheid van de waarneming. Als de waarneming altijd theoriegeladen is,
dan kennen we nooit de objectieve feiten. Als er objectieve feiten zijn, kunnen wij die
niet kennen. De feiten die we hebben zijn gebaseerd op onze theorieeen. Wat je
observeert is bepaald door een theorie en je hebt geen idee of dat de werkelijkheid is
(relativisme). Bij elke waarneming zit een theorie achter. Je kunt een andere theorie
hebben en een andere wereld construeren met andere waarheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(against method) geen objectieve feiten

A

Geen objectieve feiten
“On closer analysis we even find that science knows no ‘bare facts’ at all but that the
‘facts’ that enter our knowledge are already viewed in a certain way and are,
therefore, essential, ideational.” (Feyerabend 1975: 11)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tegen het monopolie op kennisverwerving (against method)

A

Tegen het monopolie op kennisverwerving
De westerse wetenschappelijke methode heeft het monopolie op het verwerven van
kennis over de feiten en het construeren van die feiten. De wetenschap heeft de facto
het monopolie op kennisverwerving. Als de waarneming niet theoriegeladen zou zijn,
dan was dit misschien nog wel terecht. Je zou dan toegang hebben tot de objectieve
feiten. Maar dat hebben we niet. Als de waarneming theoriegeladen is, zijn deze feiten
er niet.
En dus moeten we ook andere methoden als bronnen van kennis erkennen. Niet alleen
de wetenschappelijke methode verwerft kennis over de wereld.
“Het is dus mogelijk een traditie te creëren, die bijeengehouden wordt door strikte
regels en die ook nog in een bepaalde mate succes heeft. Maar is het wenselijk om een
dergelijke traditie te steunen met uitsluiting van andere mogelijkheden? Zullen we
haar het monopolie geven voor het verhandelen van kennis, met het gevolg, dat elk
resultaat dat men volgens andere methoden verkrijgt onmiddellijk wordt uitgebannen?
Dié vraag wil ik in dit essay stellen en mijn antwoord erop zal een vastberaden en
klinkend NEE zijn.” (p.20)
Is het ook wenselijk om je te beperken op een methode om de objectieve feiten te
achterhalen? Nee dit is niet wenselijk. Je komt automatisch bij anything goes. Je mag
elke methode gebruiken, ook de niet-wetenschappelijke methodes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Anything Goes
A
  1. Anything Goes
    Wat zet Feyerabend dan tegenover die ene westerse methode van de wetenschap?
    Hij zet daar een methodologisch anarchisme tegenover. Voor Feyerabend kunnen
    alle methoden bronnen van kennis zijn: anything goes. Ook Voodoo en toveren
    bijvoorbeeld.
    Als je constructivisme en relativisme serieus neemt (objectieve feiten zijn niet
    kenbaar) dan kom je hier uit: anything goes.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Methodologisch anarchisme:

A

Methodologisch anarchisme:
1. Epistemologisch en geen politiek anarchisme. Hij wilt een radicale variatie in methoden
om kennis te verwerven. Het is geen politiek anarchisme. Hij is voor radicale democratie;
radicale vrijheid.
2. Eigenlijk prefereert Feyerabend de term Dadaïsme:
Dadaïsme was een West-Europese kunstzinnige en literaire beweging (1916-1923) die de
authenticiteit van de werkelijkheid zocht te ontdekken door de afschaffing van traditionele
culturele en esthetische vormen.
“Een Dadaïst is er van overtuigd dat het leven pas de moeite waard wordt wanneer we, om te
beginnen, de dingen eens wat luchtiger gaan zien en als we onze taal zuiveren van de
diepzinnige, maar veelal verworden betekenissen die er in de loop der eeuwen zijn
ingeslopen[.]” (1975, p. 22).
Wie wil er nou naar de maan? Je moet alles niet zo serieus nemen. Maar in hoeverre moet je
Feyerabend dan serieus nemen? En al helemaal als hij serieus beweerd dat er geen objectieve
feiten zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Terug bij de kennisvraag

A

Terug bij de kennisvraag
We zijn weer terug bij de epistemologie. Het wordt interessant om na te denken wat
wetenschap van pseudo-wetenschap onderscheid. Het verschil tussen wat wetenschap en
pseudo-wetenschap is, is alleen interessant omdat wetenschap ons kennis oplevert. Maar er
zijn meer methodes die kennis opleveren. Maakt het dan nog uit of we een goed antwoord
hebben op de vraag over wat wetenschap is en wat niet?
Alle gedachten zijn vruchtbaar: verschil wetenschap en pseudo-wetenschap is dan ook
kunstmatig. De bron van kennis is helemaal niet enkel en alleen de wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je moet wel anarchist zijn (1)

A

Je moet wel anarchist zijn (1)
Als je de wereld wil begrijpen (het doel van de wetenschap), dan is het vreemd om van
tevoren restricties op te leggen (je loopt het risico van alles te missen). De wereld begrijpen
doe je met een methode, maar als je jezelf van te voren beperkt tot een methode (restricties
opleggen) dan doe je jezelf onrecht aan. De theorieen die bij de westerse wetenschap horen is
misschien maar een deel van het verhaal. Als je van te voren een methode selecteert dan ga je
kennis missen die door andere methoden gegeneert kunnen worden. Alle methoden hebben
wel hun beperkingen. “[Ik ben] van plan de lezer te overtuigen dat alle methodologieën, zelfs
de meest voor de hand liggende, hun beperkingen hebben.” (p. 24). Aan de andere kant is er
voor elke methode weer iets te zeggen. Hier zie je dat Feyerabend niet per se tegen de
wetenschappelijke methode is. Je mag zelf bepalen welke methode je wilt gebruiken; dus ook
de wetenschappelijke methode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je moet wel anarchist zijn (2)

A

Je moet wel anarchist zijn (2)
Als je dogmatisch bent (of je nu wetenschapper bent of wat anders), is altijd onwenselijk en
gaat in tegen een humanitaire houding. M.a.w.: je moet mensen dus vrijlaten in hun denken.
Als je een methode aanrijkt als onderwijs, dan beperk je wetenschappers in hun denken. Als
je mensen vrij laat in hun denken, moet je het ook toelaten dat ze Voodoo en Astrologie
kunnen gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Consequenties van Feyerabends anarchisme

A

Feyerabend denkt het constructivisme en relativisme goed door. Hij trekt dan consequenties
die logisch zijn als je het constructivisme en relativisme serieus doorneemt.. consequentie 1 kennis is een zee van alternatieven 2 consequentie 2 er zou vrijheid van methode in het onderwijs moeten zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Consequentie 1: Kennis is een zee van alternatieven.
A
  1. Consequentie 1: Kennis is een zee van alternatieven.
    Als je in een bepaalde traditie zit, gelden daar bepaalde regels. Volgens Feyerabend
    moet je soms radicaal tegen een traditie ingaan:
    Tegenregel = regel die in tegenspraak is met de geaccepteerde regels van een
    bepaalde traditie.
    Binnen het empiristisch paradigma is de regel: theorie moet corresponderen met de
    ervaring. De tegenregel is dan de regel die stelt dat de theorie helemaal niet met de
    ervaringen overeen hoeft te komen. Dit is – in termen van Kuhn – het innemen van
    een ander incommensurabel paradigma. Je kunt zelf kiezen welk paradigma je inneemt
    en gaat dus in tegen de regels van een ander paradigma. Dit kan, omdat geen enkele
    traditie de waarheid kan claimen. De waarheid houdt namelijk in dat je weet wat de
    objectieve feiten zijn, maar dit kan je nooit weten. Je zult dus ook nooit weten of jij
    het beter weet dan anderen.
    Voorbeeld: gegeven de neo-darwiniaanse evolutieleer ga je vanuit het creationisme
    of een heel andere traditie naar het leven op aarde kijken. Als je in verschillende
    traditie staat, heb je dus verschillende opvattingen. Als je zegt dat de tradities de feiten
    creeeren (constructivist), dan heb je verschillende soorten kennis in de verschillende
    tradities. Kennis is dan niet iets dat consistent is.
    Met andere woorden: je bekijkt iets vanuit zoveel mogelijk standpunten - de
    pluralistische methode: “Volgens deze opvatting bestaat kennis niet uit een reeks
    theorieën die innerlijk consistent zijn en uitlopen op een ideale visie; kennis is geen
    langzame maar zekere benadering van de waarheid. Kennis is veeleer een eeuwig
    toenemende zee van onverenigbare (of misschien zelfs onvergelijkbare)
    alternatieven[.]” (p. 37)
    Dus niet alle methoden zijn wetenschappelijk, maar naast de wetenschap zijn er
    meerdere methoden om kennis te verwerven, zoals Voodoo.
    Feyerabend is hier terug bij de epistemologie. Hij zegt niet dat Voodoo en Astrologie
    wetenschap zijn, maar het zijn andere methoden, naast de wetenschap, om kennis te
    verwerven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Consequentie 2: Er zou vrijheid van methode in het onderwijs moeten zijn.
    In zekere zin is dit begrijpelijk:
A
  1. Consequentie 2: Er zou vrijheid van methode in het onderwijs moeten zijn.
    In zekere zin is dit begrijpelijk: het komt waarschijnlijk voort uit een verzet tegen /
    angst voor totalitaire regimes. De wetenschap is totalitair.
    Volgens PF is de wetenschap niet democratisch – er is nooit een volksraadpleging
    geweest over de hantering van bepaalde theorieën. Volgens PF is de wetenschap dan
    ook een ideologie & moet die zich niet bemoeien met de staat: PF stelt een scheiding
    van staat en wetenschap voor. De staat moet zich niet bemoeien met de wetenschap
    en dus ook niet met het onderwijs. De staat zou hier juist de vrijheid voor moeten
    scheppen.
    “Elke Amerikaan heeft tegenwoordig de vrijheid om zijn eigen godsdienst te kiezen,
    maar hij kan nog steeds niet eisen dat zijn kinderen op school onderricht krijgen in
    magie in plaats van wetenschap. Er is een scheiding tussen staat en kerk, maar er is
    geen scheiding tussen staat en wetenschap.” (1975: 299)
    Op de Universiteit moet je onderwijs kunnen krijgen in toveren. Men mag natuurlijk wel uit vrije wil voor een ideologie kiezen, maar een ander mag
    het mij niet opleggen. Wetenschap mag niet dogmatisch aan je opgelegd worden. Je
    kunt er echter wel zelf voor kiezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nu eerst een aantal korte overwegingen m.b.t. relativisme en constructivisme.
Evaluatie van het relativisme en constructivisme zijn er drie

A

Evaluatie van het relativisme en constructivisme
1e overweging
Vooral gericht tegen Kuhns opvattingen. Kuhn moet uitleggen hoe je kunt weten dat je twee
paradigma‟s niet met elkaar kan vergelijken, als hij dit wel rationeel met elkaar vergelijkt. Het
probleem van het interpreteren: hoe kan je een andere traditie / een ander paradigma
begrijpen? Dat gaat niet zonder je dat paradigma eigen te maken. Als paradigma’s radicaal
verschillend zijn, hoe kan dat dan? Hier komen we in college 9 nog op terug.
2e overweging
De beweringen “alles is relatief” (algemeen relativisme) en “waarheid is afhankelijk van het
paradigma” (Kuhns versie) of “waarheid is afhankelijk van de traditie” (Feyerabends versie),
bevatten een contradictie:
Als alles relatief is, dan zijn deze uitspraken dat ook, maar dat kan niet, want ze moeten
gelden voor alle paradigma‟s of tradities. “Alles is relatief”, is een absolute uitspraak.
3e overweging
Moeten we wel kunnen kiezen voor les in regendansen op school? Je moet andere methode
aanbieden om kennis te kunnen verwerven. Als feiten subjectief zijn, moet je hiervoor kunnen
kiezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wetenschap en democratie

A

Wetenschap en democratie

Moeten we wel kunnen kiezen voor les in genezen door toveren op school?

18
Q

Wetenschap is geen democratische methode

A

Wetenschap is geen democratische methode
Meeste stemmen gelden wat de feiten zijn? Zo werkt het niet. De vraag is hoe sterk de
waarneming theoriegeladen is. Als de waarneming niet zo sterk theoriegeladen is als de
relativisten en constructivisten claimen, dan kunnen we de objectieve feiten wellicht wel
achterhalen.

19
Q

Argument voor relativisme

A

Met een andere achtergrondtheorie neem je wat anders waar. Voorbeeld: wat de een ziet als
een konijn, ziet de ander als een eend (vergelijk het citaat van Kuhn uit het vorig college).
Dit plaatje is in 1900 door Joseph Jastrow gemaakt, precies om aan te geven dat de
waarneming ook afhankelijk is van mentale activiteit. Het is dus met opzet ambigu gemaakt.
Maar wat als hij [1] had uitgelegd dat eenden kunnen vliegen en konijnen niet & [2] foto van
een dier had gebruikt?

20
Q

Relativisme is dus problematisch

A

Relativisme is dus problematisch
Deze overwegingen laten minstens zien dat relativisme & constructivisme problematische
posities zijn, als het al niet gewoon een directe weerlegging ervan is.
Iemand die een lans wil breken voor het belang van wetenschap en daarmee voor het belang
van het vinden van een demarcatiecriterium is Imre Lakatos.

21
Q

Goed idee?

A

Goed idee?
Misschien is het dan toch een goed idee om te kijken of we wetenschap niet van relativisme
kunnen redden en het project van het vinden van een demarcatiecriterium weer oppakken. Dat
is precies wat Lakatos gedaan heeft.

22
Q

Imre Lakatos

A

is precies wat Lakatos gedaan heeft.
Imre Lakatos
We hebben het idee dat toveren niet kan. Als je dit wetenschappelijk zou onderzoeken, zou je
daar achter komen. Lakatos probeert een norm te geven voor de wetenschap. Hij probeert
normatief te zijn. Hij past het falsificationisme aan.
Redding van de normativiteit van de wetenschap van Kuhns louter beschrijving ervan.
Dat kan – meent Lakatos – als we de notie van falsificatie aanpassen van (1) dogmatisch, naar
(2) methodologisch (Popper), naar (3) genuanceerd falsificationisme.
Kuhn heeft kritiek op Popper, maar Popper ook op Kuhn. Ze hebben geen oog voor de goede
dingen in elkaars opvatting over wetenschap. Popper heeft gelijk dat falsifeerbaarheid het
demacractiecriterium is, maar het is niet voldoende. Kuhn kenmerkt de wetenschappelijke
revoluties verkeerd. Het feit dat je niet meer terug kan naar het oude paradigma klopt volgens
Lakatos niet. Bij Kuhn is er geen verbetering en geen rationele vooruitgang bij een
paradigmawisseling. Bij Lakatos gaat het wel om rationele vooruitgang.
Hij brengt ideeen van Popper en Kuhn bijeen in een genuanceerd falsificationisme.
Kuhn heeft geen begrip voor een meer genuanceerde opvatting, waarvan de redelijkheid niet
gebaseerd is op het naïeve falsificationisme. Ik zal proberen deze opvatting van Popper uit te
leggen - en verder te versterken - , daar ze mijns inziens ongevoelig is voor Kuhns kritiek, en
wetenschappelijke revoluties kan weergeven als rationele vooruitgang en niet als religieuze
bekeringen.

23
Q

Van dogmatisch, via methodologisch naar genuanceerd falsificationisme
Dogmatisch falsificationisme en uitgangspunten

A

Van dogmatisch, via methodologisch naar genuanceerd falsificationisme
Dogmatisch falsificationisme
Er was al een vorm van falsificationisme voor Popper. Dit is de versie die Lakatos dogmatisch
falsificationsme noemt. We vinden die o.a. bij Richard B. Braithwaite (zie college 5).
Uitgangspunten:
1. Elke wetenschappelijke theorie is feilbaar. Door waar te nemen geneer je kennis over
de empirische feiten en die kunnen de wetenschappelijke theorieeen weerleggen.
2. De empirische basis is onfeilbaar. Je ziet de feiten zoals ze zijn.
3. Enkel op basis van empirische data kan je een theorie beoordelen.4. Wetenschappelijke groei gaat via het verwerpen van theorie op basis van
(waargenomen) feiten.
Hieruit volgt:
Verschil (a) waarnemingsuitspraken & (b) speculatieve beweringen (metafysische
uitspraken). Een ware uitspraak kan enkel een waarnemingsuitspraak zijn. Je bent terug bij
Wittgenstein I.
Demarcatiecriterium: een wetenschappelijke theorie moet bepaalde waarnemingsuitspraken
verbieden. Bijv. dat je een zwarte zwaan tegen komt.
Maar we weten dat:
Waarneming theoriegeladen is (dus uitgangspunten 2 & 4 zijn onjuist). Hieruit volgt ook:
Uitgangspunt 3 is onwaar: je beoordeelt een theorie precies doordat je een andere theorie
accepteert (namelijk die je gebruikt om waarnemingen te doen). Je vergelijkt de
wetenschappelijke theorie niet met de waarneming.

24
Q

Hoe kunnen we dan een theorie ooit nog verwerpen?

A

Hoe kunnen we dan een theorie ooit nog verwerpen?
Immers waarnemen doe je m.b.v. een theorie – en de vraag is welke is de juiste, die je
gebruikt om waar te nemen, of die op basis van je waarnemingen weerlegd wordt?
Welke theorie is waar als je meent een zwarte zwaan te zien? Die theorie of de theorie die je
nodig hebt om de zwarte zwaan te kunnen zien. Je vergelijkt een wetenschappelijke theorie
met waarnemingstheorie.
Bovendien: je kan blijven immuniseren m.b.v. falsifieerbare hulphypothesen (vb. planetair
wangedrag). Je kunt een hypothese toevoegen die zelf ook weer falsifieerbaar is. Je hebt de
theorie tijdelijk immuun gemaakt (voor deze falsificatie), maar niet voor eens en voor altijd.
De hypotheses worden telkens gefalsifieerd, maar op een gegeven moment kun je het niet
meer geloven (Kuhn: paradigma in crisis).
Dogmatisch falsificationisme is tamelijk naïef.

25
Q

Methodologisch falsificationisme (Popper)

A

Methodologisch falsificationisme (Popper)
1. Neemt de theoriegeladenheid van de waarneming serieus.
2. Ziet in dat de experimenten van de wetenschapper ook theoriegeladen zijn.
Maar
3. Stelt dat de wetenschapper de achtergrondtheorie kan accepteren. Je kunt nog steeds data
generen (dit is een zwarte zwaan) die jouw algemene theorie (alle zwanen zijn wit) falsifieerd.
Of je de zwarte zwaan werkelijk objectief aanneemt, is maar de vraag. Je noemt het een
„empirische basis‟. Je zegt niet langer dat je er zeker van bent dat het een objectief feit is.
Zodat je toch nog
4. Empirische data kan verwerven die eventueel strijdig zijn met de theorie die je onderzoekt
( ≠ de theorie die je gebruikt).

26
Q

conventionele „empirische basis‟

A

Lakatos noemt dit de conventionele „empirische basis‟ (HD: aanhalingstekens zijn van
Lakatos). Dit is nog steeds falsificationisme, want datgene dat niet met de „empirische basis‟
overeenstemt, wordt verworpen. HD: Let op - Verwerping wil hier niet zeggen onwaar, zoals
dat bij dogmatisch falsificationisme is. Je falsifieert je algemene theorie, maar je kunt niet zeggen dat deze onwaar is. Om te zeggen
dat hij onwaar is, moet je er echt zeker van zijn dat dit een zwarte zwaan is, dat dit een
objectief feit is.
Wat is hier mis mee volgens Lakatos?
Elke waarnemingstheorie die we gebruiken is een afspraak:
Hoe willekeurig is die afspraak?

27
Q

Zo werkt het niet:

A

Zo werkt het niet:
Methodologisch falsificationisten zien een wetenschappelijke test als “a two-cornered fight
between theory and experiment so that in the final confrontation only these two face each
other.” (1978b: 31)
Niet theorie vs. empirische basis, maar theorie vs. theorie vs. empirische basis (Cf. Kuhn:
paradigmawisseling vereist een alternatief). Hier komt duidelijk de invloed van Kuhn naar
voren. Het werkt niet zoals Popper het uitlegd. Je hebt een wetenschappelijke theorie en een
alternatieve wetenschappelijke theorie die kan conflicteren met jouw achtergrond theorie. Als
een paradigma in crisis is, kun je deze niet zomaar verlaten, dit kan alleen als je een
alternatief hebt. Volgens Lakatos kun je de theorie past verwerpen zodra je een betere hebt.

28
Q

Genuanceerd falsificationisme

A

Genuanceerd falsificationisme
Je beoordeelt geen losse zinnen, maar een hele theorie.
Een theorie wordt gefalsificeerd indien:
 T‟ een empirische meerinhoud heeft boven T: ze voorspelt nieuwe feiten die
volgens T onwaarschijnlijk of zelfs verboden zijn. De nieuwe theorie voorspelt
meer en andere feiten dan de andere theorie.
 T‟ verklaart het voorgaande succes van T: alle niet-weerlegde inhoud van T is
opgenomen in T‟. Het gaat om meer dan een enkele zin. In de oude theorie zaten ook
goede dingen (succesvolle voorspellingen); een deel van deze theorie was dus een deel
succesvol in het voorspellen. De nieuwe theorie moet kunnen uitleggen waarom de
vorige theorie in bepaalde aspecten succesvol was.
 Een gedeelte van de empirische meerinhoud van T’ wordt bevestigd
(gecorroboreerd). Een aantal voorspellingen van de nieuwe theorie moeten ook
bevestigd worden. Bij de een komen de voorspellingen wel uit, deze theorie is dus
duidelijk beter en deze moet je dan ook kiezen.

29
Q

Lakatos:

A

Lakatos:
 Dit komt overeen met de geschiedenis van de wetenschap (Cf. claims Kuhn).
 Falsificatie van theorieën is mogelijk, waardoor de normativiteit van de wetenschap is
gered. Falsifieerbaarheid is het belangrijkste criterium, maar er zijn bepaalde condities
waaronder je kunt falsifieren.
Vraag: Hoe ziet Lakatos‟ wetenschapsfilosofische en historische theorie er dan uit? Dit ziet
hij anders dan Kuhn. Je kunt een theorie pas falsifieren als je een alternatieve theorie hebt (dit
lijkt op Kuhn). Bij Kuhn is dit geen verbetering, maar bij Lakatos wel.

30
Q

Hoe ziet Lakatos wetenschappelijke verandering?

Onderzoeksprogramma’s

A

Hoe ziet Lakatos wetenschappelijke verandering?
Onderzoeksprogramma’s
Lakatos: er zijn onderzoeksprogramma‟s (≈ paradigma) OP. Wetenschappen werken met een
onderzoeksprogramma‟s met theoretische gehelen.

31
Q

Incommensurabiliteitsthese is onjuist

A

Incommensurabiliteitsthese is onjuist
De wetenschappers uit verschillende OP‟s praten met elkaar. Ze proberen uit te zoeken wie er
gelijk heeft (welke verklaring de beste is). Dit is een rationele vergelijking van theorieën, met
als doel de beste theorie te vinden. Kuhns incommensurabiliteitsthese is dus onjuist.
Dit geeft Lakatos de mogelijkheid om OP‟s in [1] progressieve en [2] degeneratieve OP‟s te
scheiden. Om dat te doen moet je naar heuristiek kijken.

32
Q

heuristiek

A

Heuristiek
Heuristiek = manier om via een methodologische weg een antwoord op problemen te
zoeken. Het zegt wat je wel en niet mag doen.
“The programme consists of methodological rules: some tell us what paths of research to
avoid (negative heuristic), and others what paths to pursue (positive heuristic.)” (1978b: 47)

33
Q

Negatieve heuristiek

A

Negatieve heuristiek
De negatieve heuristiek zegt je wat je niet mag doen. Zo mag je niet de harde kern opgeven.
De negatieve heuristiek impliceert de positieve heuristiek.

34
Q

positieve heuristiek

A

Positieve heuristiek
De positieve heuristiek zegt je wat je wel mag doen. Als je de harde kern niet mag opgeven,
dan zal je (om falsificatie ervan te voorkomen) dus wel aan de gordel moeten sleutelen als een
voorspelling niet uitkomt. Je hebt een netwerk van beweringen; in het midden zitten de
beweringen waar je niet aan mag komen, aan de buitenkant zitten hypothesen. Je gaat aan
deze hypothesen sleutelen. Je probeert de kern te beschermen tegen falsificatie.
Analogie: boerderij met bomen eromheen.

35
Q

Progressieve en degeneratieve OP‟s

A

Progressieve en degeneratieve OP‟s
1. Progressief onderzoeksprogramma: door aanpassing van de gordel wordt de theorie
complexer en krijgt steeds meer empirische meerinhoud (vb. medicijnen). We weten
steeds meer. Wetenschappelijk onderzoeksprogramma.
2. Degeneratief onderzoeksprogramma: door opeenstapeling van ad hoc
hulphypothesen wordt de theorie wel gered, maar dit is niet de manier: dit programma
dient verlaten te worden wanneer een beter alternatief (empirische meerinhoud) zich
aandient (vb. tovenarij). Alles wat je tovert, werkt niet. Je voegt er aan toe wat je wilt,
maar de voorspellingen komen maar niet uit. Pseudo-wetenschap.
Dit lijkt op Kuhn‟s paradigma in crisis. Als je een alternatief hebt, moet je de andere
overstappen.

36
Q

Demarcatie

A

Demarcatie
“But how can one distinguish a scientific progressive programme from a pseudoscientific or
degenerating one?” (1978:5)
Hij geeft een set van demarcatiecriteria.

37
Q

Een progressief programma

A

Een progressief programma
1. Doet meer voorspellingen, die bovendien bevestigd worden.
Marxisme is dus geen wetenschap: “Has, for instance, Marxism ever predicted a stunning
novel fact successfully? Never! All it’s predictions were falsified.” (1978a: 6). Als al je
voorspellingen maar niet uitkomen, dan moet je ook de kern opgeven.
Progressief: positieve evidentie en geen weerlegging. Wel af en toe een probleem dat opgelost
kan worden door aan de gordel te sleutelen. Dit werkt beter dan bij Popper.
Astrologie
Eind college Popper: Astrologie komt de wetenschap binnen als het falsifieerbare uitspraken
doet. Bij Lakatos: Er moet ook een onderzoeksprogramma zijn, dat verlaten wordt als het
degeneratief is (dus vaak onware falsifieerbare voorspellingen doet): dat doet de astrologie
niet. Dus is dat pseudo-wetenschap. Het doet de hele tijd voorspellingen die niet uitkomen.
2. Maar ook: een echt programma (vb. HIV tast immuunsysteem aan, dan weet je hoe je
verder moet zoeken).
M.a.w. we zeggen van een reeks theorieën; een progressief programma dat het
wetenschappelijk is.

38
Q

Rationele tussenpoos

A

Rationele tussenpoos
Om overhaaste falsificatie te voorkomen is er wel een rationele tussenpoos;
Elk onderzoeksprogramma probeert progressief te zijn, maar in het licht van nieuwe
experimentele gegevens zal altijd een bepaald onderzoeksprogramma progressiever zijn dan
een ander.
Je moet een onderzoeksprogramma wel de kans bieden om een volwassen
onderzoeksprogramma te worden. Niet meteen weggooien, omdat de eerste voorspellingen
niet uitkomen.

39
Q

Kuhns kritiek op Lakatos

A

Kuhns kritiek op Lakatos
Is dit nu een normatief alternatief?
Nee, wetenschappers accepteren een theorie en werken daarmee, maar dat is precies de
beschrijving van normal science. De terminologie is anders, maar het komt allemaal op
hetzelfde neer: sleutelen aan de gordel ≡ normal science; degeneratieve fase ≡ crisis.
“Though his terminology is different, his analytic apparatus is as close to mine as it need be:
hard core, work in protective belts, and degenerative phase are close parallels for my
paradigms, normal science and crisis.” (Kuhn: 256)
Dus: de descriptieve visie van Kuhn is hetzelfde (aldus Kuhn): constructivisme en relativisme
lijken onaangetast.
HD: Maar maakt dat wat uit? Daar zat tenslotte impliciet ook een demarcatiecriterium in.

40
Q

conclusie

A

Conclusie
Kuhn en Feyerabend zijn beiden relativisten en constructivisten. Daar is een aantal problemen
mee dat hun positie minstens problematiseert. Lakatos doet een poging om Poppers falsificationisme sterker te maken en slaagt daar volgens velen in, door in effect niet naar één
demarcatiecriterium maar een set van demarcatiecriteria te zoeken. Kuhn stelt dat dit geen
normatief alternatief voor zijn opvattingen is.