hoorcollege 10 Flashcards
Recapitulatie
Recapitulatie
Kennisleer: Wat is de bron van zekere kennis?
Wetenschapsfilosofie: Wat is wetenschap?
Wetenschappelijk realisme: entiteiten die door de wetenschap gepostuleerd worden om de
onzichtbare werkelijkheid te beschrijven bestaan echt.
Pro: Dit maakt van het succes van wetenschap geen mysterie. Dit is het argument van
Putman.
Con (?): We redeneren m.b.v. IBE/IOE, en dat is tot op zekere hoogte onzeker.
Er is geen alternatieve verklaring voor het succes van de wetenschap. Dus voorlopig is het
realisme de beste opvatting.
Je zou kunnen zeggen dat we met Popper, Lakatos en daarna de wetenschappelijk realisten
het idee verlaten hebben dat we naar zekere kennis zoeken (en dat wetenschap dat zou
leveren). Dit neemt de scepticus dus eigenlijk niet serieus. Kunnen we daar voor
argumenteren? Kunnen we er voor argumenteren om de scepticus niet serieus te nemen?
Pragmatisme vs. scepticisme: het vastleggen van overtuigingen
De scepticus
Pragmatisme vs. scepticisme: het vastleggen van overtuigingen
De scepticus
Socrates op het merktplein. “Wat weet je zeker”? “Ik weet niets meer zeker.” Socrates
claimt dan ook dat hij niets zeker weet.
De moderne scepticus Michel de Montaigne stelde dat noch de ratio noch de waarneming tot
zekere kennis leidt. Dat houdt in dat je niets zeker kan weten. En zelfs dat niet: Que-sais-je?
Wat weet ik?
Zekere kennis?
Zekere kennis?
Filosofen als Descartes en Hume probeerden aan te geven dat de ratio (Descartes) en de
ervaring (Hume) de bron van zekere kennis waren. Ze proberen hier dus te breken met de
scepticus, maar dit mislukt.
We hebben gezien dat wetenschap die bron zou zijn (dan vaak ook rationalistisch of
empiristisch geduid). Dit brengt ook problemen met zich mee.
Het is niet gelukt om aan te tonen waar zekere kennis vandaan komt.
Geen zekere kennis?
Geen zekere kennis?
In de beste versie daarvan zien we dat wetenschap falsifieerbaar (want feilbaar) moet zijn (dat
is een eis – zie Popper & Lakatos). Je weet in ieder geval wat niet het geval is.
En dat het succes van wetenschap wel verklaard kan worden, maar enkel door IBE/IOE en dat
kan wel eens the best of a bad lot zijn (ligt dus in het verlengde van wat Popper en Lakatos
zeggen).
Hoe nu verder?
Een eerste vraag
Ter verheldering van waar we nu eigenlijk mee bezig zijn:
1. Wat vraagt de scepticus nu al eeuwen van de epistemologie /
wetenschapsfilosofie?
Hoe nu verder?
Een eerste vraag
Ter verheldering van waar we nu eigenlijk mee bezig zijn:
1. Wat vraagt de scepticus nu al eeuwen van de epistemologie /
wetenschapsfilosofie?
Zekere kennis.
En dan kom je ofwel uit bij [1] Que-sais-je; [2] een minimaal uitgangspunt (Cogito
ergo sum), of [3] bij een antwoord waarop de scepticus kan zeggen: je weet het dus
niet zeker (bijv. bij empirisme, je kunt niet aantonen dat je gewaarworderingen
corresponderen met de werkelijkheid).
We lijken niet voorbij het scepticisme te komen als we zekere kennis willen.
Maar hoe erg is het eigenlijk dat we geen absoluut zekere, onbetwijfelbare kennis
hebben?
Een tweede vraag
Een tweede vraag
2. Aan wat voor kennis heb je wat?
Waarom stellen we de vraag waar kennis vandaan komt?
We willen kennis over de wereld waar we iets mee kunnen. Je moet de wereld kunnen
manipuleren. Je moet kunnen handelen in de wereld waarin je leeft.
HD: Dit is een antwoord dat we bij de pragmatisten zien.
Charles Sanders Peirce (1839-1914)
Charles Sanders Peirce (1839-1914)
Bain’s definition of belief, as “that upon which a man is prepared to act.” From this
definition, pragmatism is scarce more than a corollary[.]”
Een overtuiging is datgene waarop een mens bereid is te handelen. Op basis van je
overtuigingen handel je.
Pragmatisme
Pragmatisme
Een pragmatist koppelt kennis – of beter overtuigingen (beliefs) – dus aan handelen. In een
handeling zie je goed wat iemands overtuigingen zijn. De link tussen wat je denkt en wat je
doet, wordt heel erg sterk.
Dit is duidelijk kritiek op de klassieke opvatting dat kennis zekere kennis moet zijn, zoals we
die o.a. bij Descartes vonden.
Descartes
Peirce gaat strict in tegen Descartes. Descartes was geen scepticus, maar nam wel de methode
van de scepticus over. Descartes nam de scepticus heel serieus door de malin genie ten tonele
te voeren (zijn versie van The Matrix avant la lettre). Het is geen echte twijfel bij Descartes;
de twijfel is een methode om tot het cogito te komen. Als je dan het Cogito accepteert, dan
heb je wel enige zekerheid.
Descartes vervangt vervolgens de methode van de scepticus in zijn eigen rationalistische
methode: Alles wat ik helder & duidelijk (claires & distinctes) inzie is waar.
“In this first knowledge, doubtless, there is nothing that gives me assurance of its truth except
the clear and distinct perception of what I affirm, which would not indeed be sufficient to give
me the assurance that what I say is true, if it could ever happen that anything I thus clearly
and distinctly perceived should prove false; and accordingly it seems to me that I may now
take as a general rule, that all that is very clearly and distinctly apprehended (conceived) is
true.“
Raakt RD zo de malin genie kwijt?
Raakt RD zo de malin genie kwijt?
HD: Nee, daartoe moet hij namelijk helder en duidelijk inzien dat God bestaat en goed is, en
daar kunnen de meeste lezers hem niet volgen, omdat het argument niet goed is.
HD: Blijkbaar is er iets mis met deze methode. Dat is ook wat de pragmatist Peirce meent.
Twijfelde Descartes nu echt? paper en living doubt
Twijfelde Descartes nu echt?
Peirce meent van niet. Hij valt de scepticische methode van Descartes aan. Cartesiaanse
twijfel is paper doubt. De scepticus zelf gebruikt ook paper doubt.
Er is een verschil tussen:
Paper doubt “neppe twijfel”
Ik kan op papier opschrijven (of in PPT): “Ik denk dat jullie niet bestaan. De studenten
die op dit moment in zaal CZ115 zitten, zijn mogelijk slechts deel van een virtuele
realiteit die door een malin genie bedacht is om mij voor de gek te houden.”
HD: Maar twijfel ik nu echt aan jullie bestaan? Nee.
Meditation 1. Descartes:
“I will suppose therefore that not God, who is supremely good and the source of truth,
but rather some malicious demon of the utmost power and cunning has employed all
his energies in order to deceive me. I shall think that the sky, the air, the earth,
colours, shapes, sounds and all external things are merely delusions of dreams which
he has devised to ensnare my judgment. I shall consider myself as not having hands or
eyes, or flesh, or blood or senses, but as falsely believing that I have all these things.”
Descartes probeert alert te zijn en geen onwaarheden te accepteren.
“But this is an arduous undertaking, and a kind of laziness brings me back to normal
life.” (1641: 23/1984: 15)
Living doubt “echte twijfel”: twijfel die oncomfortabel voelt. Deze twijfel is irritant.
Het gaat er dan om dat je niet meer weet wat je moet geloven, waardoor je niet meer
weet wat je moet doen. Als je twijfelt aan je overtuigingen, weet je niet meer hoe je
moet handelen/wat je moet doen. Je wilt dus van de irritatie van de twijfel afkomen,
zodat je weer kan handelen.
M.a.w. je wil je overtuigingen vastleggen (fixation of beliefs), zodat je weer kan
handelen.
Hoe doe je dat?
method of tenacity, method of authority, a apriori method, the method of science zie afbeelding pro en con
Method of tenacity “methode van vasthoudendheid”
Method of tenacity “methode van vasthoudendheid”
Je blijft weg van die dingen die je mogelijk aan het twijfelen brengen (living doubt) –
je bent standvastig. Maar dit is sociaal gezien eigenlijk niet mogelijk: anderen
beïnvloeden jouw opvattingen, wat zou impliceren dat je een kluizenaar zou moeten
worden wil je deze methode gebruiken.
Method of authority
Method of authority
Je gaat ervan uit dat de autoriteiten in een groep weten hoe het zit, en die bevraag je
dan ook niet (het zijn de overtuigingen van een groep). Maar er zijn binnen zo‟n groep
toch altijd mensen die zich afvragen waarom we geloven wat we geloven – je zou toch
best wat anders kunnen geloven? Je kan dan autoriteit niet meer als argument
gebruiken.
A apriori method
A apriori method
Dit is de methode van Descartes. Je gaat (vanwege probleem bij de vorige dus) op
zoek naar die waarheden die onweerlegbaar zijn (als fundament) & bouwt dan daaruit
de rest op. Je probeert a priori je fundament vast te leggen. Maar waarom accepteer je
de ene bewering wel en de andere niet? Zo wordt het volgens Peirce meer iets analoog
aan de ontwikkeling van smaak – het wordt subjectief.