Stoornissen in middelengebruik Flashcards
Drug
Elke andere stof dan voedsel dat ons lichaam of onze geest beïnvloed, zoals alcohol, tabak en cafeïne
Middelenintoxicatie
Cluster van veranderingen in gedrag, emotie, of denken veroorzaakt door middelengebruik (DSM-5)
Stoornissen in middelengebruik
Maladaptieve gedragspatronen en reacties veroorzaakt door herhaaldelijk middelengebruik
Checklist voor stoornis in middelengebruik
- onaangepast patroon van middelengebruik dat leidt tot aanzienlijke beperkingen of stress
- Aanwezigheid van ten minste 2 van de volgende symptomen binnen een periode van een jaar
- De middelen worden vaak gebruikt in grotere hoeveelheden of gedurende een langere periode dan de bedoeling was
- Onsuccesvolle pogingen of aanhoudend verlangen om het middelengebruik te verminderen of onder controle te krijgen
- Veel tijd besteed aan het verkrijgen, gebruiken of herstellen van de effecten van middelengebruik
- Niet-nakomen van belangrijke rolverplichtingen op het werk, op school of thuis als gevolg van herhaaldelijk middelengebruik
- Voortdurend gebruik van middelen ondanks aanhoudende sociale of interpersoonlijke problemen die worden veroorzaakt door het beëindigen of verminderen van belangrijke sociale, beroepsmatige of recreatieve activiteiten als gevolg van het middelengebruik
- Het blijven gebruiken van de middelen in situaties waarin het gebruik lichamelijke risico’s met zich mee brengt
- Het blijven gebruiken van de middelen ondanks het besef dat het een lichamelijk of psychisch probleem veroorzaakt of verergert
- Verlangen naar de middelen
- Tolerantie-effecten
- Ontwenningsverschijnselen
Tolerantie (drugs)
Steeds grotere hoeveelheid drugs nodig hebben om hetzelfde gewenste effect te bereiken
Ontwenningsverschijnselen
Onaangenaam en soms gevaarlijke symptomen die optreden bij het stoppen of afbouwen van drugs
Kalmerende middelen
Vertragen de activiteit van het centrale zenuwstelsel
- vermindert spanning en remming
- kan het beoordelingsvermogen, de motoriek en de concentratie verstoren
–> alcohol, sedatief-hypnotische drugs en opioïden
Alcohol
- 2 miljard mensen drinken
- > 50% VS drinkt
- ethylalcohol –> effect op CZS
- 0,9 promille is intoxicatie
- effecten alcohol verdwijnen pas na vertering
- verhoogt GABA activiteit
- mannen : vrouwen –> 2:1
Stoornis in Alcohol consumptie
- Klinisch beeld
- regelmatig gebruik en afhankelijkheid beïnvloeden cognitie, sociaal leven en werkgerag
- Individuele patronen van alcoholisme variëren
Stoornis in Alcohol consumptie
- tolerantie en ontwenning
- tolerantie verhoogt consumptieverschijnselen
- verscheidenheid aan ontwenningsverschijnselen
–> Delirium Tremens
Persoonlijke en sociale gevolgen alcohol gebruik
- Speelt rol bij zelfmoorden, moorden, aanrandingen, verkrachtingen en ongevallen
- syndroom van Korsakoff
- FAS en miskraam
Sedatief-hypnotische drugs
- anxiolytica
- veroorzaken gevoelens van ontspanning en slaperingheid
- lage dosis = kamerend/verdovend
- hoge dosis = slaapverkkers/hypnotica
- barbiraturen: veel voorgeschreven in de eerste helf van de 20e eeuw
- Benzodiazepine: Verhogen GABA activiteit
Opioïden
- opium, heroïne, morfine en codeïne (natuurlijk) en methadon (synthetisch)
- Narcotica: gerookt, ingeademd, gesnoven of geïnjecteerd
- veroorzaken een centraal zenuwstelsel depressie; drugs hechten zich aan endorfine gerelateerde hersenreceptoren
Heroïne
- Al na een paar weken kunnen gebruikers verstrikt raken in een patroon van misbruik (en vaak afhankelijkheid)
- De tolerantie voor de drug neemt snel toe en de ontwenning treedt op wanneer de inname van de drug stopt
- Vroege ontwenningsverschijnselen zijn angst en rusteloosheid; latere symptomen zijn stuipen, pijn, koorts, overgeven, diarree en gewichtsverlies door uitdroging
- Verhoogde doses zijn nodig om ontwenning te voorkomen
Stoornis in kalmerende middelen
- Heeft invloed op 2,6 miljoen mensen in de VS in een bepaald jaar
- 80% is verslaafd aan pijnstillers; 20% is verslaafd aan heroïne
- Het sterftecijfer ligt 63% hoger dan bij een niet-verslaafde wanneer hij niet behandeld wordt
- Gevaar
- Het meest directe gevaar is een overdosis
- Onwetendheid over tolerantie
- Infectie door vuile naalden en ander materiaal
Stimulerende middelen
- verhogen de activiteit vn het CZS
- hoge bloeddruk, hartslag en alertheid
- snel gedrag en denken
–> cocaïne, amfetaminen en cafeïne
Cocaïne
- Krachtigste bekende natuurlijk stimulerend middel
- Produceert een euforische roes van welzijn
- Verhoogt de aanvoer van dopamine naar de belangrijkste neuronen in de hersenen, evenals het noradrenaline- en serotonineniveau
- Kan worden gesnoven, geïnjecteerd of gerookt
- Geprobeerd door 39 miljoen mensen; momenteel gebruikt door 1.9 miljoen mensen (VS)
- Effecten van hoge doses
- Cocaïne intoxicatie
- Cocaïne-geïnduceerde psychotische stoornis
- Depressie-achtige letdown (ineenstorting)
- Sinds 1984 zijn krachtigere, goedkopere vormen beschikbaar
- Freebasing
- Crack
- Fysieke gevaren
- Overdosis – grootste risico
- Te hoge doses – onderdrukken de ademhalingsfunctie van de hersenen en stoppen de ademhaling
- Hartfalen
- Verhoogde kans op miskraam en op het krijgen van kinderen met afwijkingen