Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards

1
Q

Persoonlijkheidsstoornissen

A

Een blijvend, rigide patroon van innerlijke belevingen en uiterlijke gedrag dat hun zelfgevoel, emotionele ervaringen, doelen, empathievermogen en/of vermogen aantast voor intimiteit beïnvloedt –> extreme karaktertrekken die leider tot significante problemen en psychologisch lijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Clusters van persoonlijkheidsstoornissen

A

Cluster A: vreemd / excentriek
- Paranoïde
- Shizoïde
- Shizotypisch
Cluster B: Dramatisch / emotioneel / impulsief
- Antisociaal
- Borderline
- Histrionisch
- Narcistisch
Cluster C: Angstig / gespannen / grote mate van controle
-Vermijdend
-Afhankelijk
-Obsessief-compulsief (dwangmatig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dimensionele aanpak

A

Elk kenmerk ligt op een continue spectrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Categorische aanpak

A

Je hebt een kenmerk wel of je hebt het niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Checklist voor persoonlijkheidsstoornissen

A
  1. Persoon toont een lange termijn, rigide, en wide-ranging patroon van innerlijke ervaringen en gedrag dat leidt tot dysfunctie in ten minste 2 van de volgende aspecten
    - Cognitie
    - Emotie
    - Sociale interacties
    - Impulsiviteit
  2. Persoonlijk patroon is significant verschillend van de patronen die normaal zijn in de cultuur
  3. Persoon ervaart significante distress of impairment
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cluster A
- Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van wantrouwen en achterdocht waardoor de motieven van anderen als kwaadaardig worden geïnterpreteerd
- Weinig contact met mensen, omdat er geen vertrouwen is
- Herkennen hun eigen fouten niet, slecht met kritiek
- 4.4% van de volwassenen (meer mannen dan vrouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaak paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Psychodynamisch
- Vroege interacties met veelvragende ouders  verwaarlozing en weinig liefde
- Afstandelijke vaders en overcontrolerende, afwijzende moeders
- Zien omgeving als gevaarlijk en vertrouwen niemand
Cognitief
- Maladaptieve aanname: ‘people are evil’ en ‘people will attack you if given the chance’
Biologisch
- Genetische oorzaak –> tweelingstudie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A
  • Weinig in behandeling, aangezien zij zelf niet vinden dat ze hulp nodig hebben
  • Zien zichzelf als onderdanig in behandeling  vertrouwen therapeut niet
  • Cognitieve gedragstherapieën helpen
  • Gedrag: angst reductie en interpersoonlijke probleemoplossing
  • Cognitief: realistischere verwachtingen
  • Anti psychotische medicatie helpt niet veel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cluster A
- Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van afstandelijkheid in sociale relaties en een beperkt scala van emotionele expressie
- Weinig contact met mensen, omdat ze graag alleen willen zijn
- Weinig tonen van emoties
- 3.1% van de populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cluster A
- Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van afstandelijkheid in sociale relaties en een beperkt scala van emotionele expressie
- Weinig contact met mensen, omdat ze graag alleen willen zijn
- Weinig tonen van emoties
- 3.1% van de populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorzaak Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Psychodynamisch
- Onbevredigde behoeft voor menselijk contact
- Onaccepterende/ mishandelende ouders
Cognitief
- Afwijking in denkgedrag
- Vage, lege gedachtes
- Moeite met non verbaal gedrag en emoties van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A
  • Weinig behandeling, door vermijden van menselijk contact
  • Emotioneel onbereikbaar in behandeling
  • Cognitieve gedragstherapie helpt soms
  • Cognitief: nadenken over emoties en herinneringen eraan linken
  • Gedrag: sociale skills aanleren
  • Medicatie helpt bijna niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cluster A
- Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van ongemak en angst in intieme relaties, cognitieve of perceptuele vervormingen, en vreemd en eigenaardig van gedrag
- Ongemakkelijk in sociale situaties, teruggetrokken
- Hebben vreemde ideeën
- Achterdochtig
- Ideas of reference: beliefs that unrelated events pertain to them in some important way
- Bodily illusions: denken dat er andere aanwezigheden zijn
- 3.9% van de volwassenen (net meer mannen dan vrouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oorzaak Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

Grotendeels hetzelfde als Schizofrenie
- Familie conflicten en ouders met psychologische stoornissen
- Problemen met aandacht en kortetermijngeheugen
- Hoge activiteit in dopamine
- Grotere ventrikels en kleinere temporale kwabben, minder grijze stof (genetisch?)
Meeste hebben ook depressie etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling schizotypsiche persoonlijkheidsstoornis

A

Moeilijk te behandelen net als Schizoïde en paranoïde
- Doelen stellen
- Meer sociale contacten
- Persoonlijke gevoelens
- Cognitieve interventies: leren gedachten te evalueren
- Spraakvaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cluster B
- Antisociale persoonsoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van veronachtzaming en schending van de rechten van anderen
- Psychopaten en sociopaten
- Berekend en manipulatief
- Onwaarachtig en onverantwoordelijk
- Meest gelinkt aan crimineel gedrag (na drugs)
- 18+ voor diagnose, maar symptomen kunnen al eerder : wegrennen, dieren of mensen pesten, vandalisme etc.
- Slecht in het behouden van een baan en met geld
- 3.6% van de volwassenen
- Mannen 4:1 vrouwen

17
Q

Oorzaak antisociale persoonlijkheidstoornis

A

Psychodynamisch
- Weinig liefde in de kindertijd en basis vertrouwen
Gedrag
- Gedrag komt door modeling  ouders hebben het vaak ook
- Ouders belonen agressief gedrag
Cognitief
- Belang van anderen is niet belangrijk
- Moeite met het begrijpen van de emoties en het perspectief van andere
Biologisch
- Lagere serotonine levels
- Verminderde functionering in frontale kwabben (vooral prefrontale cortex)
- Minder angst –> belangrijk voor leren van negatieve situaties

18
Q

Behandeling antisociale persoonlijkheidsstoornis

A
  • Ze willen niet behandeld worden, dus behandeling is heel moeilijk
  • Structuur aanbrengen kan helpen met verantwoordelijkheid
19
Q

Cluster B
- Borderline persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van instabiliteit en interpersoonlijke relaties, zelfbeeld en affecten, en uitgesproken impulsiviteit
- Moeite met emotieregulatie (depressie, angst en irritatie)
- Geneigd naar woede en zelfdestructie
- Verlatingsangst
- 75% probeert zelfmoord, 10% is succesvol
- Dramatische identiteit switches
- 5.9% van de populatie (snel-groeiend)
- 75% vrouw

20
Q

Oorzaak borderline persoonlijkheidsstoornis

A

Psychodynamisch
- Ouderlijke relaties
* Laag zelfvertrouwen
* Grotere afhankelijkheid
* Moeite met separatie
* Neglected/rejected en mishandeld  jeugdtrauma
Biologisch
- Overreactieve amygdala
- Onderactieve prefrontale cortex
- Lagere serotonine levels
Biosociaal
- Biologische abnormaliteiten in combinatie met psychodynamische verwaarlozing

21
Q

Behandeling borderline persoonlijkheidsstoornis

A

Psychotherapie
- Goede balans vinden is moeilijk met emotiefluctuatie
Dialectical behavior therapy
- Cognitieve gedragstherapie model
- Humanistische en psychodynamische benaderingen
Medicatie
- Antidepressiva
- Antibipolair
- Anti-anxiety
- Antipsychotisch

22
Q

Cluster B
- Histrionische persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van overmatige emotionaliteit en aandacht zoeken
- Hysterisch –> extreem emotioneel
- Middelpunt van aandacht
- Lijken net alsof ze aan het toneelspelen zijn, steeds een ander personage
- Goedkeuring en lof
- Zelfmoordpogingen voor aandacht en manipulatie
- Meer vrouwen dan mannen
- 1.8% van de volwassenen

23
Q

Oorzaak histrionische persoonlijkheidsstoornis

A

Psychodynamisch
- Kille en controlerende ouders met weinig liefde en angst voor verlating
- Door verlatingsangst dramatisch gedragen  beschermend gedrag nodig
Cognitief
- Minder interesse in wereldkennis, alleen voor zichzelf
- Denken dat ze zelf niks kunnen en hulp nodig hebben
Sociocultureel
- Culturele normen en verwachtingen
- Dramatisch vrouwelijk

24
Q

Behandeling histrionische persoonlijkheidsstoornis

A
  • Weinig behandeling zoeken en moeilijk vanwege tantrums etc.
  • Cognitieve therapie
  • Hulpeloosheid helpen met probleemoplossingen
25
Q

Cluster B
- Narcistische persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van grandioosheid, behoeft aan bewondering, en gebrek aan empathie
- Neigen snel te reageren op woede
- De behoefte hebben om in hoog aanzien te staan
- Autoritair zijn
- Erkenning zoeken
- Weinig empathie
- 6.2% van de volwassenen
- 75% man
- Narcisme is normaal voor tieners en leidt vaak niet naar volwassennarcisme

26
Q

Oorzaak narcistische persoonlijkheidsstoornis

A

Psychodynamisch
- Kille, afwijzende ouders
- Overtuigen zich zo veel van hun waard, dat het hun personaliteit wordt
Cognitieve gedrag
- Mensen worden te positief behandeld in plaats met negativiteit –> constante grandioosheid ervaren
Sociocultureel
- Link tussen narcistische persoonlijkheid en tijdperken van narcisme in de gemeenschap
- Familie waarden en sociale idealen breken  nieuwe groep narcistische mensen
- Vooral in Westerse culturen

27
Q

Behandelingen narcistische persoonlijkheidsstoornis

A
  • Moeilijk te behandelen omdat de patiënten hun zwakte niet kunnen toegeven en behandeling kunnen accepteren/appreciëren
  • Behandeling voor andere stoornissen en therapeut proberen te overtuigen van grandioosheid etc.
    Psychodynamisch
  • Herkennen en verwerken van basis onzekerheden
    Cognitief
  • Focus op het ego-denken en meer denken aan anderen
28
Q

Cluster C
- vermijdende persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van sociale remming, gevoelens van ontoereikendheid, en overgevoeligheid voor negatieve evaluaties
* Constant ongemakkelijk en terughoudend in sociale situaties
* Gevoelens van inadequaatheid
* Extreme gevoeligheid voor negatieve evaluatie
* Heel vergelijkbaar met sociale angst stoornis –. komt bijna altijd samen voor
–> Vermijdende persoonlijkheidsstoornis weerhoudt zich meer van relaties en sociale angst stoornis van situaties

29
Q

Oorzaak vermijdende persoonlijkheidsstoornis

A

Psychodynamisch
- Schaamte uit de kindertijd
Cognitieve gedrag
- Sterke kritiek in kindertijd
Gedrag
- Abnormale sociale skills

30
Q

Behandeling vermijdende persoonlijkheidsstoornis

A
  • Stoppen na een tijdje met therapie uit angst dat de therapeut ze gaat afwijzen
    Psychodynamisch
  • Herkennen en oplossen van onbewuste conflicten
    Cognitief
  • Veranderen van gedachtes en verbeteren zelfbeeld
    Gedrag
  • Sociale vaardigheden
  • exposure therapie
    Groep therapie
  • Oefenen met sociale interacties
31
Q

CLuster C
- afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van onderdanig en aanhankelijk gedrag in verband met een buitensporige behoefte om verzorgd te worden
* Separatie angst
* Zwaar afhankelijk van anderen  niks zelf kunnen beslissen
* Weinig zelfvertrouwen in eigen kunnen
* Stress, eenzaam, verdrietig, laag zelfbeeld
* Risico voor depressie, angst en eetstoornissen (soms suïcidaal)

32
Q

Oorzaken afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

A

Psychodynamisch
- Gelijkend aan depressie
- Onopgeloste conflicten uit de jeugd
- Te weinig of te veel involvement van de ouders
Gedrag
- Clingy gedrag werd onintentioneel beloond in kindertijd
Cognitief
- Maladaptieve gedachtevorming

33
Q

Behandeling afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

A
  • Cliënten leggen de aandacht op de therapeut
  • Doel om aandacht op henzelf te leggen
  • Soms koppel of familie therapie
  • Therapie kan de afhankelijkheid naar de therapeut verschijven
    Cognitieve- gedrag
  • Assertiviteitstraining
  • Afhankelijke gedachten veranderen
    Medicatie
  • Depressiemedicatie kan helpen als er depressie bij betrokken is
34
Q

Cluster C
- Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

A

Patroon van preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme, en controle
Obsessive-compulsive personality disorder
* Te hoge verwachtingen  nooit tevreden
* Rigide en koppig in hun overtuigingen
* Schaars met tijd en geld
* Hebben vaak depressie, GAS en middelengebruik stoornis

35
Q

Oorzaken dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

A

Psychodynamisch
- Gefixeerd in de anale fase
Cognitief
- Zeggen weinig over de oorzaak
- Foutief denken houdt het in stand

36
Q

Behandelijk dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

A
  • Zoeken niet vaak behandeling door de gedachte dat er niks mis is
  • Goede reactie op psychodynamische en cognitieve therapie
    Psychodynamisch
  • Herkennen en accepteren van eigen limieten
    Cognitief
  • Proberen denkgedrag te veranderen