ST Deel 2 : Endocrinologie Flashcards

1
Q

Hoeveel procent van de honden & katten hebben last van overgewicht?

A

50 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer spreken we van overgewicht bij onze huisdieren?

A
  • BCS : 6 - 7

- 10 – 20 % boven ideaal gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer spreken we van obesitas bij onze huisdieren?

A
  • BCS : 8 - 9

- ≥ 30 % boven ideaal gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel procent gewichtsverlies is aan te raden voor een kat?

A

Maximaal 2 % per week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel procent gewichtsverlies is aan te raden voor een hond?

A

Maximaal 3 % per week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke eigenschappen zal het voeder hebben dat we geven aan een dier met overgewicht?

A
  • Lage dichtheid brok
  • Verhoogd vezelgehalte
  • Aangepaste brokvorm
  • Verhoogd eiwitgehalte
  • L – carnitine
  • Chondroïtine & glucosamine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom gaan we verhoogde gehaltes aan essentiële voedingsstoffen in de diëten steken voor onze dieren met overgewicht?

A

Voor tekorten te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom gaan we gebruik maken van een lage energiedichte brok voor dieren met overgewicht?

A
  • Luchtige brok

- Volle etensbak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom gaan we gebruik maken van een verhoogd vezelgehalte in het dieet voor dieren met overgewicht?

A
  • Vergroting volume voeding in de maag
  • Vertraagde maaglediging
  • Verzadigd gevoel dat ook langer aanhoudt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom gaan we gebruik maken van een aangepaste brokvorm in het dieet voor dieren met overgewicht?

A
  • Vertraagt eetsnelheid
  • Bevordert kauwen
  • Bevordert verzadiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom gaan we gebruik maken van een verhoogd eiwitgehalte in het dieet voor dieren met overgewicht?

A
  • Ondersteunt behoud spiermassa
  • Eiwitten leveren minder netto energie dan koolhydraten
  • Draagt bij aan verzadigd gevoel (hond)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom gaan we gebruik maken van L - carnitine in het dieet voor dieren met overgewicht?

A

Helpt energieverbruik te bevorderen (kat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom gaan we gebruik maken van chondroïtine & glucosamine in het dieet voor dieren met overgewicht?

A

Ondersteunen behoud van gezonde gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom zien we problemen in regulatie bloedglucosegehalte bij patiënten met diabetes mellitus?

A
  • Insuline tekort (hond)
  • Insuline functioneert onvoldoende (kat)
  • Cellen niet in staat glucose op te nemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zal er veranderen in de stofwisseling van een patiënt die geen gebruik kan maken van glucose als energiebron?

A

Lichaamsvetten en – eiwitten worden gebruikt als energiebron in plaats van glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de symptomen van een patiënt met diabetes mellitus?

A
  • Gewichtsverlies ondanks goede eetlust

- Polyurie / polydipsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Verklaar polyurie

A

Aandoening waarbij je overmatig moet plassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verklaar polydipsie

A

Overmatig drinken met/of zonder dorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het doel van de nutritionele ondersteuning bij een patiënt met diabetes mellitus?

A
  • Beperken schommelingen in bloedsuikergehalte

- Handhaven stabiel en ideaal lichaamsgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de eigenschappen van het dieet van een patiënt met diabetes mellitus?

A
  • Verlaagd zetmeelgehalte

- Aangepast type en hoeveelheid koolhydraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom zullen we een verlaagd zetmeelgehalte in het dieet doen voor een patiënt met diabetes mellitus?

A

Glucosepiek na de maaltijd lager / verminderen
- Minder variatie in bloedglucosegehalte gedurende de dag

Lichaam moet zelf glucose maken uit eiwitten en vetten (gluconeogenese)
- Betere regulatie van bloedglucosegehalte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarom zullen we een aangepaste hoeveelheid en een aangepast type koolhydraten in het dieet doen voor een patiënt met diabetes mellitus?

A
  • Helpt post – prandiale bloedglucosegehalte te verlagen
  • Laag koolhydraatgehalte / hoog eiwitgehalte
  • Vertraagt maaglediging en verlaagt snelheid van zetmeelafbraak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat bedoelt men met post – prandiale bloedglucosegehalte

A

Postprandiaal wordt ook wel gebruikt als tegenpool van basaal, de ‘normale’ situatie. De term wordt vooral gebruikt in de context van het meten van bloedsuikerspiegels zoals bij diabetes mellitus, na de maaltijd zal de bloedsuikerspiegel anders zijn dan voor de maaltijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke aanvullende eigenschappen kunnen we voorzien in de voeding voor een patiënt met diabetes mellitus?

A
  • Verhoogd gehalte specifieke voedingsvezels
  • Verhoogd eiwitgehalte
  • Arginine
  • Antioxidanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welk gehalte aan specifieke voedingsvezels zullen we gaan verhogen bij patiënt met diabetes mellitus? Waarom?

A

Psyllium : beperkt de opname van glucose door darmcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Waarom zullen we een verhoogd eiwitgehalte in de voeding doen voor een patiënt met diabetes mellitus?

A
  • Behoud spiermassa

- Verhogen smakelijkheid van de voeding (kat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Waarom zullen we arginine in de voeding doen voor een patiënt met diabetes mellitus?

A

Ondersteunt functie pancreas bij optimaliseren insulineproductie

28
Q

Waarom zullen we anti – oxidanten in de voeding doen voor een patiënt met diabetes mellitus?

A

Helpen te beschermen tegen schadelijke effecten van vrije radicalen

29
Q

Welke enzymen gaat de endocriene pancreas produceren?

A
  • Insuline
  • Glucagon
  • Somatostatine
  • Pancreaspolypeptide
30
Q

Wat doet somatostatine?

A

Het zorgt voor de controle vrijstelling insuline en glucagon

31
Q

Wat doet pancreaspolypeptide?

A

Het kan de samentrekking van de galblaas & exocriene secretie van de pancreas remmen

32
Q

Verklaar glycogenolyse

A

De ontleding van glycogeen tot glucose (in het lichaam en in de lever)

33
Q

Verklaar gluconeogenese

A

Vorming van glucose uit eiwitten en vetten onder invloed van cortisol uit de bijnierschors

34
Q

Verklaar glucagon

A

Bloedsuiker verhogende werking door glycogenolyse

35
Q

Waarvoor staat diabetes mellitus?

A
  • Diabetes : doorstromen (overmatig plassen - polyurie)

- honingzoete urine

36
Q

Waarvoor staat insipidus

A

Smaakloze urine

37
Q

Wat zijn enkele algemeenheden over diabetes mellitus?

A
  • Stoornis in koolhydraat – metabolisme
  • Veroorzaakt door insulinetekort (teveel glucose in het bloed)
  • Ook stoornissen in vet – en eiwitmetabolisme
38
Q

Wat is type 1 diabetes?

A

Bèta cellen in de pancreas door het eigen lichaam vernietigd : hierdoor wordt er geen of te weinig insuline geproduceerd

Deze aandoening komt het meest voor bij honden

39
Q

Wat is type 2 diabetes?

A

Slechte reactie van lichaamscellen op insuline : dit zien we bijvoorbeeld bij katten met overgewicht. Ook (langdurig) corticosteroïden gebruik kan diabetes veroorzaken. Bij honden zien we deze vorm van suikerziekte ontstaan na de loopsheid door hormoonproblemen.

Deze aandoening zien we het meest bij katten

40
Q

Welke aandoeningen bedoelen we als we spreken over de primaire pancreasaandoening?

A

Bij de endocriene pancreas zien we volgende 2 aandoeningen :

  • Auto – immune vernietiging van de eilandjes : hond (zeldzaam)
  • Amyloïdose (eiwitafzetting) van de eilandjes : kat
41
Q

Hoe krijgt een dier / patiënt secundaire diabetes mellitus?

A

Door overproductie van antagoniserende hormonen

Medicatie

Obesitas

42
Q

Hoe kan een dier een overmaat aan groeihormoon krijgen?

A

Tijdens de luteale fase van de cyclus van de teef : progesteron
- Synthese groeihormoon in de melklieren

Toediening progesteron (onderdrukking oestrus,…) : bij kat en hond
- Synthese groeihormoon

Neoplasie hypothalamus of hypofyse

43
Q

Hoe kan een dier een overmaat aan glucocorticoïden krijgen?

A
  • Door toediening

- Cushing syndroom

44
Q

Door welke antagoniserende hormonen kan een dier diabetes mellitus krijgen?

A
  • Groeihormoon

- Glucocorticoïden

45
Q

Bespreek hoe een dier door overproductie van antagoniserende hormonen diabetes mellitus zou kunnen krijgen.

A

Progesteron geïnduceerde groeihormoon overproductie

  • Insulineresistentie
  • Hond

Hypofyse geïnduceerde groeihormoon overproductie
- Kat

Hyperadrenocorticisme

  • Cushing
  • Teef + reu
46
Q

Bespreek hoe een dier door medicatie diabetes mellitus zou kunnen krijgen.

A

Glucocorticoïden (vooral de langwerkende) : toename gluconeogenese + insulineresistentie
- Hyperglycemie

Progesteron
- Groeihormoon overproductie : hond

Progesteron
- Glucocorticoïd effect : kat

Of combinatiebehandeling cortisone + progesteron
- Vermijden

47
Q

Bespreek hoe een dier door medicatie diabetes mellitus zou kunnen krijgen.

A

Gevoeligheid van de insulinereceptoren daalt

Dit leidt tot insulineresistentie
- Wanneer er voldoende insuline geproduceerd wordt, maar de glucose niet in de cel kan

Deze dieren verhoogde behoefte aan insuline : β cellen → uitgeput + verlies

  • Meer glucose geproduceerd via andere wegen
  • Nog grotere stijging van glucose in bloed : diabetes mellitus
48
Q

Wat zijn de gevolgen van extracellulair glucosevocht ?

A
  • Glucosurie (hoge concentratie glucose in bloed)
  • Hypertoon plasma (plasma met hoge concentratie, in dit geval glucose)
  • Langdurige Hyperglycemie
  • Overschot aan eiwitten
49
Q

Wat zijn de gevolgen van glucosurie?

A

Polyurie (overmatig plassen)

Osmotische diurese

  • Hyponatremie ((te weinig natrium in bloed)
  • Hypokalemie (te weinig kalium in bloed)
  • Hypofosfatemie ( te weinig fosfaten in bloed)
50
Q

Wat is een gevolg van hypokalemie?

A

Spierzwakte

51
Q

Wat zijn de gevolgen van hypertoon plasma ?

A

Dehydratie in de cellen

  • Hyperglycemisch (opstapeling van glucose in het bloed met een hoge bloedsuikerwaarde als gevolg)
  • Hoog glucosegehalte in het bloed : coma
52
Q

Wat zijn de gevolgen van langdurige hyperglycemie ?

A

Aantasting / verharding bloedvaatjes

53
Q

Wat zijn de gevolgen van een overschot aan eiwitten?

A

Cataract : vertroebeling

Ziekte van het netvlies
- Retina : retinopathie

Zenuwaandoeningen : neuropathie

54
Q

Bespreek hoe cataract (vertroebeling) ontstaat ten gevolge van een overschoot aan eiwitten dat veroorzaakt wordt door diabetes mellitus.

A
  • Lensopstapeling suikers + vocht in lensvezels
  • Lensvezels zwellen + scheuren
  • Lensvezels verliezen hun transparantie : cataract
  • Frequent te zien
55
Q

Bespreek hoe een ziekte van het netvlies ontstaat ten gevolge van een overschoot aan eiwitten dat veroorzaakt wordt door diabetes mellitus.

A
  • Aantasting van de bloedvaatjes van het oog
  • Te zien na onderzoek met oftalmoscoop
  • Minder frequent
56
Q

Bespreek hoe neuropathie ontstaat ten gevolge van een overschoot aan eiwitten dat veroorzaakt wordt door diabetes mellitus.

A

Zenuwvezels die naar de spieren, de huid en de organen gaan voor gevoel en beweging : gaan aftakelen

  • Spieren verzwakken
  • Plantigrade stand
  • Minder frequent
57
Q

Verklaar retinopathie.

A

Beschadiging aan het netvlies door afwijkende of lekkende bloedvaatjes

58
Q

Wat zijn de gevolgen van een intracellulair tekort aan glucose?

A

Toename van de lipolyse

Diabetes keto - acidose : spoed
- Hyperglycemie, uremie, hypokalemie, polyurie, acidose, ketonurie, dehydratatie,..

Toename gluconeogenese

59
Q

Wat zijn de gevolgen van een toename van lipolyse ten gevolge van een tekort aan intracellulaire glucose?

A

Doordat het lichaam op zoek is naar energie maar geen glucose meer kan gebruiken omdat er een gebrek is aan insuline zal de lipolyse gestart worden.
Deze zal triglyceriden omzetten tot vetzuren & glycerol.
Deze vetzuren zullen bijvoorbeeld voor de spieren dienen als energie.

De lever zal de door het tekort aan glucose de overmaat aan vetten niet verwerkt krijgen. Hierdoor zal de leven de aangevoerde vetten omzetten naar ketonen.

Ketonen zijn schadelijke stoffen, wanneer ze in het bloed komen zullen ze zorgen voor een verzuring van de weefsels : een acidose

Een keto acidose zal de lichaamscellen gaan beschadigen en zal zorgen voor een zure fruit mondgeur.

60
Q

Wat zijn de symptomen van een keto - acidose?

A

Gewichtsverlies

Ketonemie

  • Ketonurie (aanwezigheid van ketolichamen in urine)
  • Acidose ( pH bloed lager dan 7.35)
  • Ketoacidotisch coma

Hyperlipemie (fatty liver)

61
Q

Wat is het verschil tussen een ketose en een keto - acidose?

A

Ketose

  • Lage ketone waarde in bloed
  • Natuurlijke functie lichaam
  • Veilige stofwisseling binnen een ketogeen of koolhydraatarm dieet

Keto - acidose

  • Enorm hoge ketonwaarde in het bloed
  • Komt voor bij diabetici bij insulinetekort, bij overmatig alcoholgebruik
  • Kan bloed verzuren, ernstige gevolgen indien er geen behandeling plaats vindt
62
Q

wat is ons stappenplan als we een patiënt binnen krijgen met een diabetes keto - acidose?

A
  1. Vloeistoftherapie
  2. Insuline
  3. Symptomatische ondersteuning
  4. Bicarbonaat
  5. Monitoring
63
Q

Waarom gaan we bij een patiënt die binnenkomt met een diabetes keto - acidose eerst vloeistoftherapie geven? Waarom geven we niet eerst insuline?

A

Vochttoediening is belangrijker dan insuline toediening

  • Rehydratatie
  • Stopt lipolyse van de weefsels
  • Stimuleert de eliminatie van ketonen via de diurese
64
Q

Wat zijn de gevolgen van een toename van de gluconeogenese ten gevolge van een tekort aan intracellulaire glucose?

A

Doordat het lichaam op zoek is naar glucose maar deze niet kan halen uit koolhydraatbronnen, zal de gluconeogenese gestart worden om glucose te maken uit eiwitten & vetten.

Door een afname van de eiwitsynthese :

  • Zwakte, gewichtsverlies
  • Slechte wondheling
  • Verhoogde gevoeligheid voor infecties
65
Q

Welke types van diabetes mellitus hebben we bij onze huisdieren? Bespreek deze kort (met enkele woorden)

A

Type 1 Diabetes mellitus : Onvoldoende insuline productie

  • De meeste honden
  • (sommige katten)
  • Altijd nood aan insulinetherapie

Type 2 Diabetes mellitus : Lichaam reageert niet op insuline

  • Komt het meeste voor bij katten (obesitas,…)
  • Raspredispositie : Burmees
  • Insulineresistentie en β cel dysfunctie
  • Vaak ook behoefte aan insuline

Type 3 Diabetes mellitus (ook secundaire diabetes mellitus)

  • Daling van insulinesecretie of gewijzigde werking van insuline
  • (cortisol, groeihormoon,…)
66
Q

Bespreek het voorkomen van diabetes mellitus bij honden.

A
  • Middelbare leeftijd
  • Voornamelijk vrouwelijke honden (endo + exogeen progesteron)
  • Mannelijke honden (Cushing)

Genetische factoren

  • Bepaalde rassen hoger risico : Cocker spaniël, de King Charles spaniël, Teckel, de Miniatuurpoedel, Terriërs, Schnauzers, Beagles, de Samoyeed, en de Rottweiler
  • Diabetes wordt ook vaker gezien in bepaalde lijnen : familiale predispositie