AV DEEL 2 : Pathologie spijsverteringsstelsel grote huisdieren Flashcards

1
Q

Wat kunnen de oorzaken zijn voor een slokdarmobstructie bij een paard?

A

Meestal niet door te grote voedselbrokken of vreemde voorwerpen maar door opname droge pulp, te gulzig eten krachtvoer of droge luzerne (weinig kauwen → minder speeksel)

  • Voedselopname bij sterk gedehydrateerde paarden
  • Eventueel door afwijkingen slokdarm : stenose, divertikel, stoornissen in motiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de symptomen van een slokdarmobstructie bij een paard?

A
  • Plots stoppen met eten
  • Onrust en kolieksymptomen
  • Strekken van kop en hals
  • Alimentaire neusvloei
  • Hoesten, kokhalzen
  • Soms kan in de linker jugularisgroeve een opzetting gepalpeerd worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kunnen we een slokdamrobstructie bij een paard diagnosticeren?

A
  • Symptomen

- Sondage maag onmogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de prognose van een slokdarmobstructie bij een paard?

A
  • Kan na enkele uren spontaan herstellen (voornamelijk bij te veel krachtvoer)
  • Indien langer aanwezig (1 tot meerdere dagen) mogelijks slokdarmletsels en verslikkingspneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zullen we een slokdarmobstructie bij een paard gaan behandelen?

A
  • Sedatie (kop laag) + spasmolyticum
  • Uitspoelen met neusslokdarmsonde (kan tijdje duren)
  • 12 à 24 u enkel water : vervolgens langzaam terug voederen
  • Bij risico pneumonie ook antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de preventie voor een slokdarmobstructie bij een paard?

A
  • Pulp altijd weken !

- Traag eten : steen of liksteen in voederbak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een gastritis?

A

Een langdurige / chronische ontsteking van het maagslijmvlies aan de binnenkant van de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de oorzaken van een gastritis?

A
  • Niet volledig gekend
  • Ziekte, stress, dehydratatie, NSAID’s
  • Onregelmatig voederen of te weinig ruwe vezels met veel krachtvoer (paard produceert meer HCl)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de symptomen van een gastritis?

A

Vaag bij volwassen dieren
- Minder eetlust, af en toe lichte koliek, geeuwen, minder goede conditie, vermageren

Veulens

  • Anorexie, koliek, speekselen, tandenknarsen
  • Soms evolutie naar perforerend ulcus met fatale peritonitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen we een gastritis diagnosticeren?

A
  • Diagnostische behandeling

- Gastroscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet de behandeling van gastritis eruit?

A
  • 3 à 4 weken maagzuurremmers

- Klinisch effect meestal snel maar voldoende lang behandelen of recidieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef enkele algemeenheden van koliek.

A

Synoniem voor ‘buikpijn’ : meestal darmprobleem maar niet uitsluitend.

Andere mogelijke oorzaken zijn onder andere

  • Geslachtsstelsel : torsio uteri, ovariumtumoren
  • Urinair stelsel : nier – of blaasstenen, cystitis
  • Abdominale massa’s : tumoren, abcessen, cysten
  • Lever : galstenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de symptomen van koliek?

A
  • Niet eten
  • Naar buikstreek kijken en/of stampen
  • In de grond krabben
  • Niet mesten
  • Onrust, zweten, rollen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn predisponerende factoren die een paard heeft om koliek te krijgen?

A
  • Veel losliggende delen spijsverteringsstelsel
  • Verschillende overgangen van breed naar smal en omgekeerd
  • Grote invloed van psyche op autonoom zenuwstelsel dat motiliteit SVS regelt
  • Invloed : veranderingen in rantsoen, omgeving, arbeid, hoog energetische voeding, slecht ontwormen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de prevalente van de paarden die koliek krijgen?

A
  • 0,15 tot 0,25 % kans per paard per jaar

- 7 % kolieken vereist chirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de verschillende onderzoeken die we kunnen doen bij een klinisch onderzoek voor koliek bij een paard?

A
  • Signalement + anamnese belangrijk
  • Algemeenheden
  • Onderzoek abdomen
  • Rectaal onderzoek
  • Maagsonde
  • Echografie
  • Bloedonderzoek
  • Buikpunctie
  • Buikvocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bespreek de behandeling die zal gevolgd worden bij een paard met koliek.

A

Indien geen duidelijke tekenen aanwezig van ernstige koliek aanwezig → pijnbestrijding om onderscheid tussen voorbijgaande spastische koliek en ergere oorzaken. Symptomen terug na 1 à 2u → hercontrole

Voornamelijk spasmolytica en NSAID’s
- Vet sedativa bij ernstige gevallen omwille van veiligheid

Pijnbestrijding nodig omwille van veiligheid, dierenwelzijn en medische redenen
- Pijn geeft effect op motiliteit, situatie kan verergeren bijvoorbeeld door rollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van koliek?

A
  1. Spastische koliek
  2. Paralytische ileus
  3. Darmmeteorisme
  4. Obstipatie dikke darm
  5. Obstipatie dunne darm
  6. Strangulatie dunne darm
  7. Strangulatie dikke darm
  8. Colonverplaatsing
  9. Trombotisch-embolische koliek
  10. Gastro – duodenitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bespreek spatische koliek.

A
  • Meest voorkomend
  • Meestal spontaan herstel of herstel na spasmolyticum
  • Oorzaak : digestiestoornis, koud water, psychisch
  • Klinisch : meestal weinig afwijkingen, soms borborygmi ++
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Geef de algemeenheden van paralytische ileus.

A
  • Kan optreden bij digestiestoornissen, bij beginnende enteritis, bij peritonitis, na buikoperaties,…, bij alles wat pijnprikkels naar het maagdarmstelsel kan sturen
  • Algemene toestand kan verslechterd zijn
  • Kan levensbedreigend worden bij langdurige en erge stase (reflux kan hierbij ook optreden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Geef de symptomen van paralytische ileus.

A

Symptomen meestal niet zo uitgesproken, eerder depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de behandeling van paralytische ileus?

A
  • Onderliggende oorzaak wegnemen, prokinetica en algemene ondersteuning
  • Infuus, maagsondage, pijnbestrijding,…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Geef de algemeenheden van darmmeteorisme.

A

Accumulatie van gas in de darmen

- Veralgemeend of enkel in dunne darm of in dikke darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de oorzaak van darmmeteorisme?

A

Meestal een digestiestoornis

- Te veel eten, verandering van eten, resorptie stoornissen,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn de symptomen van darmmeteorisme?

A

Symptomen zijn afhankelijk van de graad van tympanie meer of minder uitgesproken
- Hetzelfde voor de invloed op de algemene toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Verklaar tympanie

A

De medische term voor trommelzucht ofwel een gasbuik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Geef de behandeling van darmmeteorisme.

A
  • Bij matige distentie kunnen spasmolytica : pijnstillers en olie helpen
  • Bij erge distentie kan punctie (caecum) of chirurgie nodig zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Geef de algemeenheden voor een obstipatie van de dikke darm

A
  • Meest voorkomende obstipatie is obstipatie van de flexura pelvina
  • Algemene toestand blijft goed (pols 40 – 60)
  • Koliek is matig tot erg en meestal intermitterend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de flexura pelvina?

A

Dit is een draai of bocht in de colon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is de oorzaak van een obstipatie van de dikke darm?

A

Meestal opname van te vezelrijk voedsel, slecht kauwen, stresstoestanden, plotse vermindering van arbeidsniveau,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Waarvoor staat ROZ?

A

Harde worstvormige massa links caudaal

32
Q

Hoe gaan we een obstipatie van de dikke darm behandelen?

A
  • Opgieten van laxativa
  • Toedienen van spasmolytica

Bij resistente obstipaties : perorale vochttherapie

  • 2 - 3 keer per dag vocht opgieten
  • Elektrolyten
  • Maximaal 7 - 10 liter per keer
33
Q

Welke “soorten” obstipaties zijn er van de dunne darm ?

A

Duodenum of jejunum

Ileum

34
Q

Bespreek de obstipatie van de dunne darm van het deel van het duodenum of jejunum

A

Relatief zelden, gevolg van een strictuur , vergroeiingen of opname van slecht verteerbaar materiaal. Meestal erge koliek, eventueel reflux, opgezette dunne darmen en later een verslechtering van de algemene toestand. De diagnose wordt meestal bij laparotomie gesteld, de behandeling is chirurgisch

35
Q

Bespreek de obstipatie van de dunne darm van het deel van het ileum

A

Dezelfde symptomen als de obstipatie van het duodenum, oorzaak ook nutritioneel, eventueel lintworminfecties. De diagnose kan soms gesteld worden bij rectaal onderzoek waarbij het ileum als een harde worst kan gepalpeerd worden dwars in het abdomen. De behandeling is chirurgisch

36
Q

Geef de algemeenheden van de strangulatie van de dunne darm.

A
  • Kan ontstaan door beklemming in een bestaande opening (foramen) : bijvoorbeeld de navel
  • Kan ook ontstaan door afklemming rond bindweefselstrengen : aangeboren of na een operatie
  • Kan zich ook rond zichzelf stranguleren
37
Q

Geef het klinisch beeld van een strangulatie van de dunne darm.

A
  • Acute en erge koliek met opgezette dundarmen bij rectaal en echografisch onderzoek
  • Reflux bij proximale of langdurige obstructies
  • Vlugge achteruitgang van de algemene toestand vooral wanneer er necrose van de afgesnoerde segmenten optreedt
38
Q

Hoe zullen we een strangulatie van de dunne darm gaan behandelen?

A

Chirurgisch en liefst zo vlug mogelijk

  • De resultaten zijn ongeveer 50 % op korte termijn (terug naar huis)
  • 40 – 45 % op lange termijn (overlevenden na een jaar)
39
Q

Geef de algemeenheden van de strangulatie van de dikke darm.

A
  • Lengteasdraaiing van het colon, vaak ook colontorsie genoemd
  • Afhankelijk van de graad van asdraaiing (90°, 360° tot 720°) en van de plaats waar de draaiing optreedt
  • Meestal erge vorm van koliek met slechte behandelingsresultaten (chirurgie) door het snel optreden van letsels aan de colonwand en mucosa : vaak ook postoperatieve complicaties
40
Q

Geef de algemeenheden van de colonverplaatsing.

A

Meerdere mogelijke oorzaken

  • Retroflexie flexura pelvina
  • Invaginatie
  • Milt – nierband (LDDLC)
  • Rechtsverplaatsing linkercolon

Beeld van milde tot acute zeer erge koliek
Behandeling afhankelijk van symptomen : gaande van spasmolytica tot bewegen tot chirurgie

41
Q

Waarvoor staat LDDLC?

A

Left dorsal displacement large colon

42
Q

Wat is het klinisch beeld van LDDLC?

A

Klinisch beeld dat varieert van symptomen van obstipatie tot acute strangulatie. De algemene toestand varieert naargelang de mate van afsnoering. Soms is er een lichte zwelling te zien te hoogte van de laatste ribben aan de linker zijde, soms is er een algemene tympanie van het abdomen (colon en vooral caecum opgezet). Reflux mogelijk.

43
Q

Hoe kunnen we LDDLC diagnosticeren?

A

Diagnose door rectaal onderzoek en echografie

- Verdwijnen van de linker nier op echo door de aanwezigheid van het colon

44
Q

Geef de behandeling van LDDLC.

A
  • Milde koliek zonder gasvorming : conservatief (spasmolytica, rondwandelen, …)
  • Milde gasvorming en ergere koliek : rollen onder anaesthesie
  • Erge tympanie en eventueel reflux : chirurgisch of rollen na decompressie (caecumpunctie)
45
Q

Wie / wat veroorzaakt trombotische – embolische koliek

A

Wordt veroorzaakt door trombi die vrijkomen uit de ontsteking van de arteria mesenterica cranialis bij Strongylus vulgaris infectie

46
Q

Geef enkele algemeenheden van trombotische – embolische koliek

A
  • Vaak een beeld van progressief toenemende intermitterende koliek bij dieren die vermageren
  • Afhankelijk van de grootte van de emboli kunnen beperkte zones van de darm aangetast zijn die opnieuw bevloeid raken via collateraal circulatie of kunnen er grotere stukken darm zonder perfusie raken met necrose en peritonitis tot gevolg
  • Afhankelijk van de uitgebreidheid van de letsels zal de behandeling variëren van symptomatisch plus ontworming over darmresectie tot euthanasie
47
Q

Wat is gastro – duodenitis?

A

Hemorrhagisch necrotiserende ontsteking ter hoogte van maag en vooral ter hoogte van duodenum

  • De etiologie is onbekend, maar mogelijk clostridiuminfectie
  • Vooral bij paarden op een krachtvoeder rijk rantsoen
48
Q

Wat zijn de symptomen van gastro – duodenitis?

A

Symptomen zullen acuut optreden

  • Vrij weinig kolieksymptomen
  • De dieren zijn vooral depressief
  • Lichte koorts (38.5-39°)
  • Veel reflux, die soms hemorrhagisch is
  • Bij echo worden craniaal licht tot matig opgezette dunne darmen gevonden
49
Q

Hoe kunnen we een diagnose stellen van gastro – duodenitis?

A

Differentiaaldiagnose met een strangulerend of obstructief dundarmproces is moeilijk
- Berust vooral op de milde koliek, de reflux, de depressie en de koorts

50
Q

Geef de behandeling van gastro – duodenitis.

A
  • Conservatief (sondage, prokinetica, infuus, NSAID)

- Chirurgisch (leegmaken van de dundarmen, gevolgd door symptomatische therapie)

51
Q

Bespreek de algemene koliekpatiënt.

A
  • Probeer in afwachting van dierenarts zoveel mogelijk met het dier te stappen
  • Laat een dier met erge koliek niet in de stal : risico op extra verwondingen
  • Zeer regelmatige monitoring na chirurgie : pols, Ademhaling, Temperatuur, mucosae, wonde, reflux (blijfsonde)
  • Preventie laminitis : koelen, NSAID, straal ondersteunen
52
Q

Wat zijn de gekende complicaties van koliek?

A
  • Hypovolemische shock
  • Maagruptuur
  • Darmruptuur / lekkage : peritonitis
  • Endotoxemie : laminitis, DIS
  • Postoperatieve ileus
  • Wondproblemen na chirurgie
53
Q

Verklaar endotoxemie.

A

Het komen van ongewilde / toxische stofjes in het bloed ten gevolge van een verlaagde darmbarrière

54
Q

Wat zijn de oorzaken van een slokdarmobstructie bij een rund?

A
  • Bijna altijd te grote voedselbrokken zoals (aard)appel, biet, …
  • Door uitrekking slokdarm : verhoging tonus (brok komt nog vaster te zitten)
55
Q

Geef de symptomen van een slokdarmobstructie bij een rund.

A
  • Plots stoppen met eten
  • Speekselvloei
  • Onrust
  • Strekken van kop en hals
  • Uitgesproken hoesten + braakneigingen
  • Afhankelijk van maaginhoud soms zeer snel typanie
56
Q

Hoe kunnen we de diagnose van een slokdarmobstructie stellen bij een rund?

A

Symptomen, sondage, endoscopie

57
Q

Wat is de behandeling van een slokdarmobstructie bij een rund?

A
  • Sedatie
  • Doorduwen via sonde
  • Indien nodig penspunctie
  • Vasten, antibiotica
58
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van een slokdarmobstructie bij een rund?

A
  • Plotse omschakeling naar hoog – energetisch rantsoen

- Overmatige opname van snel vergistbaar voeder : krachtvoeder, fruit, granen, brood, suikerbieten

59
Q

Geef de pathogenese van acute pensacidose bij herkauwers.

A
  • Verhoogde productie vluchtige vetzuren : pH daalt
  • Bij gedaalde pH remming ciliaten + gram – en toename S. bovis : productie endotoxines
  • Bij verdere daling pH : daling pensmotiliteit, stijging productie melkzuur (aantasting van de penswand)
  • Stijging osmolariteit pens : influx vocht (gevolg is dehydratatie)
60
Q

Geef de symptomen van acute pensacidose bij herkauwers.

A

Mild : ‘indigestie’

  • Diarree met onverteerde granen
  • Herstel na enkele dagen

Erg : dehydratatie, uitgezette + onbeweeglijke pens
- Erge acidose : shock + erge depressie → sterfte

Indien overleven vaak langdurige gevolgen : chronische verteringsproblemen, leverabcessen, klauwbevangenheid

61
Q

Hoe kunnen we acute pensacidose bij herkauwers diagnosticeren?

A
  • Anamnese
  • Symptomen
  • Onderzoek pensvocht
  • pH – bepaling
62
Q

Geef de behandeling van de acute pensacidose bij herkauwers.

A
  • Verwijderen abnormale inhoud via sondage + afhevelen of rumenotomie (en spoelen met lauw water)
  • Inhoud verdunnen met water
  • Neutraliseren inhoud (Bicarbonaat)
  • Transfaunatie van gezond pensvocht
  • Antibiotica tegen sepsis
  • Shock behandelen door middel van infuus
63
Q

Waarvoor staat TRP ?

A

Traumatische reticuloperitonitis : het scherp

64
Q

Wat zijn de oorzaken van traumatische reticuloperitonitis?

A

Penetratie netmaag door vreemd voorwerp

  • Koeien minder selectief dan kleine herkauwers bij voederopname
  • Meestal metalen voorwerpen : 5 tot 15 cm
  • Perforatie meer voorkomend naar einde dracht toe (grotere druk)

Lokale of algemene peritonitis

Vreemd voorwerp kan blijven zitten, migreren of terug in pens terechtkomen

65
Q

Geef de symptomen van traumatische reticuloperitonitis.

A

Afhankelijk van situatie, soms vaag

  • Pijn, koorts, stijve gang, verhoogde buikspanning, kreunen, positieve pijnproeven
66
Q

Bij een traumatische reticuloperitonitis kunnen er verschillende evoluties optreden. Bespreek deze.

A
  • Spontaan herstel met lichte vergroeiingen
  • Chronisch lokale peritonitis / abcesvorming (verlies eetlust
  • Veralgemeende peritonitis met sepsis
  • Complicaties : ontsteking longvlies, pericarditis
67
Q

Hoe kunnen we een diagnose stellen van traumatische reticuloperitonitis?

A
  • Symptomen, chronisch ontstekingsbeeld (bloed), pijnproeven, RX/echo
68
Q

Geef de behandeling van een traumatische reticuloperitonitis.

A
  • Acuut : antibiotica, NSAID, rumenotomie
  • chronisch : ?
  • Preventie : magneet opschieten, orde en netheid
69
Q

Wat zijn de oorzaken van een lebmaagdilatatie?

A

Multifactorieel

  • Verminderde gastro intestinale motiliteit
  • Postpartum lege buik (zeker indien ook minder pensvolume door minder grote opname)
  • Overproductie vluchtige vetzuren door te veel krachtvoer (onvoldoende gewenning + te weinig ruwe vezels)
70
Q

Waarvoor staat LDL / LDR ?

A

Lebmaagdilatatie

71
Q

Waar zien we de meeste lebmaagdilataties?

A
  • Voornamelijk melkvee (95%)
  • 90 % binnen 6 – 8 weken postpartum
  • 90 % stalstand
72
Q

Wat zijn de symptomen ven een lebmaagdilatatie?

A

Daling

  • Eetlust (krachtvoer)
  • Melkgifte (30 – 50 %)
  • Pensmotiliteit + minder herkauwen

Verdere symptomen

  • Opzetting Linker – flank + pinggeluiden
  • Rectaal voelbaar
73
Q

Geef de behandeling van een lebmaagdilatatie.

A

Voornamelijk chirurgisch, via laparotomie of laparoscopie
- Vroeger ook rollen + blinde gastropexie (houtje touwtje) : risico

Evacuatie gas + gastropexie

Zeer goede resultaten indien snel en geen complicaties (>80%)

74
Q

Hoe krijgen we een darminvaginatie?

A

Komt af en toe voor bij jonge kalveren ten gevolge van hypermotiliteit en verminderde coördinatie bij enteritis

75
Q

Wat zijn de symptomen van een darminvaginatie?

A
  • Pijn (valt weg na 12 – 24 u door necrose darm)
  • Vertraging tot stilvallen mestpassage
  • Accumulatie vocht in darmen : dehydratatie (SHOCK)
  • Eventueel peritonitis
76
Q

Hoe kunnen we een darminvaginatie diagnosticeren?

A

Symptomen, echografie

77
Q

Hoe kunnen we een darminvaginatie gaan behandelen?

A
  • Shock behandelen / stabiliseren

- Laparotomie met resectie