ST Deel 1 : Inleiding Flashcards

1
Q

Hoe ontstaat een infectie?

A

Wanneer bacteriën, schimmels, virussen of
parasieten de gastheer binnentreden en schade
veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat een ontsteking?

A

Een reactie van het lichaam op beschadiging
van weefsels/cellen met bedoeling het
schadelijk agens te verwijderen en de schade te
herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke medicatie wordt toegediend voor een infectie?

A

Antibiotica (indien bacteriële infectie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke medicatie wordt toegediend voor een ontsteking?

A

Ontstekingsremmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

J / F

Een infectie gaat steeds hand in hand met een ontsteking

A

FOUT

Niet alle infecties veroorzaken een ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

J / F

Niet alle ontstekingen worden door infecties veroorzaakt

A

JUIST

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de symptomen van een ontsteking?

A

Warmte, roodheid, zwelling, pijn en verlies van functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke medicatie zullen nooit toedienen indien een dier een ontsteking heeft?

A

Antibiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly