ST Deel 1 : Algemene parasitologie Flashcards
Begrip
Symbiose
Symbiose is het langdurig samenleven van twee of meer organismen van verschillende soorten waarbij de samenleving voor ten minste een van de organismen gunstig of zelfs noodzakelijk is. De verschillende partners heten symbionten. De grootste partner is de gastheer.
Begrip
Mutualisme
Geef ook een voorbeeld.
Een symbiose waar beiden organismen een voordeel
uithalen.
Voorbeeld : Protozoa in pens van het rund
Begrip
Commensalisme
Geef ook een voorbeeld.
Een symbiose waar 1 organisme voordeel bij heeft
maar het andere noch voordeel/nadeel bij heeft.
Voorbeeld : remora (zuigvis) en haai
Begrip
Parasitisme
Geef ook een voorbeeld
Een symbiose waarbij 1 organisme (de parasiet) op of
in het ander organisme leeft en deze eventueel beschadigt.
De parasiet wordt metabolisch afhankelijk van de gastheer.
Gastheer is niet afhankelijk van de parasiet.
Voorbeeld : een teek
Wat zijn ectoparasieten?
Wat veroorzaken ze?
Welke geneesmiddelen gebruikt men hiervoor?
Ze leven op de gastheer
Veroorzaken een infestatie
Geneesmiddelen : acariciden of insecticiden
Wat zijn endoparasieten?
Wat veroorzaken ze?
Welke geneesmiddelen gebruikt men hiervoor?
Leven in de gastheer
Veroorzaken een infectie
Geneesmiddelen : endoparasitica of anthelmintica
Begrip
Obligate parasieten
Brengen minstens deel van hun leven door als parasiet
Begrip
Facultatieve parasieten
Kunnen in principe onafhankelijk van een gastheer ontwikkelen.
Begrip
Permanente parasieten
Leven hun ganse levenscyclus op / in gastheer
Begrip
Tijdelijke parasieten
Leven maar een deel van levenscyclus op / in gastheer.
Begrip
Incidentele parasieten
Parasieten die zelden gezien worden bij die gastheer, meestal bij een verwante gastheer
Begrip
Erratische parasieten
Een niet volwassen parasiet die zich in een abnormaal orgaan dan normaal van de gastheer bevindt
Begrip
Pseudoparasieten
Levende wezens of bestanddelen ervan die toevallig aanwezig in afscheidingen (faeces,…).
Begrip
Direct ontwikkeling
Hierbij gebeurt de ontwikkeling van de parasiet
- Volledig bij éénzelfde individu : 1 gastheer
of
- Deels in buitenwereld en deels in de gastheer (nog steeds slechts 1 gastheer)
Begrip
Homoxene parasiet
Hebben slechts 1 gastheer in hun ontwikkelingscyclus.
gastheer specifiek
Begrip
Stenoxeen
Parasieten waarbij er maar één soort dier als gastheer in aanmerking komt.
(Grote gastheer specificiteit)
Begrip
Euryxeen
Parasieten waarbij er verschillende diersoorten of mens kan als gastheer fungeren.
(Kleine gastgeer specificiteit)
Begrip
Indirecte ontwikkeling
Bij deze parasieten is er geen direct ontwikkeling en zullen er meer dan 1 gastheer / soort nodig zijn.
Begrip
Heteroxene parasiet
Deze parasieten hebben meer dan een gastheer. We spreken hier van tussengastheren en eind gastheren.
Begrip
Eindgastheer
Definitieve gastheer : het individu waar de volwassen parasiet verblijft
Begrip
Tussengastheer
Het dier waar de parasiet in larvaire toestand verblijft
Begrip
Paratenische gastheer
Deze gastheer is niet noodzakelijk voor de levenscyclus van de parasiet.
Deze kan zorgen voor transport van de parasiet maar er zal hier geen ontwikkeling van de parasiet plaatsvinden
Begrip
Prepatente periode
Vanaf dat de infectieuze stadia binnendringen in hun gastheer tot op het ogenblik dat hun eieren of larven door laboratorium technieken kan worden aangetoond.
Begrip
Patente periode
De periode tijdens de welke de parasiet kan aangetoond worden.
Geef enkele voorbeelden van een passieve infectie
- Via voeding – drinkwater
- Door direct contact
Geef een voorbeeld van actieve infectie
- Via vectoren (gaan bijten / zuigen)
Nederlandse benaming
Protozoa
Ééncelligen
Geef enkele algemeenheden van de protozoa
- Zelfstandig organisme : alle levensfuncties
- Produceren resistente cysten of sporen
- Ongeslachtelijke en/of geslachtelijke voortplanting
- Vrijlevend, commensaal, symbiotisch of parasitair
- Heterotroof
Begrip
Gamogony
Proces van gametenvorming (sex)