ST Deel 2 : Begrippen gastro - intestinale problemen Flashcards
Hypothermie
Onderkoeling
GI - microbioom
Mini - ecosysteem van (gewenste en ongewenste) micro - organismen die in het maagdarmkanaal leven
Microbiota
Specifieke groep micro - organismen die in een omgeving voorkomen. Darmflora
Dysbiose
Een verstoord evenwicht in het microbioom
Postbiotica
Voedingsvezels worden niet verteerd in dunne darm en gaan naar dikke darm. Oplosbare vezels worden omgezet tot eindproducten die men postbiotica noemt. Belangrijke voedingsbron voor dikke darm bacteriën, kunnen gunstig zijn voor de gastheer.
Psyllium
Slijmstof, heeft zwelvermogen. Reguleren van een verstoorde darmpassage, verbeteren kwaliteit ontlasting.
Anorectisch
Gebrek aan eetlust
Enteritis
Darmontsteking
Septicemie
Bloedvergiftiging
Regurgitatie
Wordt het eten/drinken uitgebraakt voordat het de maag heeft bereikt. Is oesofageaal. Kan probleem zijn ten gevolge van farynx, slokdarm… Als iets binnen komt gaat het er direct terug uit.
Braken
Als dier zijn eten en/of drinken overgeeft. Gastritis/enteritis. Moet het voedsel van de maag komen, bewegingen abdomen
Tenesmus
Persdrang, persen zonder dat er ontlasting komt
Ptyalisme
Overmatige speekselproductie
Dysfagie
Slikstoornis, problemen met slikken
Ascites
Vocht in de buik
Dunne darm diarree
Geen slijm, melena, feces waterig, tenesmus (persdrang) afwezig, frequentie licht toegenomen, defecatie onder controle, vaak gewichtsverlies
Dikke darm diarree
Slijmerige diarree, feces brijachtig, tenesmus aanwezig, frequentie sterk toegenomen, defecatie vaak ongecontroleerd, zelden gewichtsverlies
Dilatatie
Verwijding/uitzetting
Neoplasie
Zowel goedaardige als kwaadaardige gezwellen
Enteropathie
Ziekte van de ingewanden
Brachygnatisme
Wil zeggen dat de onderkaak te kort is/ te korte mandibula
Prognathisme
Vooruitstekende kaak / te lange mandibula
Craniomandibulaire oseoarthropathie
Pijnlijke verdikking aan de schedel van jonge honden. Extra bot aangegroeid aan de onderkaak, onder oog en bovenop de schedel. Ziekte is zelflimiterend als schedel volgroeid is.
Sialocoele
Opstapeling van speeksel in weefsels door een ruptuur van de afvoergang.
Stomatitis
Ontsteking mucosa mond
Gingivitis
Ontsteking van het tandvlees
Glossitis
Ontsteking van de tong
Uremie
Niervergiftiging
Intoxicatie
Vergiftiging
Lymfoplasmocytaire stomatitis
Ontsteking van de achterste mondhoek bij katten.
Eosinofiel granuloma
Chronische ontsteking mond mucosa (mond, lip)
Halithose
Stinkende adem
Orofaryngeale dysfagie
Moeilijkheden bij het slikken door afwijking in de mond of farynx
Congenitaal
Aangeboren
Megaoesofagus
Slokdarmverwijding
Hypomotiliteit
Vertraagde maagdarm - motoriek
Pneumonie
Longontsteking
Oesofagitis
Slokdarmontsteking
Slokdarmparalyse
Megaoesofagus, dilatatie zonder peristaltiek
Idiopatisch
Zonder bekende oorzaak
Congenitaal
Aangeboren
Hypersalvatie
Overmatig veel speeksel wordt aangemaakt
Dyspnee
Kortademigheid