SPP H8 Flashcards

Integrale jeugdhulp

1
Q

Wat houdt de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp in?

A

Brede instap
Probleemgebonden hulp
Multidisciplinaire teams
Jeugdhulp buiten toepassingsgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is jeugdhulp buiten toepassingsgebied?

A
  • kinder- en jeugdpsychiatrie
  • drughulpverlening
  • private hulp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp in?

A

Gespecialiseerde, intensieve en ingrijpende hulpverlening
Aanmelding nodig via specifieke procedure (A-document)
Akkoord en tussenkomst intersectorale toegangspoort
Akkoord ouder/minderjarige nodig
Morele plicht voor residentiële jeugdhulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet de toegangspoort?

A

Onderzoekt de aanvragen voor NRTJ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt de toegangspoort in?

A

Meest ingrijpende hulp voorbehouden voor wie hardst nodig heeft
2 teams

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke teams heeft de toegangspoort?

A

Indicatiestelling
- beoordeelt hulpvraag en situatie
- bepaalt welke vorm van jeugdhulp meest geschikt is
Jeugdhulpregie
- zoekt uit wie hulp effectief zal uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke verontrusting is er in een gemandateerde voorziening?

A
  • ontwikkelingskansen minderjarige bedreigd
  • integriteit van minderjarige of 1 of meer gezinsleden aangetast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het uitgangspunt van de gemandateerde voorziening?

A

Elke hulpverlener kan omgaan met verontrusting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke gemandateerde voorzieningen gaan specifiek te werk met verontrusting?

A

OCJ en VK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kerntaken van een gemandateerde voorziening?

A
  • consult bieden aan hulpverleners
  • onderzoeken en beslissen of tussenkomst door overheid noodzakelijk is voor de veiligheid of ontwikkeling van kind/jongere
  • hulpverlening opstarten of lopende hulpverlening mee opvolgen
  • doorverwijzen naar jeugdrechter als gerechtelijke jeugdhulp nodig is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarmee houdt het VK zich bezig?

A

Alle vormen van kindermishandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarmee houdt het OCJ zich bezig?

A

Alle andere vormen van verontrusting (geen kindermishandeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvoor staat de gerechtelijke jeugdhulp?

A

Vrijheid minderjarige centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet de gerechtelijke jeugdhulp als er geen vrijwilligheid is en sprake van verontrusting?

A

Melding bij parket + vordering jeugdrechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie doet een consult bij een melding verontrusting bij parket?

A

Consult sociale dienst jeugdrechtbank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet de sociale dienst van een jeugdrechtbank bij een consult?

A
  • voert maatschappelijk onderzoek uit
  • formuleert voorstel van jeugdhulp aan jeugdrechter
  • zorgt voor dat opgelegde maatregel kan uitgevoerd worden
  • volgt hulpverlening op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat doet de jeugdrechter na een consult bij verontrusting?

A

Neemt beslissing
-> draagt eindverantwoordelijkheid

18
Q

Wat is een jeugddelict?

A

Een delict gepleegd door een jongere

19
Q

Wat gebeurt er bij een jeugddelict?

A

Jeugdrechter beslist ‘reactie’
- positief project
- delictgerichte contextbegeleiding
- herstelgericht overleg
- plaatsing gemeenschapsinstelling -> via centraal aanmeldingspunt (CAP)

20
Q

Wanneer wordt de crisisjeugdhulp ingeschakelt?

A

Wanneer er iets gebeurt waardoor onmiddellijk ingrijpen nodig is
- via hulpverlener
- rechtstreeks door jongere/ouder

21
Q

Welke crisisjeugdhulpen zijn er?

A
  • crisismeldpunt (7/7, 24/24)
  • ambulante en/of mobiele crisisinterventie en -begeleiding
  • crisisopvang
22
Q

Waarbij is er continuïteit?

A
  • cliëntoverleg
  • bemiddeling
23
Q

Wat houdt de cliëntoverleg in?

A
  • bij complexe problematiek
  • veel hulpverleners betrokken bij traject, overzicht raakt zoek
  • nood aan afstemming
  • perspectief voor hulpverlening na 18jr
  • externe voorzitter
24
Q

Wat doet de externe voorzitter in het cliëntoverleg?

A
  • organiseert overleg
  • leidt in goede banen
  • stelt nadien werkplan op met afspraken
25
Q

Wat houdt de bemiddeling in?

A
  • jongeren, ouders en hulpverleners zijn het oneens
  • conflict tussen jongere en ouders
  • jongere dreigt uit voorziening gezet te worden
  • bemiddelaar
26
Q

Wat doet de bemiddelaar bij de bemiddeling?

A
  • ontknoopt conflict
  • zoekt mee naar oplossing
  • werkt naar akkoord dat voor iedereen aanvaardbaar is
27
Q

Wat is het decreet integrale jeugdhulp?

A
  • jeugdhulpverlening in Vlaanderen grondig hertekend
  • samenwerking en afstemming van alle actoren in jeugdhulp
  • gezamelijk engagement voor minderjarigen, ouders of opvoedingsverantwoordelijken en personen uit leefomgeving
28
Q

Wat zijn de basisprincipes van decreet integrale jeugdhulp?

A
  • iedereen heeft recht op jeugdhulp
  • beleid moet kinderen maximaal ondersteunen om eigen krachten en die van netwerk aan te spreken en versterken
  • iedereen die nood aan heeft, moet snel hulp kunnen vinden
  • invoering van toegangspoort zorgt ervoor dat iedereen die hulpverlening zoekt, weet waar hij aan toe is en wat hij kan verwachten
  • decreet streeft hulpcontinuïteit na
29
Q

Wat betekent hulpcontinuïteit?

A

Kinderen kunnen door de samenwerking van hulpverleners steeds bij iemand terecht en een traject afleggen zonder breuken

30
Q

Wat zijn de doelstellingen van de integrale jeugdhulp?

A
  • inzetten op vermaatschappelijking van jeugdhulp
  • tijdige toegang tot de jeugdhulp organiseren
  • flexibiliteit en continuïteit van jeugdhulpverlening waarborgen
  • gepast omgaan met verontrustende situaties
  • een subsidiair aanbod van crisisjeugdhulpverlening voorzien
  • minderjarigen en hun context maximaal in jeugdhulp laten participeren
  • integrale aanpak realiseren bij het organiseren en aanbieden van jeugdhulp
31
Q

Wat wordt bedoeld met de doelstelling ‘inzetten op vermaatschappelijking van jeugdhulp’?

A
  • nadruk op informele netwerk
  • hulp bij voorkeur uit eigen milieu
  • inzet en ondersteuning van eigen krachten en die van omgeving
  • hieraan eventueel verbinden van formele hulp
  • instroom in hulpverlening zoveel mogelijk vermijden
  • iedereen betrekken bij uitwerken ondersteuningsplan
  • pleegzorg als 1e optie
32
Q

Wat wordt bedoeld met de doelstelling ‘tijdige toegang tot jeugdhulp organiseren’?

A
  • rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp vlot en snel bereikbaar
  • betere toegang tot niet-rechtstreeks toegankelijke hulp
  • heel ingrijpende hulpverlening enkel installeren wanneer echt behoefte aan is
    -> subsiduariteitsprincipe -> toegangspoort
  • onderscheid tussen indicatiestelling en jeugdhulpregie -> loskoppelen van vraag en aanbod
  • aanvraag voor gerechtelijke jeugdhulp bij jeugdhulpregie
  • mogelijkheden om nog te versnelle indien nodig
33
Q

Wat is het subsidiariteitsprincipe?

A

Heel ingrijpende hulpverlening enkel installeren wanneer er echt behoefte aan is

34
Q

Wat wordt bedoeld met de doelstelling ‘flexibiliteit en continuïteit van de jeugdhulpverlening waarborgen’?

A
  • zo weinig mogelijk breuken in hulpverleningstraject van kind
  • contactpersoon-aanmelder -> opvolging aanmelding TP of GV
  • cliëntoverleg voor naadloos traject
  • bemiddeling om onenigheid te ondervangen en continuïteit na te streven
35
Q

Wat wordt bedoeld met de doelstelling ‘gepast omgaan met verontrustende situaties’?

A
  • herkennen en omgaan met verontrusting is gedeelde verantwoordelijkheid voor alle actoren binnen jeugdhulp -> signs of safety
  • pleidooi voor constructieve dialoog
  • gemandateerde voorziening schatten mee in, volgen mee op, onderzoeken maatschappelijke noodzaak, kunnen overmaken naar parket
36
Q

Wat wordt bedoeld met de doelstelling ‘een subsidiair aanbod van crisishulpverlening voorzien’?

A
  • crisismeldpunt verleent consult, interventie, begeleiding, opvang
  • inzet van crisisnetwerk is tijdelijk
  • enkel wanneer hulpverleners zelf niet tijdig en gepast kunnen reageren
37
Q

Wat wordt bedoeld met de doelstelling ‘minderjarige en hun context maximaal in de jeugdhulp laten participeren’?

A
  • participatie van minderjarige en zijn context op verschillende niveaus
  • erkennen en subsidiëren van cliëntorganisaties
  • promoten vertrouwenspersoon
  • akkoord nodig bij aanvraag NRTJ
  • minderjarige recht op toegang tot dossier
38
Q

Op welke niveaus participeren de minderjarige en zijn context in jeugdhulp?

A
  • individuele casus
  • van voorziening
  • van structurele beleid
39
Q

Wat wordt bedoeld met de doelstelling ‘integrale aanpak realiseren bij het organiseren en aanbieden van de jeugdhulp’?

A
  • betere samenwerking en afstemming van alle actoren
  • invoeren van typemodelus
  • onderscheid tussen hulpvormen obv hun functie
40
Q

Welk onderscheid is er tussen hulpvormen obv hun functie?

A
  • brede instap
  • info en advies
  • diagnostiek
  • begeleiding
  • behandeling
  • training
  • hulcontinuïteit
  • verblijf
  • dagopvang
41
Q

Wat is een goede hulpverlener bij jeugdhulp?

A
  • open en transparant
  • heeft aandacht en oprechte interesse voor ieder individu
  • houdt rekening met kwetsbaarheid van mensen in jeugdhulp
  • geeft gevoel dat kind het waard is, geloofd in hen
  • hanteert een professionele nabijheid ipv afstand
  • gelooft in de kracht van het netwerk
  • maakt het verschil