SPP H12 Flashcards

Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen: lezen, spellen en dyslexie

1
Q

Wat is technisch lezen en spellen?

A

Middel om uiteindelijke doel begrijpend en studerend lezen en schrijven te bereiken, geen doel op zich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe omzeilen volwassenen moeilijkheden met spelling?

A

Tekstverwerker, woordenboek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zouden alle leerlingen recht op moeten hebben?

A

Hulpmiddelen gebruiken
-> leerstoornissen hebben niets te maken met intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is leren lezen?

A

Een alfabetisch principe dat je door moet krijgen
= decoderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat hebben lezen en spellen?

A

Deelvaardigheden
-> niet te onderschatten hoe moeilijk en hoe complex dit is voor jongere kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de spellingsprincipes in het Nederlands?

A
  • fonologisch principe
  • morfologisch principe
  • etymologisch principe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het fonologisch principe?

A

Hoofdprincipe
Op basis van klank een woord kunnen schrijven
Basisregel van Nederlandse spelling
- elk foneem heeft 1 grafeem en elk grafeem heeft 1 foneem
- Maar uitzonderingen: niet klankzuivere woorden
Hier zitten geen moeilijkheden of speciale spellingen inW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is klankzuiver?

A

Woorden die volgens het fonetisch principe worden gespeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het morfologisch principe?

A

Kijken naar opbouw van woorden
Niet kijken naar betekenis maar naar opbouw in stukjes
Principe van vormovereenkomst
Morfemen
2 regels
- regel van gelijkvormigheid
- regel van overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het principe van overeenkomst?

A

Uitgaan van de vorm van woorden en niet de klank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn morfemen?

A

De kleinste elementen woorden die betekenis kan dragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke regels zijn er in het morfologisch principe?

A
  • regel van gelijkvormigheid
  • regel van overeenkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt het etymologisch principe in?

A
  • invloed van herkomst
  • woorden die we overnemen uit andere talen
  • talen leven en groeien dus de schrijfwijzen groeien mee
  • hierdoor kruipen er ambetante verschillen in die niet logisch zijn
  • au of ou zijn 2 verschillende fonemen die aan 1 grafeem gekoppeld worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke invloed heeft de herkomst op het etymologisch principe?

A
  • historisch gegroeide schrijfwijzen worden behouden
  • leenwoorden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor zijn er spellingsstrategieën en spellingcategorieën?

A

Kinderen leren spellen door te spellen, enkel lezen is niet voldoende
= belangrijk uitgangspunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de 3 algemene spellingscategorieën?

A
  • luisterwoorden/hoorwoorden (fonologisch principe)
  • regelwoorden (morfologisch principe)
  • weetwoorden/onthoudwoorden/materiaalwoorden/inprenting (etymologisch principe)
17
Q

Wat is het doel van de spellingscategorieën?

A

Bepaalde categorie -> efficiëntste spellingsstrategie
Flexibel gebruik spellingsstrategieën

18
Q

Wat zijn leerproblemen?

A

Problemen die personen ondervinden bij het leren van schoolse vaardigheden

19
Q

Wat is de indeling van leerproblemen obv oorzaak?

A

Stoornissen: primaire stoornissen
-> geïsoleerde problemen, zonder dat andere delen ontwikkeling vertraagd hoeven zijn
- dyslexie
- dyscalculie
Moeilijkheden: secundaire lees-/spellingsproblemen
-> gevolg van factoren buiten lezen, spellen en rekenen
- oorzaak buiten kind
- oorzaak binnen kind

20
Q

Welke categorieën zijn er bij oorzaken buiten kind bij secundaire leermoeilijkheden?

A
  • gezinscontext
  • schoolcontext
21
Q

Welke categorieën zijn er bij oorzaken binnen kind bij secundaire leermoeilijkheden?

A
  • fysieke beperking
  • sensoriële beperking
  • verstandelijke beperking
  • gedrags- of emotioneel probleem
22
Q

Wat zijn de kernproblemen dyslexie?

A
  • traag lezen en/of veel fouten lezen
  • veel spellingsfouten maken
  • zelfde problemen hebben in vreemde talen
  • hardnekkige problemen
23
Q

Is dyslectisch woordenblind zijn?

A

Nee: geen probleem in het zien
Sommige denken aan problemen in visuele verwerking

24
Q

Waarmee hebben mensen met dyslexie nog problemen?

A

Begrijpend lezen
Sociale en emotionele moeilijkheden
Andere moeilijkheden

25
Q

Wat houden de sociale en emotionele moeilijkheden bij een leerprobleem in?

A

Leerproblemen = opvoedingsproblemen
Met leerprobleem groter risico op gedrags- en emotionele problemen
Afstemming opvoedingsaanbod op pedagogische vraag bepaalt ontwikkeling in leren van kind

26
Q

Welke andere moeilijkheden zijn er bij dyslexie?

A
  • schrijven van opstel
  • onthouden van instructies
  • oproepen van gepaste woorden
  • aanbrengen van orde en structuur
  • rekenen
27
Q

Wat is dyslexie?

A

Specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem in aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau, dat niet geldig is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking

28
Q

Wat zijn de criteria van dyslexie?

A
  • achterstandscriterium
  • hardnekkigsheidscriterium of didactische resistentie
  • exclusiviteitscriterium
29
Q

Wat houdt het achterstandscriterium van dyslexie in?

A

Vaardigheidsniveau van lezen op woordniveau en/of spelling ligt significant onder hetgeen van individu, gegevens diens leeftijd en omstandigheden gevraagd wordt

30
Q

Wat is de operationalisering van het achterstandscriterium?

A

Ernstig probleem met technisch lezen en/of schrijven
- genormeerde test met relevante normgroep
- op woordniveau, eventueel een aanvulling op zins- en tekstniveau
- beneden percentiel 10
- bij herhaalde meting -> 1SD van het gemiddelde dus

31
Q

Wat houdt het hardnekkigheidscriterium of didactische resistentie van dyslexie in?

A
  • leerproblemen mogen niet volledig verklaard worden door andere condities in of buiten de leerling
  • leerproblemen met andere woorden ernstiger dan men obv genoemde ongunstige condities kan verwachten