SPP H3 Flashcards

1
Q

Welk risico hebben ontwikkelingsstoornissen met een neurobiologische kwetsbaar?

A

Het risico op overerfbaarheid van symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke verdeling is er in verstandelijke beperkingen?

A
  • verstandelijke beperking
  • algemene ontwikkelingsvertraging
  • ongespecificeerde verstandelijke beperkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aan welke criteria moet er voldaan worden voor de diagnose ‘verstandelijke beperking’?

A
  • significante beperkingen in het intellectuele functioneren (IQ 70-75)
  • significante beperkingen in de adaptieve vaardigheden
  • intellectuele beperkingen en beperking in adaptief gedrag zijn duidelijk tijdens ontwikkelingsperiode (0-18jr)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de gradaties van verstandelijke beperking?

A

-zwakbegaafd: -1SD tot -2SD
- licht verstandelijke beperking: -2SD tot -3SD
- matig verstandelijke beperking: -3SD tot -4SD
- ernstige verstandelijke beperking: -4SD tot -5SD
- diep verstandelijke beperking: -5SD tot -6SD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houden de aanboden in het Vlaams onderwijs en zorgcontext voor licht verstandelijke beperking in?

A

Basisaanbod: lichtverstandelijke beperking en leerstoornissen
Type 2: IQ en adaptief gedrag 2+SD onder gem
Opleidingsvorm 3 (secundair): klaarmaken voor arbeidsmilieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van een licht verstandelijke beperking bij kinderen?

A
  • IQ geeft geen doorslag
  • adaptieve vaardigheden centraal
  • eventueel voorkomen andere leerproblemen
  • eventueel comorbiditeit belangrijk tijdig te ontdekken
  • gezin en context kunnen belangrijke rol spelen in problematiek
  • chronisch probleem: wereldwijd 1%
  • discrepantie emotionele - verstandelijke ontwikkelingsfase
    –> gevolg: gedrags- en emotionele problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor wordt het gedrag van kind met licht verstandelijke beperking bepaald?

A
  • vroege ervaringen in relaties met opvoeders (gehechtheidsrelatie)
  • ervaringen van falen/mislukken –> negatieve impact op zelfbeeld, competentiebeleving, motivatie, welbevinden, prestaties
  • sociale probleemoplossingsvaardigheden: sterk gericht op negatieve info en vaak irreële competentiebeleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie mag de diagnose ‘licht verstandelijke beperking’ stellen?

A

BaTP in SPP context –> ook samen met team zwakbegaafdheid, algemene ontwikkelingsvertraging en verstandelijke beperking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt de diagnose ‘licht verstandelijke beperking’ gesteld?

A
  • via multimodaal onderzoek
  • gesprek met cliënt, ouders, leerkrachten, begeleiders, …
  • observatie van cliënt in dagelijkse situaties
  • analyse van eerdere verslagen
  • metingen: intelligentietest en instrument voor adaptief gedrag
  • klinisch medisch onderzoek met huidige gezondheidstoestand, biometrische gegevens, morfologische kenmerken en een anamnese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt de begeleiding van een kind met een licht verstandelijke beperking?

A

Ondersteuningsbehoeften in kaart brengen en zelf laten bepalen wat ze nodig hebben
via Model van ondersteuning AAIDD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het AAIDD model?

A

Model van ondersteuning
1. Verstandelijke mogelijkheden
2. Adaptief gedrag
3. Gezondheid
4. Participatie, interactie & sociale rollen
5. Context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn werkzame elementen van de begeleiding met kinderen met licht verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid?

A
  • Uitgebreide diagnostiek
  • Afstemmen van de communicatie
  • Concreet maken van oefenstof
  • Voor structureren en vereenvoudigen van omgeving en leerstof, zo werkgeheugen niet overbelast
  • Netwerk en generalisatie
  • Veilige en positieve leeromgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly