Spondyloartritis Flashcards

1
Q

gevolgen van sponndyloartritis

A
  1. inflammatoir gewrichtslijden
    - spondylitis = ontsteking in wervelzuil
    - sacro-iliitis = ontsteking in SI-gewricht
    - enthesitis = ontsteking van peesaanhecting
    - synovitis = onsteking van synovium
    - tenosynovitis = ontsteking van peeschede
  2. pijnsyndromen buiten het gewricht
    - peri-artritis & burstitis
    - tendinitis = achillespees & fascia plantaris
    - rugpijn
  3. klinisch beeld
    - jonge mensen
    - geen reactie op therapie
    - bilateraal
    - familiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

algemeen concept van spondyloartritis

A

algemeen
- verschillende aandoeningen met onderling enige vorm van overlap
- symptomen komen bij andere vorm ook voor!!
- naamgevings volgens meest predominante vorm

  1. axiale SpA -> progressieve vorm = radiografische axiale SpA
  2. psoriasis artrisis
  3. artrisis geassocieerd met IBD = ziekte van crohn
  4. reactieve artritis
  5. niet-gedefferentieerde perifere SpA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

anamnese van rugpijn

A
  1. kenmerken van SpA
    - heel progressief
    - chronisch met opstoten & remissies
    - vooral aan onderrug & bekken = buttock pain
    - verspringen van L/R
    - bij jongere mensen
  2. niet musculaire klachten
    - pijnlijk oog met minder goed zicht
    - huidproblemen = psoriasis met schilfering
    –> elleboog, knie & ooghuid
  3. kenmerken van therapie
    - slecht effect op kinesiteherapie
    - goed effect op ontstekingsremmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorzaken van rugpijn

A
  1. gerefeerde pijn
    - discushernia
    - metastase
    - spinaal kanaal stenose
    - entrapment neuropathie
    - gerefeerde pijn = maag & nieren
  2. mechanische pijn
    - houdingsafwijken
    - osteo-artrose = discartrose & facetartrose
    - acute lumbago & discushernia
    - osteoporose = wervelindeukingen
    - sacralisatie/lumbalisatie = vergroeing van wervel met sacrum
  3. inflammatoire pijn
    - AxSpA axiale spondyloartritis
    - infectieuze spondylodiscitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

SA

A
  1. spondylitis ankylosans
    - radiografische axiale spondyloartrisis
    - bij erg chronische vorm van SpA
    - naam is verouderd door goede therapie = bijna niet meer voorkomen
  2. aandoening
    - SI-gewrichten & lage rug
    - geërodeerd of verbrugd = Bamboo spine
    - overlap met andere aandoenignen = perifeer & huid
    - erg laattijdig = borstkast vastgroeien = pulmonale problemen
  3. prevalentie
    - west-europa = 1%
    - 80-90% is HLA B28 positief
    –> 10% van normale bevolking heeft dit ook = geen predictor maar alarmsignaal
    - 2-3:1 verhouding van mannen > vrouwen
    –> even veel ziekte maar mannen erger verloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

axiale spondyloartritis

A
  1. verloop
    - meeste diagnoses voor 30j
    - aanvang altijd voor 40j
    - minstens 3maand chronisch aanwezig
    - gewrichts aantasting tegen gaan maar niet omkeren
  2. inflammatoire rugpijn : buttock pain
    - nachtelijke pijn = 2e helft van nacht
    - ochtendstijfheid langer dan 30min
    - verbetering door beweging
    - verslechtering door rust
    - goede respons op NSAID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

herkennen axiale SpA

A
  1. chronische lage rugpijn = 5% kans
  2. ASAS criteria
    - 4 van de 5 kenmerken = 15%
    - leeftijd onder 40
    - langzaam & progressief begin
    - verbetering door beweging
    - geen verbetering door rust
    - nachtelijkepijn
  3. andere criteria = bij meerdere 95%
    - uveitis & dactylitis
    - hielpijn
    - psoriaris & ziekte van crohn
    - voorgeschiedenis SA
    - goede respons NSAID
    - assymetrischa artritis
    - HLA & acute fase eiwit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

diagnose axiale SpA

A
  1. beeldvormings luik
    - symptomen 2 jaar voor MRI & 7 jaar voor RX
    - vrouwen meestal later dan mannen = vooroordeel van mannen ziekte
    - bij minstens 1 SpA kenmerk
  2. genetische markers
    - HLA-B27
    - bij minstens 2 SpA kenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verloop van axiale spondyloartritis

A
  1. atrofie van spieren in gluteaal regio
  2. verdwijnen van lumbale lordose
  3. toename van thoracale kyfose
  4. flexie in cervicale wervelzuil
  5. aantasting van heup & knie = flexie
    –> progressief meer verbenen naar voorovergebogen houding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

BASDAI

A
  1. Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index
    - vragenlijst voor evalutatie ziekte
    - 6 vragen over 5 belangerijkste symptomen
    - score van 0-10 voor elk onderdeel met 0 = goed
  2. vragen
    - vermoeidheid
    - axiale pijn
    - gewrichtspijn & -zwelling
    - pijn gecorreleerd aan enthesitis
    - ochtendstijfheid = kwaliteit & kwantiteit vraag
    –> gemiddelde nemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

prevalentie van psoriasis

A
  1. prevalentie
    - 2-3% van populatie
    - 80% met psoriaris plaques
  2. prevalentie van artrisis
    - 15% idpv 2% bij normale populatie
    - 40% moet gehospilatiseerd worden
  3. epidemiologie
    - mannen = vrouwen
    - piek op leeftijd van 20
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

huidaandoeningen

A
  1. IBD = ziekte van crohn
    - cobblestone darmwabd
    - 10% van axiale
    - 3% van perifere
  2. uveitis = rood/pijnlijk oog met verminderd zicht
    - 20% van axiale
    - 15% van perifere
  3. psoriaris
    - 15% van axiale
    - 95% van perifere
    - witte & mooi afgelijnde huid
    - verdikt
  4. nagel psoriaris = 75% van perifere
    - putjes
    - olievlekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

andere onderzoeken voor evalutatie

A
  1. Bath Ankylosing Spondylitis Functional Index
    - vragenlijst voor funcitonaliteit met ziekte
    - dagelijkse activiteiten & coping
    - score van 0-10
  2. BASMI Bath Ankylosing Spondylitis Metrology Index
    - cervicale rotatie
    - Targus-muur afstand (hoofd-muur)
    - lateroflexie
    - intermalleolaire afstand
    - thoracale expansie
  3. perifeer gewrichtsonderzoek
    - duwen tot nagelriem wit wordt = juiste druk
    - roodheid moet wegdrukbaar zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

psoriasisch artritis

A
  1. 5 klinische kenmerken
    - assymetrisch mono of oligoartritis
    - symmetrische polyartritis
    - DIP gewrichten betrokken ≠ RA
    - samen met axiaal
    - arthritis mutilans = botstukken worden weggewreten
  2. psoariasis
    - begin binnen 10 jaar na psoriasis
    - geen verband tussen ernst van psoriasis & ernst van gewrichten
    - vaak ook geen psoriasis
    - 30-40jaar
  3. voorbeelden
    - dactylitis = worsten vingers = 6% van axiale & 30% van perifere
    - enthesitis van achillespees = 30% van axiale & 50% van perifere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschillen psoriatische artritische & reumatische artristis

A
  1. PA
    - psoriasis = +
    - symmetrisch = +
    - assymetrisch = ++
    - enthesopathy = +
    - dactulitis = +
    - axiaal = +
    - nagels = +
    - reumatische nodules = -
    - reumatische factor = -
    - HIV-verband = +
    - HLA B27 = 40-50%
  2. RA
    - psoriasis = -
    - symmetrisch = ++
    - assymetrisch = +
    - enthesopathy = -
    - dactulitis = -
    - axiaal = -
    - nagels = -
    - reumatische nodules = +
    - reumatische factor = +
    - HIV-verband = -
    - HLA B27 = 5%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fasciitis plantaris

A
  1. hielspoor
    - ontsteking van aanhecting van fascia plantaris op calcaneum
    - SpA = meer aan aanhecting
    - mechanisch = verder weg
  2. oorzaken
    - mechanisch = microtraumata door statiek & overbelasting
    - inflammatoir = SpA
  3. symptomen
    - pijn bij stappen aan hielen
    - lokale drukpijn mediaal onderaan calcaneum
    –> geen onderscheid door symptomen
17
Q

therapie van fasciitis planatris

A
  1. lokaal
    - steunzool met uisparing voor hiel
    - relatieve rust
    - injectie met corticoïden of PRP
    –> niet bij achillespees
    - kine = stretchen
    - ESWT elektroshock wave therapy bij verkalkingen
  2. geen effect van lokale therapie
    - aanduiding voor SpA
    - reumatologische therapie
18
Q

achillespees enthesitis

A
  1. oorzaken
    - mechanisch = microtraumata
    - inflammatoir = spondyloartrisis SpA
  2. symptomen
    - pijn
    - zwelling & roodheid
    - burstitis
    - meer pijn bij op tenen staan & plantair flexie tegen weerstand
  3. lokale therapie
    - verhoging van hiel = minder belasting van pees
    - relatieve rust
    - kinesitherapie
    - geen corticoïden = hoog risico op ruptuur
    - geen effect = SpA
19
Q

reactieve artritis

A
  1. types oedeem
    - slijtage = weinig kleur & visceus
    - ontsteking = troubel
    - bacterieel = etter
  2. reactieve artritis
    - acute artritis die niet bacterieel is
    - secundair door infectie op andere plaats = 1-2w voordien met opstoot van 3 weken
    - wel bacterieële fragmenten in gewricht
  3. prevalentie
    - 20-30j
    - man > vrouw 1,5:1
    - bij epidemie = 3%
20
Q

symptomen van reactieve artritis

A
  1. articulair
    - mono-artris
    –> heel soms pauci-articulair die assymetrisch is
    - gewrichten van OL = knie, enkel & MTP
    –> soms pols
    - enthesitis
  2. extra-articulair
    - uro = balantitis, urethritis, vaginits & ulcera
    - diaree
    - oog & huid aandoeningen = overlap zoals bij andere
21
Q

therapie van reactieve artritis

A
  1. prognose
    - 60% remissie
    - 30% recidiverende opstoten
    - 10% chronische vorm
  2. therapie
    - geen effect van antibiotica
    - NSAID & corticoïden
    - sulfasalazine
22
Q

niet-medicamenteuze therapie van SpA

A
  1. sportbeoefening
    - algemene beweging
    - vaak door inflammatie daling van kracht & conditie
  2. andere
    - lokale warmte
    - massage
    - ultrason
    - enkel voor bevordering van oefeningen
23
Q

hinderpalen voor prognose

A
  1. slechte prognose
    - schade bij diagnose
    - ontsteking in boed
    - roken = enige waar iets aan gedaan kan worden
  2. hinderpalen voor oefeningen
    - tijd
    - afwezigheid van duidelijke voordelen = niet onmiddelijke verbetering
    - misverstanden = zien kine als 2e optie van medicattie
    - kinesiofobie
    - ouderdom
24
Q

effecten van beweging

A
  1. bewezen effecten
    - minder pijn
    - meer mobiliteit wervelzuil
    - verbetering ademhalingsfunctie & ook aërobe functies
    - verbetering functionaliteit = BASDAI, BASFI & BASMI
    - verbetering levenskwaliteit
  2. secundair te verwachten effecten
    - daling cardiovasculair risico
    - preventie van osteoporose
    - daling risico van vallen & fracturen
    - beter verhouding van body composition
25
Q

terugbetalingscirteria voor TNF & IL-17 axiaal

A
  1. diagnose
    - vervullen modified New York cirteria
    - of
    - vervullen ASAS criteria axiale SpA
  2. aanwezige kenmerken
    - refractrair op ten minste 2 NSAIDs
    - actieve ziekte BASDAI 4+
    - positieve expert opinion
  3. eindfase = patiënten excluderen met contra-indicaties
26
Q

algemeen medicatie

A
  1. axiale SpA
    - NSAID werken heel goed maar enkel voor korte termijn
    - dMards = JAK, TNFalfa & ILF inhibitoren werken bijna niet
    –> vegelijkbaar met placebo = bij rugpijn altijd groot
  2. perifere SpA
    - NSAID werkt matig
    - dMARDS werken heel goed = 30% meer dan placebo
  3. andere
    - kine = e-pathologie = 150 beurten per jaar
    - analgetica
    - surgery
27
Q

klinisch onderzoek van patiënt

A
  1. mobiliteit
    - chest expantion
    - targus to wall
    - lumbar flexion
    - cervical rotation
    - lumbar side flexion
    - intermalleolar distance
  2. uithoudingstesten
    - 6MWT
    - 10m walk
    - TUG
    - spirometrie
  3. schalen
    - functioneren = BASFI
    - vermoeidheid = BASDAI
    - pijn
    - ziekte activiteit = patient global
    - stijfheid
28
Q

algemeen conservatieve therapie

A
  1. pijlers voor alle patiënten
    - educatie
    - stoppen met roken
    - beweging
    –> kinesitherapie voor sommige overwegen
  2. richtlijnen
    - oefentherapie in alle clinical guidelines
    - regelmatig oefenen + educatie
    - beter effect van medicatie anti-TNFalfa = window of opportunity
  3. kenmerken van oefentherapie
    - verlagen ziekte activiteit
    - verhogen functie & levenkwaliteit
    - verhogen mobiliteit
    - veilig voor alle patiënten
29
Q

therapie trouw

A
  1. kinesiofobie
    - 80% slechte adherence
    - meest fobie van alle reumatische aandoeningen
    - altijd meer kinesiofobie bij rompaandoeningen
    - testen door Tampa Scale for Kinesiofobie
  2. afremmende factoren = worden beter door therapie
    - pijn
    - stijfheid
    - vermoeidheid
    - ziekte
  3. stimulerende factoren
    - motivatie
    - persoonlijk plan
    - voldoende tijd
  4. rode vlaggen
    - revidiverdende peesonstekingen
    - dactylitis
    - lage rugpijn
30
Q

oefentherapie

A
  1. doelen
    - mobiliteit & houding verbeteren
    - kracht verhogen
    - uithouding verbeteren
    - andere functies = evenwicht, coördinatie, proprioceptie
    - funcitoneel = behendigheid & stappen
  2. richtlijnen fysieke activiteit
    - 150-300min matige activiteit of 75-150min intensief
    - toevoeging met 2x spierversterkend
    - high impact & moeilijke evenwicht oefenignen vermijden
31
Q

dorsing oefentherapie

A
  1. algemeen
    - individueel = evalutatie
    - mobiliteit/stretching = continuïteit & consistentie
    - andere oef = afh van ziekteactiviteit & progressie
  2. korte termijn
    - intensieve oefeningen
    - voor bepaalde doelstellingen
  3. lange termijn = onderhoudsbehandeling
    - best = 5x per week
    - beste = realistisch = vol te houden
32
Q

voorbeeld oefenprogramma

A
  1. eerste fase
    - pijndemping
    - mobiliteit herwinnen
  2. tweede fase
    - vanaf herwinst van mobiliteit
    - krachttraining
    - cardiotraining
33
Q

training van cardiopulmonaire functies

A
  1. modaliteiten
    - inspiratoire muscle training
    - spirometrie oefeningen
    - zwemmen & water oefeningen
    - pilates
    - postuur reëducatie
  2. effecten
    - verbetering BASDAI & BASFI
    - verbetering pulmonaire funcites = spirometrie & chestexpansion
    - verbetering aerobe functies
34
Q

krachtmetingen

A
  1. rompspierkracht = hoofdprobleem
    - endurace
    - handheld dynamometer
    - isometrische & isokinetische metingen
  2. verschil rompmobiliteit & -kracht
    - eerst & groter krachtverlies van mobiliteit tov. normale
    - radiologische groep = vooral verschil met mobiliteit
    –> iedereen met ziekte heeft kracht verlies die gelijk is, ernst van ziekte heeft grotere mobiliteit verlies
  3. perifere spierkracht
    - handknijpkracht
    - legpress
    - isometrische & isokinetische metingen
    - CPET
35
Q

richtlijnen voor sporten

A
  1. risico
    - badminton & basket
    - circuits
    - voetbal & netbal
    - step aerobics
    - tae-bo
    - tennis
    - schoolslag zwemmen = hyperextensie
  2. vermijden
    - boxen & karate
    - rugby & worstelen
    - hockey
    - squash