Osteoartiritis Flashcards
1
Q
algemeen OA
A
- aandoening
- osteaoartritis = artrose
- meest frequente chronische gewrichtsaandoening
- prevalentie ≈ leeftijd
2
Q
balans in gewricht
A
- gebruik van gewricht
- mechanische stress = belasting
- biomechanische factoren = afwijkingen in gewricht
- genetische factoren = voorbeschiktheid - effect
- prikkelen van chrondrocyt = kraakbeencel
- actieve degeneratieve processen
EN
- reparatieve processen aan kraakbeen & subchondrale bot + synoviale inflammatie
- beide zijn in goede balans
–> dysbalans bij ouder worden = artrose
3
Q
extra cellulaire matrix van OA
A
- proteoglycanen
- aggrecanen = central core protein met andere eiwitten op vastgeketend
- GAG’s glycosaminoglycanen
- chondroitinesulfaatketens
- hyaluronzuurketens - eigenschappen van proteoglycanen
- zijn allemaal hydrofiel & trekken water aan
- zorgt voor elastisch & indrukbaar karakter van kraakbeen - andere
- collageen = gezond gewricht is mooi wit & glanzend
- chondrocyten
4
Q
pathologie van OA
A
- verouderingsprocess
- synthese van alle onderdelen ECM neemt af
- kwantitatief & kwalitatief
- lagere turnover van proteoglycanen & collageen
- minder H2O opname = minder visco-elastisch - macroscopisch effect
- vernauwing van gewrichtsspleet = KB verdunning
- hypertrofie van subchondraal bot = sclerose
- nieuwe botvorming aan gewrichtsranden = osteofyten (papagaaien bekken)
–> groter opp maken voor minder druk (P=F/A)
- laaggradige synovitis - whole organ dissease
- spierzwakte
- laxe ligamenten
- neurosensoriele veranderingen
- meniscusdegeneratie
–> kan ook oorzaak zijn van artrose
5
Q
OA gewricht microscopisch
A
- oedeem & microcracks
- oedeem rond ECM
- focaal verlies van chondrocyten - fissuren
- diepere cracks
- verticale fissuren in KB - erosies
- fragmenten komen los & vallen in matrix
- subchondrale microcysten
- afbraakproducten in synoviaal vocht = activatie van macrofagen
- osteoid afzetting = sclerose
6
Q
voorkomen van OA
A
- OA
- afh van definitie = vanaf wanneer echt OA?
- symptomatische ≠ radiografische
–> bij ouderdom zal bijna iedereen radiografische OA hebben maar niet perse symptomen - risicofactoren (in volgorde)
- leeftijd
- BMI
- fysieke activiteit = repititieve zware fysieke activiteit
- geografisch: afro > kaukasiers
- heup = mannen
- hand & knie = vrouwen
–> + geslachthormonen
- botmineraal densiteit
- lokale mechanische factoren - BMI
- sterste risicofactor voor knie
- mechanische stress op weight bearing joints
- ook rol bij hand = metaboolsyndroom
–> ontstekingseiwitten in bloed die aanwezigzijn
7
Q
epidemiologie OA
A
- incidentie = nieuwe gevallen
- knie = 240/100.000 persoonsjaren
- hand = 100
- heup = 88 - prevalentie
- radiografische hand bij 65+j = 75% vrouw & 65% man
- symptomatische hand bij 70+ = 25% vrouw & 15% man
8
Q
lokale mechanische risicofactoren van OA
A
- statiekafwijkingen
- O-benen = mediale zijde van knie meer belasten
- X-benen = laterale zijde van knie meer belasten
–> vrouwen door bredere heup - congentiale afwijkingen
- acetabulum dysplasie
- femurkopafwijkingen - andere
- acute kwetsuren = kruisband & meniscusletsels
- spierzwakte vb: quadriceps
9
Q
diagnostiek van OA
A
- kliniek
- insideus begin & progressief
- mobiliteitsbeperking
- functiebeperking - pijn = mechanische pijn
- afkomstig van niet-kb structuren
- na inspanning & beter bij rust
- stijfheid & startstramheid < 15min
- geen nachtelijkepijn
10
Q
subtypes van OA
A
- interphalangeale gewrichten = DIP Heberden & PIP Bouchard
- trapezo-metacarphale gewrichten = CMC = rhizartrose
- knieën = gonartrose
- heupen = coxartrose
- intervertebralegewrichten = facetartrose of uncartrose (proc. uncinati cervicaal)
- discartrose
11
Q
algemeen subtypes
A
= door lokalisatie
- associatie tussen
- colaterale gewrichten vb: overgewicht & valgus
- gewrichtsgroepen vb: knie, heup & hand groep - minder frequente groepen = non weight bearing
- polsen
- ellebogen
- MCP
- schouder
- enkel aangetast bij secundaire OA = andere onderliggende pathologie
12
Q
verschil tussen primaire & secundaire OA
A
- primaire OA = besproken
- secundaire
- andere onderliggende etiologie
- inflammatoire aandoeningen vb: RA & SpA
–> meest frequente oorzaak
- metabole aandoening = jicht & chrondrocalicose
- congenitale aandoening = heupdysplasie
13
Q
knie OA
A
- tibiofemorale artrose
- patellofemorale artrose
- vernauwing onder patella
- krakend geluid/gevoel bij extensie
–> te weinig ruimte van patella
14
Q
DISH
A
= diffuse idiopathische skeletale hyperostose
= forestier’s disease
- inhoud
- speciale vorm aangetast aan de rug
- geen inflammatoire vorm van artrose
- hyperostose = extra botvorming van wervellichamen aan horizontale vlak - eindstadium
- ontstaan van bamboe spine
- papagaaienbekken die aansluitende structuur vormen
- enkel aan rechterkant -> links is bonzende aortha
- niet aanwezig bij discusartrose!!
15
Q
algemeen therapie van OA
A
- doelstellingen = geen CURE maar CARE
- educatie
- pijnverlichting
- functie optimaliseren
- gunstige beïnvloeding van OA process - verloop
- eerste lijn = niet-medicamenteus voor iedereen
–> hoogste treatment cost-effectiveness
- tweede lijn = medicamenteus voor sommige
- derde lijn = operatief voor weinigen