SOPS PEUTER Flashcards

1
Q

Geef fijne en grove mototriek van een kleuter

A

F Blokken stapelen, puzzelen, lepel eten
M lopen, springtouwen, rennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke mogelijkheden geeft stappen COG en SOCIO EMO

A

COG het kind gat op verkenning en leert orienteren
SOCIO het kind voelt zich zelfstandiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke vaarigeden heeft een kleuter dat ene babay niet heeft noem er 3

A

lopen, kleren aandoen, zelf eten, beter communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de taalontwikkeling van een peuter

A

de peuter kan korte zinnen begrijpen maar nog niet spreken , ACTIEVE TAAL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

TAAL 1 -1,5 JAAR

A

eerste woordjes die bestaan uit herhaalde lettergrepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

TAAL 1,5 - 2 JAAR

A

wat-vragen en begingen zichzelf uit te drukken in TWEEWOORD ZINNEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

2 tot 2, 5 jaar

A

Meerwoordzinnen die gramaticaal onjuist zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verhaaltjes

A

ze gaan over het dagelijks leven, soms met dieren in hoofdrol, herkenbare situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het best om te doen als je voor peuter gaat voorlezen

A

laat ze bladeren, aanwijzen en benoemen,vragen stellen, laat een pagin aopenstaan zodat ze kunnen blijven kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurt er tijdens de peuter pubertiet

A

de peuter zijn zelfbewustzijn groeit en ze kregen een eigen wiletje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe kan het kind reageren als digen niet gaan zoals hij/zij het wil

A

Huilen, brullen, neen zeggen , driftbuien, schoppen,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is er een postitieve kant van dit eigen willetje?

A

het kind leert zichzelf kennen ne weet wat hij wel en niet wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zegt erikson over de peuterpubertiet

A

het is belangerijk om zelfstandigheid te ontwikkelen, het conflict kan de peuter schaamte en twijfel geven of juist zelfstandig te laten voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

constructief

A

opbouwend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kippigheidsfase

A

PERIOD waarin hzt kind zijn ZIN wil doen en driftbuien krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

peuterpuberteit

A

zelfde als koppigheidsfase

17
Q

evolutie

A

ontwikkeling

18
Q

zelfbewustzijn

A

het besef dat je een persoon bent met een eigen wil en eigen waarde

19
Q

zelfredzaamheid

A

het vromogen om zelfstandig voor jezelf te zorgen