Aardrijkskunde Flashcards

1
Q

bevolkingsdichtheid

A

geeft weer hoeveel mensen er GEMIDDELD per vierkante KILOMETER in een gebeid wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef de volgorde van de steden

A

Kleine stad
regionale stad
grote stad
megastad
giga stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe herken je morforlogische en functionele kenmerken

A

MORFOLOGISCHE het uitzicht
FUNCTIONELE de functie/gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom onderscheiden we kleine en grote steden

A

grote steden zijn op economisch, politiek en cultureel vlak belangerijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verstedelijkingsgraad

A

hoeveel procent van de totale bevolking van een land in een stedelijk gebeid woont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe bereken je de verstedelijkingsgraad?

A

aantal inwoners/ Bevolkingsaantal MAAL 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verstedelijking

A

proces waarbij het plattenland omvormt tot een stedelijk gebeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verschil morfologisch en funtionele vertedelijking

A

MOR als het plattenland plaatsmaakt voor een bebouwde ruimte
FUN als er meer functies komen , plattenland wordt vervangen door stedelijke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

functiewijziging

A

verandering in het landgebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hitte-eilandeffect

A

steden zijn savonds warmer dan het platteland doordat beston, steen, asfalt warmte vasthouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mobiliteits in een verstedelijkt gebied

A

veel mensen pendelen buiten de stad van huis naar werk en van werk naar huis
dit zorgt voor mobiliteitsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly