regelsysteem Flashcards
1
Q
noem de geordende proccessen op
A
prikkel,receptor,conductor,effector,reactie
2
Q
prikkel
A
waarneembare verandering
3
Q
receptor
A
herkent en vangt prikkels op
4
Q
conductor
A
brengen info door , hersenen en of zenuwen
5
Q
effector
A
voeren reactie uit (klieren of spieren)
6
Q
reactie
A
antwoord op prikkel
7
Q
drempel waarde
A
de minimum sterkte
8
Q
welke spieren heb je
A
bovenste en onderste schuine en rechte oogspieren en buitenste en binnenste rechte oogspier(6)