Sociaal-medische wetenschappen week 6 Flashcards
Verschuivende macht in arts-patiëntrelaties
- Veranderingen in morbiditeit (epidemiologische transitie). Afname infectieziekten & toename chronische ziekten -> meer betrokkenheid van patiënt in verhouding tot arts
- Verandering in beschikbaarheid van medische informatie
- Veranderingen in het machtsevenwicht tussen arts en patiënt -> patiënten minder afhankelijk van artsen (juridisch en financiel)
macht
het vermogen om iets te doen of te handelen
bronnen van macht
- Kennis: arts heeft kennis over behandeling
- Autoriteit: bepaalde wet WBOBZ: gedwongen opgenomen
- Welvaart: geld is nodig om dingen voor elkaar te krijgen
biomedisch model & arts-patiëntrelatie
- Reductionisme: ziekte reductioneren tot aantal symptomen die biologisch te verklaren zijn.
- Doctrine der specificiteit: elke ziekte heeft zijn eigen specifieke oorzaak
- Pathologie produceert symptomen en signalen -> die aanpakken waardoor je geneest
- Arts bepaalt diagnose en behandeling -> Arts domineert in arts-patiëntrelatie
Consensusmodel & patiëntenrol
- Patiënt volgzaam en arts domineert
- Rechten van de patiënt: ziekerol (ziek mogen zijn) alleen als bepaald wordt door arts dat hij ziek is:
o vrijstelling normale rolverplichtingen
o geen eigen verantwoordelijkheid voor de ziekte - Plichten van de patiënt
o Wens om (snel) beter te willen worden
o Zieke moet hulp zoeken en advies opvolgen - Therapietrouw: compliance arts bepaald ziekte en jij volgt dat op
o Opvolgen van eenzijdig verstrekte therapie-advies
Consensusmodel & artsenrol
- Artsenrol is spiegelbeeld van ziekerol:
o Arts moet patiënt helpen
o Arts als autoriteit (‘ouder’) - Rechten van de ziekerol zijn afhankelijk van de plichten: samen willen werken met deskundigen om beter te worden
o Arts geeft patiënt dus voorwaardelijke legitimatie = voorwaarde om geoorloofd ziek te zijn (voorwaarde = arts geeft diagnose)
conflictmodel
- Freidson: kritiek op doctor-centredness in het consult -> patiënt zou centraal moeten staan
- Conflict tussen twee perspectieven
- Arts moet lekenvisies/ziektepercepties achterhalen: patiënt overtuigen van passende behandeling
- Therapietrouw: adherence: opvolgen van overeengekomen therapie-advies
onderhandelingsmodel
- Doel is bereiken van gezamenlijke besluitvorming: shared decision making
- Consult = meeting between experts
- Disease versus ilness
- Gunstig voor therapietrouw en herstel
- Therapietrouw: concordance: samen besluiten tot therapie-advies
contractmodel
- voorziet in zelfbeschikkingsrecht van de patiënt
- Patiënt is klant; moet door dienstverlener in staat gesteld worden actief keuzes te maken
- Nadruk op informed consent: informatie geven en toestemming vragen
- Arts-patiëntrelatie vastgelegd in contract, voorbeeld is Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)
cultuur
‘Zowel zichtbare als onzichtbare overtuigingen die we hebben die worden omgezet in normen en gedrag en doordat we die met elkaar delen geven we daar betekenis aan.’
- Overtuigingen
- Normen (vanuit overtuigingen omgezet in normen)
- Gedrag (hoe we ons gedragen)
Twee manieren naar cultuur kijken
- Insider (emic): echt begrijpen (betekenis geven meekrijgen)
- Outsider (etic): kan alleen begrijpen als je onderdeel bent dus moeilijk (kan subjectieve aard moeilijk objectief bestuderen)
cultuur beïnvloed
- Opvattingen over gezondheid, ziekte, pijn en chronische ziekten
- Overtuigingen over de oorzaken van ziekte
- Overtuigingen over de dood
- Stigma’s
- Gezondheidsbevorderende activiteiten (rolmodellen, aangepakte problemen)
- Hulpzoekend gedrag
- Interactie tussen patiënt en zorgverlener
Moderne westerse cultuur gekenmerkt door
- Materialisme is geassocieerd met depressie, angst, boosheid, isolatie.
- Individualisme is geassocieerd met vermindert sociale verbondenheid en steun, en vermindert de persoonlijke controle
Culturele competentie
bewust van culturele factoren hoe die mensen hun meningen en attitude beïnvloed (verschillen) en bewustzijn omzetten in praktijk (actie ondernemen)