Sociaal-medische wetenschappen week 4 Flashcards
medische sociologie
wetenschappelijke studie van sociale en culturele aspecten, gezondheid en gezondheidszorg -> beschouwt gezondheidszorg als sociaal systeem.
Theoretische perspectieven op ziekte en zorg
- Functionalisme
- Symbolisch interactionisme
- Marxistisch perspectief
- Sociaal constructivisme
functionalisme
- sociaal evenwicht wordt in stand gehouden door rollen en normen, nieuwkomers en zieken verstoren evenwicht
- Resultaat van voorwaardelijke legitimatie is dat verstoorde evenwicht snel weer in balans wordt gebracht
ziekterol volgens Parsons (functionalisme)
- Rechten van zieke
o Vrijstelling normale rolverplichtingen
o Geen eigen verantwoordelijkheid voor ziekte: ziekte heeft recht op verzorging - Plichten van zieke:
o Wens om (snel) beter te willen worden (inzetten)
o Zieke moet hulp zoeken en advies opvolgen
sociale controle (functie ziekterol) (functionalisme)
- Isolerende functie (zieke-rol) -> isoleert zieke mensen van mensen die niet ziek zijn -> niet zelf of als groep beslissen over ziekte maar arts heeft regulerende legitimerende rol -> deviantie wordt gekanaliseerd -> artsen en ziekenrol om disbalans te voorkomen
- Reïntegratieve functie (artsenrol): door zieke-rol wordt het mogelijk rollen weer te vervullen
-> Resultaat: door ziekte verstorende evenwicht komt weer in balans.
ideaaltype (functionalisme)
gedachten constructie: omschrijving van typerende, essentiële karakteristieken (geeft algemene verwachtingen van de ‘ideale patiënt weer) -> niet bedoeld als beschrijving van werkelijkheid. Kan behulpzaam zijn.
symbolisch interactionisme
- we interpreteren de wereld om ons heen door te interacteren.
- Ziekte wordt gezien als professionele constructie (arts heeft de macht om ziekte te creëren) en als sociale constructie (maatschappij bepaalt wat wel of geen ziekte is).
freidson (symbolisch interactionalisme)
- ziekte is afwijkend gedrag -> resultaat van wisselwerking/onderhandeling
- Botsingen tussen leken- en professionele definities: arts-patiënt relatie is onderhandeling tussen twee werelden
- Strategische interacties: zowel arts als patiënt proberen doelen te bereiken, patiënt is actieve partner
stigma
kenmerk dat een persoon in negatieve zin ‘anders maakt’ (brandmerk)
soorten stigma
- Publiek stigma = hoe samenleving aankijkt tegen bepaalde groep -> stereotypes, vooroordelen en discriminerend gedrag van de algemene bevolking tegenover de gestigmatiseerde groep.
- Ervaren publiek stigma = hoe ervaart iemand de stereotypes, vooroordelen en discriminerend gedrag van de algemene bevolking tegenover de gestigmatiseerde groep.
- Persoonlijk stigma = eigen stereotypes, vooroordelen en discriminerend gedrag tegenover de gestigmatiseerde groep
- Zelfstigma = hoe kijk je er tegen aan, hoe zie je dat zelf, ook als je zelf bij zo een groep hoort -> geïnternaliseerd publiek stigma; stereotypes, vooroordelen en discriminerend gedrag van iemand uit de gestigmatiseerde groep tegenover zichzelf
gevolgen stigma
- Lagere sociaaleconomische status -> moeilijker baan vinden
- Lagere mentale en fysiek gezondheid
- Gevoelens van schaamte en angst
- Lage zelfwaardering en vermijden van sociale interacties
- Barrière voor zieken van professionele hulp
- Kwalitatief minder goede zorg krijgen
Marxistisch perspectief
- vorm van systeemkritiek.
- Ziekte wordt gezien als uitbuiting als gevolg van kapitalisme.
Medicalisering (marxisme)
verschijnselen als ziekte gedefinieerd of als medisch probleem behandeld worden -> macht van professie wordt steeds verder uitgebreid
iatrogenese (marxisme)
ziekmakende zorg
Sociaal constructivisme
- vorm van wetenschapskritiek: stelt kennis zelf ter discussie, wetenschappelijke feiten worden gecreëerd door sociale gemeenschap waarin kennis geproduceerd wordt.
- Medische kennis reflecteert de heersende politieke/sociale verhoudingen.