Sociaal-medische wetenschappen week 2 Flashcards
stress-coping model
- situatie, ontmoeting, vraag
- primaire inschatting (primary appraisal)
- Neutraal - negatief (schade/verlies, bedreiging, uitdaging) - positief - secondaire inschatting (secondary appraisal)
- positief - negatief - stress en bijbehorende stressreacties
- coping
stressoren
situaties, gebeurtenissen of prikkels die belastend zijn en een aanpassing vergen
soorten stressoren
- Ingrijpende levensgebeurtenissen (critical life events) = situaties die zeer grote aanpassingen vergeven en dus in één keer leven op zijn kop stellen (positief en negatief) (scheiden, trouwen).
- Dagelijkse moeilijkheden (daily hassles) = situaties die op zich zelf kleine aanpassingen= vragen en zelf niet stressvol zijn, maar belemmeren dagelijkse gang van zaken dus zijn irritant en belemmerend (sleutel kwijt, lekke band).
- Chronische stressoren = steeds terug komende kleine aanpassingen die niet super belastend zijn, maar omdat ze steeds terug komen dat wel worden (medicijnen slikken).
primaire inschatting (appraisals)
= impact op welzijn:
- beoordeling van de situatie in relatie tot eigen welzijn
- neutraal vs positief vs negatief (schade vs bedreiging vs uitdaging)
secundaire inschatting
= kan omgaan met situatie:
- beoordeling van de eigen mogelijkheden om met de situatie om te gaan
- positief vs negatied (dreiging vs uitdaging)
Wanneer heb je stress? (volgens stress-coping model)
als zowel primaire als secundaire inschatting negatief zijn, dus negatief voor je gezondheid en je kan er niet mee om gaan
officiële definitie van stress
‘Subjectief ervaren onevenwicht tussen interne en/of externe gebeurtenissen/prikkels en de mogelijkheden ermee om te gaan.’ -> onevenwicht/onbalans.
stressreactie
kunt niks aan doen maar gebeurd gewoon
soorten stressreacties
- Fysiologisch = stresshormonen aangemaakt -> aanmaak cortisol (verhoogde hartslag, zweten)
- Cognitief = mindere concentratie, piekeren
- Emotioneel = verdriet, angst, woede
- Gedragsmatig = huilen, fouten maken
coping
alle mentale en gedragsmatige acties die gericht zijn op het omgaan met als stressvol ervaren interne en/of externe prikkels/gebeurtenissen.
-> Poging om het evenwicht te herstellen is relevant, niet of het daadwerkelijk lukt. Geen automatische (fysieke) reacties, maar vergt inspanning.
coping dimensies
- Wat: Wat is het doel van coping strategie/gedrag -> alle acties kunnen 2 doelen hebben:
o Probleemgerichte coping = probleem hanteren: actieplan, hulp inschakelen
o Emotiegerichte coping = reguleren van negatieve emoties: omgaan met verdriet, woede, angst - Hoe:
o Toenaderende coping (approach): acties richten zich op probleem of emotie -> probleem aanpakken door accepteren, uitdrukken, versterken
o Vermijdende coping: niet op richten (uit situatie, niet opdagen, ontkennen, negeren)
copingstrategieën
- Probleemgerichte toenaderend: actief aanpakken en om hulpvragen
- Probleemgericht vermijdend: opgeven en uit situatie vluchten
- Emotiegericht toenaderend: expressie van emoties en troost zoeken
- Emotiegericht vermijdend: alcohol en afleiding zoeken
hulpbronnen
hebben invloed op de primaire en/of secundaire inschatting en/of op de keuze van copingstrategieën
verschillende hulpbronnen
- Psychologische bronnen: persoonlijkheidseigenschappen en competenties (vaardigheden)
- Praktische bronnen: goede financiële situatie, goede gezondheid en materiële resources (genoeg geld om een fiets te kopen)
- Sociale bronnen: sociale integratie en sociale steun (hulpbronnen die helpen om positieve inschattingen te maken en helpen met omgaan van situatie).
sociale steun
hulp die iemand geeft aan een ander die voor een probleem of uitdaging staat met het doel het probleem op te lossen of ten minste de ervaren stress en/of negatieve emoties te verlichten.