Soa's Flashcards

1
Q

3 bacteriële soa’s / 3 virale soa’s

A

Chlamydia trachomatis, Neisseria gonorrhoeae, Treponema pallidum
HIV, HSV, HPV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Frequentie (hoog-laag) bacteriële soa’s in NL

A

C. trachomatis - N. gonorrhoeae - T. pallidum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

C. trachomatis kenmerken (3)
- gramkleuring
- 2 biovar
- intra-/extracellulair

A

Gram- bacterie (geen peptidoglycaanlaag in celwand)
2 biologische varianten: trachoma, lymphogranuloma venereum
Intracellulaire obligate bacterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

C. trachomatis heeft 2 biovar die … veroorzaken:
- Trachoma variant
- Lymphogranuloma venereum (LGV)

A

Trachoma: ooginfecties, urigenitale infecties
LGV: agressieve geslachtsziekte vooral bij homo’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2 bacteriële vormen C. trachomatis + kenmerken

A

Elementary body (EB): extracellulair, infectieus, relatief stabiel en impermeabel, energetisch inactief, sporevorming, lang overleving, hindering fusie lysosoom

Reticulate body (RB): intracellulair, non-infeciteus, permeabel voor metabolieten, energetisch actief, vermenigvuldiging RB leidt tot infectie andere cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ziektebeeld C. trachomatis bij mannen + vrouwen

A

M:
Infecties plasbuis, prostaat, bijbal (evt. onvruchtbaarheid)
Symptomen (bij 50%) heldere afscheiding, brandend gevoel bij plassen

V:
Infecties baarmoeder, eileiders (evt. onvruchtbaarheid)
Symptomen (bij 10%) vaginale afscheiding, lage buikpijn, bloedingen, PID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

C. trachomatis - MTCT infectie tijdens bevalling leidt tot

A

Oog- en luchtweginfecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Biovar LGV (3 kenmerken)

A

Ernstige infecties, vaak na anale seks (MSM), perirectale abcessen en fistuale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diagnostiek C. trachomatis

A

Swabs, urinesamples, nuclei acid amplification zoals PCR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling C. trachomatis

A

Antibiotica: doxycycline, azitromycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neisseria gonorrhoeae (3 kenmerken)

A

Gram- diploccus
Reservoir in populatie
Asymptomatisch dragerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

N. gonorrhoeae transmissie + infectieplaats

A

Seksueel contact, ook via mond, MTCT
Plasbuis, vagina, baarmoeder, keel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

N. gonorrhoeae bij mannen + vrouwen

A

M:
Infectierisico 20%
Acuut symptomatisch
Plasbuis, pijnlijk plassen, groengele afscheiding

V:
Infectierisico 50%
Vaak asymptomatisch, 50% reservoir
Baarmoeder, groengele afscheiding, 10-20% PID, ontstoken eileiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

N. gonorrhoeae levenscyclus

A

Bacterie bindt aan mucosale epitheelcellen via pili
Pili voorziet ook van resistentie tegen neutrofielen, hindering celdoding
Bacterie treedt epitheelcellen binnen en verdeelt zich

1-3% (in vrouwen) systemische spreiding: sepsis, huid- en gewrichtsontstekingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Diagnostiek N. gonorrhoeae

A

Swags, urinesamples, nuclei acid amplification zoals PCR (vaak in combi met C. trachomatis PCR)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behandeling N. gonorrhoeae

A

Antibiotica: azitromycine, ceftriaxon

17
Q

Treponema pallidum (syfilis) transmissie

A

Direct seksueel contact met kleine laesies, MTCT
Meest infectieus tijdens primaire en secundaire fase

18
Q

T. pallidum primaire fase
- duur
- wat
- hersteltijd

A

10-90 dagen (gemiddeld 21) na infectie
Smalle laesie op infectieplek (vaak genitaliën, anus, keel)
Herstel laesie vaak 3-8 weken, infectie dan nog niet geklaard

19
Q

T. pallidum secundaire fase
- duur
- wat
- hersteltijd

A

~3 maanden na infectie
Griepachtig syndroom, uitslag (handpalmen, voetzolen), koorts, haarverlies, gezwollen klieren
Symptomen vaak weg na 3-12 weken maar kan jaren duren, infectie nog niet geklaard

20
Q

T. pallidum latente fase
- duur
- wat
- reactivatie?

A

Geen symptomen, wel infectieus
Kan 1-30 jaar duren
Incidentele reactiveringen met secundaire fase-symptomen

21
Q

T. pallidum tertiaire fase

A

40% van onbehandelde patiënten
Kritische complicaties zoals cardiovasculair, interne en externe inflammaties, neurologische problemen (dementie, verlamming, schade oog/oor), kan resulteren in dood

22
Q

Congenitale syfilis

A

Door MTCT, misvorming gezicht en organen

23
Q

T. pallidum behandeling

A

Antibiotica: enkele dose penicilline (of doxycyline/tetracycline) voor infecties <1 jaar, voor langere infecties hogere dosering
Bacteriën dood, schade onomkeerbaar

24
Q

Diagnostiek T. pallidum

A

Microscoop (genitale laesies), macroscopische symptomen (serologie)

25
Q

Doxycycline

A

T. pallidum, C. trachomatis

26
Q

Azitromycine

A

N. gonorrhoeae, C. trachomatis

27
Q

Gramkleuring 3 soa’s

A

C. trachomatis: gram-
N. gonorrhoeae: gram-
T. pallidum: gram-

28
Q

HSV (3 kenmerken, 3 subtypes)

A

Snelgroeiend, cytolytisch, latent in neuronen
HSV-1, HSV-2, VZV

29
Q

Structuur viruspartikel HSV (5)

A

Envelop met virale glycoproteïnen
Icosahedraal, capside
Tegument (matrix)
ds DNA-genoom
Productie eigen DNA-polymerase

30
Q

HSV primaire infectieverloop

A

Virus bindt aan epitheelcellen, penetratie, komt in sensorische neuronen, nestelt zich tot latent

31
Q

HSV reactivatie

A

Latent in neuronen in spinal ganglia, via sensorische neuronen naar epitheelcel, via penetratie weer vrij spel

32
Q

HSV-1 (koortslip) latent + reactivatie

A

Latent: asymptomatisch, geen virusproductie, viraal DNA zit in cellen trigeminal ganglia

Reactivatie: virus repliceert en migreert via zenuwcellen naar epitheelcellen van mond/neus, symptomen milder

33
Q

HSV-2 (genitaal) primaire infectie

A

Transmissie via seks, symptomen puistjes/blaren op genitale organen, duratie circa 3 weken, complicaties laesies en meningitis

34
Q

HSV-2 reactivatie

A

Latent in sacral dorsal root ganglia, symptomen milder, frequentie eenderde 2-3, eenderde 4-7, eenderde >8

35
Q

HSV-2 transmissie

A

Seks, MTCT bij geboorte, kan ook tijdens geen symptomen

36
Q

Diagnostiek HSV-2

A

Virus isolatie (culturing) en PCR (of swabs van lichaamsvloeistoffen)
Aanwezigheid IgM en verhoging IgG titers (indicatoren primaire infectie niet reactivatie)

37
Q

Behandeling HSV-2 (3, -clovir)

A

Vlaciclovir, aciclovir, famciclovir