Immunologie I Flashcards
Doel antigen-presentatie
Adaptieve afweer (geheugen) aanzetten
Mucous membranes (slijmvliezen)
Movements prevent microbes from attaching, prevent microbes from colonizing lower respiratory tract
Saliva
Contains antibacterial enzymes like lysosome, IgA, histatin
Urine
Contains lysosome, acidity inhibits most bacterial growth, flushing action prevents attachment (blaasontsteking)
Transferrins
Blood proteins that bind iron and prevent microbes from using it for growth and metabolization
Lysosomes = … definition + found in
Enzymen die de celmembraan breken door polysaccharideketens te splitsen (lysis), vooral gevonden in bloed, leukocyten, traanvocht, speeksel
Verhoogde concentratie lysosomes bijv. bij … en …
Chronische ontstekingen (tuberculose) en ongeremde celgroei (leukemie)
IgA =
Bescherming tegen bacteriën en virussen, subtypen IgA1 en IgA2, vooral aanwezig in speeksel, zweet, tranen en colustrum (moedermelk, immuniteit doorgeven aan baby)
Histatines =
Antimicrobiële proteïnen in speeksel, onderdeel van aangeboren immuunsysteem, o.a. hechten van wondjes.
Acroniem voor vijf Ig’s
GAMED
Organen van immuunsysteem (2 bloedcirculatie, 3 lymfecirculatie)
- Bloedcirculatie: beenmerg, milt
- Lymfecirculatie: thymus, lymfeklieren, gespecialiseerde lymfestructuren in o.a. MALT
MALT =
Mucosal-associated lymphoid tissue, zit naast longen en onderin buik
Verbinding bloed en lymfesysteem + doel
T-cells and B-cells enter the lymph node through the blood supply, migrate via vessels to their site. Bloed wordt door endotheel lymfeklieren in geduwd, lymfevloeistof komt ook weer in het bloed. Doel is pathogenen en immuuncellen samenbrengen.
Blood stem cell (bone marrow) divided into 3 categories
Erythoid stem cell, myeloid stem cell, lymphoid stem cell
Lymphoid stem cell divided into 3 categories
Natural killer cells, B-cells, T-cells
Cells making up the adaptive immunity
B-cells and T-cells (antibodies + effector cells)
Myeloid stem cells divide into 4 categories
Dendritic cells, mast cells (precursor), monocytes (macrophages), granulocyten (neutrophils, eosinophils, basophils)
Cells making up innate immunity
NK-cells, dendritic cells, mast cells, monocytes (macrophages), granulocyten (neutrophils, eosinophils, basophils)
Mast cells =
Type witte bloedcellen dat in gehele lichaamsweefsel zit, rol in homeostase, eerste lijn defensie tegen antigenen
Antigenen =
Proteïnen die aan buitenkant van virus/etc-cel zitten, waaraan het lichaam ze kan herkennen
Homeostase =
Inwendig milieu wordt constant gehouden door organisme
Chemokines =
Kleine proteïnemoleculen die immuuncellen begeleiden naar geïnfecteerde plekken (migratie)
3 voorbeelden chemokines + wat ze aantrekken
IL-8 (CXCL8) –> neutrofielen (PMN)
MCP-1 –> macrofagen
RANTES –> T-cellen, NK-cellen, dendritische cellen, monocyten (macrofagen), basofielen, eosinofielen
Systeem infectie-chemokines-neutrofielen
Infectie dus neutrofielen moeten erheen –> weten niet waar –> chemokines worden aangemaakt –> cellen plaatsen receptoren om chemokines te binden –> neutrofielen kunnen naar infectie toe
Cytokines =
Proteïnen uitgescheiden door immuun- en non-immuuncellen, acteren lokaal, beïnvloeden gedrag immuun- en bloedcellen in omgeving - acteren bij binden van receptoren op doelcellen
Cytokines worden gemaakt door …, die dan …/… worden genoemd
Cytokines worden gemaakt door lymfocyten, die dan lymfokines/interleukins (IL) worden genoemd