Parasitologie Flashcards
Commensalism -
Mutualism -
Parasitism -
Commensalism - gastheer neither benefits nor is harmed
Mutualism - gastheer benefits
Parasitism - gastheer is harmed
Plasmodium SPP - 1 parasiet met verschillende stadia (3) + wat betekent dit (3)
Sporozoiet (extracellulair)
Merozoiet (intracellulair)
Gametocyt (intracellulair)
Verschillende stadia dus verschillende antigenen
Polymorfisme = antigeenvariatie
Bemoeilijkt o.a. vaccinonderzoek
Tweedeling parasieten
Ectoparasieten = leven OP gastheer (infestatie)
Endoparasieten = leven IN gastheer (infectie)
Tweedeling ectoparasieten (arthropoda)
Insecta (luizen, vlooien)
Arachnida (mijten, teken)
Tweedeling endoparasieten
Protozoa (eencellig)
Metazoa (meercellig)
Protozoa kunnen zowel intra- en extracellulair zijn (3 voorbeelden)
G. lamblia, T. brucei extracellulair
P. falciparum intracellulair (malaria tropica)
Protozoa (endoparasieten) 4 soorten en 2 kenmerken
- Rhizopoden
- Ciliaten
- Flagelaten
- Sporozoieten
Bewegingsorganel
Reproductie: binary fission/schizogonie
Metazoa zijn helminthen - 3 voorbeelden + wat ze veroorzaken/zijn
- Schistosoma mansoni (schistosomiasis)
- Taenia solium (cysticercosis)
- Enterobius vermicularis (aarsmade)
Metazoa - 3 soorten
- Trematoda (zuigwormen)
- Cestoda (lintwormen)
- Nematoda (rondwormen)
Enterobius vermicularis (wat, levenscyclus, eindgastheer)
Aarsmade
Nematode (rondworm)
Directe levenscyclus
Eindgastheer (mens)
Taenia spp (wat, levenscyclus, gastheer)
Cestode (lintworm)
Indirecte levenscyclus
Tussengastheer (varken, rund)
Eindgastheer (mens)
Taenia solium (varkenslintworm, 2)
- Ook infectieus voor mens, ontwikkeling larvale stadia in mens
- Veroorzaker verworven epilepsie en neurocysticercosis
Protozoa vs helminthen (4 kenmerken)
Protozoa
- eencellig
- intra-/extracellulair
- aseksuele/seksuele reproductie
- instabiele populatie, infectiegraad neemt toe
Helminthen
- meercellig
- extracellulair
- seksuele reproductie
- stabiele populatie, infectiegraad neemt niet toe
Plasmodium spp. (malaria) - wat (stadia), levenscyclus, pathologie
Sporoziet met stadia ring, schizont, gametocyt
Indirecte levenscyclus: tussen (mens), eind (mug)
Pathologie: koortspieken, anemia (bloedarmoede, tekort hemoglobine)
Plasmodium falciparum - wat, werking
Hersenmalaria
Infecteert liver cells dan RBC’s –> bevatten parasietspecifieke eiwitten PfEMP1–> binden aan endotheelreceptoren
Seksuele reproductie
Toxoplasma gondii (wat + stadia), levenscyclus, gastheer
- Protozoa
- Sporozoiet (stadia: trofozoiet)
- Indirecte levenscyclus
- Eind (kat)
- Tussen (muis, schapen, varken)
- Toevallig (mens)
T. gondii transmissie (3)
- Eten besmet vlees (cysten)
- Ongepasteuriseerde melkproducten
- Cysten in kattenfeces
T. gondii pathologie
Gezond: asymptomatisch, koorts, lusteloosheid, moe
Verlaagde immuniteit: encefalitis, myocarditis, chorioretinitis, hepatitis, shock, coma, dood
T. gondii psycho effect (replicatiecyclus)
Manipulatie perceptie muis over katten-predatie wordt omgezet in aantrekkingskracht
Aangeboren toxoplasmose (4)
- Abortus
- Orgaansystemen aangetast
- Vaak chorioretinitis
- Hydrocefalus
Aangeboren toxoplasmose (4)
- Abortus
- Orgaansystemen aangetast
- Vaak chorioretinitis
- Hydrocefalus
Schistosoma spp. - wat, levenscyclus, gastheer
Helminth, trematode (zuigworm)
Indirecte levenscyclus
Eind (mens)
Tussen (zoetwaterslak)
Pathologie Schistosoma mansoni (2)
Leverfibrose en levercirrose
Portale hypertensie = bloedvaten ontwikkelen zich vanuit buikorganen buiten lever om naar hart, ontstaan bloedingen in organen
