Shopping : Phrases Flashcards
Je cherche un T-shirt rouge
Ik ben op zoek naar een rood T-shirt
Celui-ci ne me va pas très bien
Dit past niet echt
Il est trop petit et je ne le trouve pas si beau
Het is te klein en ik vind het ook niet zo mooi
Je préfère un autre modèle
Ik heb liever een ander model
Oui, ce T-shirt me va bien et il n’est pas trop cher
Ja, dit T-shirt past wel en het is ook niet te duur.
C’est à mon tour, je pense
Ik ben aan de beurt, denk ik
350 g de viande hachée, 250 g de salami et un demi-kilo de steak, s’il vous plaît
350 gram gehakt, 250 gram salami en een halve kilo biefstuk alstublieft.
J’aimerais aussi 10 tranches de fromage jeune
En verder nog 10 sneetjes jonge kaas.
Merci beaucoup. À la prochaine fois
Dank u wel. Tot de volgende keer.