Routledge Unit 3 Flashcards

1
Q

En

afspreken

A

to arrange (to meet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

En

da’s

A

that’ (colloquial speech)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

En

eigenlijk

A

actually

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

En

gewoon

A

just

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

En

goh

A

expresses hesitation, surprise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

En

iets

A

something

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

En

lang geleden

A

a long time ago

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

En

reserveren

A

to book

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

En

thuis

A

at home

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

En

toevallig

A

coincidental, here: by any chance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

En

was van plan

A

was planning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

En

zin hebben in (iets)/ om (iets te doen)

A

doing something

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

En

de agenda

A

diary

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

En

het bezoek

A

visit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

En

de cursus

A

course

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

En

de flatgenoot

A

roommate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

En

naartoe

A

to (if no place is mentioned when you say you are going somewhere, you need to use naartoe instead of naar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

En

opruimen

A

to tidy up

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

En

sporten

A

to play sports

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

En

het toneel

A

stage here: play

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

En

uitslapen

A

to have a lie-in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

En

van… tot

A

from… until… (to indicate time span)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

En

slapen

A

to sleep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

En

lopen

A

to walk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
# En luisteren (naar)
to listen (to)
26
# En gaan (naar)
to go (to)
27
# En winkelen
to shop
28
# En praten
to talk
29
# En drinken
to drink
30
# En denken
to think
31
# En lezen
to read
32
# En werken
to work
33
# En koken
to cook
34
# En kijken (naar)
to look (at)
35
# En eten
to eat
36
# En geven
to give
37
# En schrijven
to write
38
# En meestal
mostly, here: usually
39
# En een boek uit hebben
to finish a book
40
# En het hemd
the shirt
41
# En eerstvolgende
the first/next
42
# En geen probleem
no problem
43
# En gepast geld
exact change
44
# En graag
here: please
45
# En graag gedaan
you're welcome
46
# En het kaartje
ticket
47
# En over 10 minuten
in 10 minutes
48
# En retour
return
49
# En het spoor
platform
50
# En vertrekken
to leave
51
# En eerstvolgende
the first/next
52
# En geen probleem
no problem
53
# En gepast geld
exact change
54
# En graag
here: please
55
# En graag gedaan
you're welcome
56
# En het kaartje
ticket
57
# En over 10 minuten
in 10 minutes
58
# En retour
return
59
# En het spoor
platform
60
# En vertrekken
to leave
61
# En zijn frank valt niet
he doesn't get it
62
# En voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten
to want the best for little money
63
# En een kwartje voor je gedachten
a penny for your thoughts
64
# En aan sport doen
to play a sport
65
# En bestellen
to order
66
# En manneken pis
statute of a peeing boy in the centre of Brussels
67
# En het meisje met de parel
girl with the pearl earring
68
# En schilderen
to paint
69
# En de verjaardag
birthday
70
# En ober
waiter
71
# En binnen
inside
72
# En de bui
shower (rain)
73
# En de fiets
bicycle
74
# En de kast
cupboard
75
# En kloppen
to be correct/right
76
# En de krant
newspaper
77
# En de lucht
air
78
# En de melk
milk
79
# En de muur
wall
80
# En nogal
quite
81
# En het praatje
chat
82
# En de regen
rain
83
# En samen
togehter
84
# En stralend
radiant
85
# En de suiker
sugar
86
# En de tafel
table
87
# En tegen
against
88
# En het weer
weather
89
# En het weerbericht
weather report
90
# En de wind
wind
91
# En de wolk
cloud
92
# En de zon
sun
93
# En de toonbank
counter
94
# En algemeen
general
95
# En het centrum
centre
96
# En gesloten
closed
97
# En gevestigd zijn
to be located
98
# En gezellig
nice, pleasant
99
# En het hart
heart; centre
100
# En de loopafstand
walking distance
101
# En makkelijk
easy
102
# En het openbaar vervoer
public transport
103
# En de stad
city
104
# En tot en met
to (and including)
105
# En voormalig
former
106
# En in de buurt
around/near
107
# En wat is er nog meer
what else is there?
108
# En bewijzen
to prove
109
# En het broodje
sandwich
110
# En dikker
fatter
111
# En hetzelfde
the same
112
# En ongerust
worried
113
# En ongezond
unhealthy
114
# En overdrijven
to exaggerate
115
# En vet
fat
116
# En volhouden
to keep up
117
# En woest
furious
118
# En wou
wanted
119
# En ziek
ill
120
# En afprijzen
to reduce in price
121
# En alleen
only
122
# En de bloes
the blouse
123
# En de broek
trousers
124
# En bruin
brown
125
# En goed zitten
to fit nicely/comfortably
126
# En ik denk er nog even over na
I'll think about it
127
# En de kleur
the colour
128
# En de maat
the size
129
# En mooi
beautiful/pretty
130
# En het ogenblik
moment
131
# En de paskamer
changing room
132
# En passen
to try on/to fit
133
# En rondkijken
to look around
134
# En staan bij
to match
135
# En het topje
top
136
# En de uitverkoop
sale
137
# En zoeken
to look for
138
# En dragen
to wear
139
# En maat 40
[UK] size 12, [US] size 10
140
# En meestal
mostly
141
# En toch
after all
142
# En zal
shall
143
# En zeker weten
to know for sure
144
# En zie je nou wel!
see? I knew it!
145
# En de das
tie
146
# En het hemd
shirt
147
# En het T-shirt
t-shirt
148
# En de trui
jumper
149
# En de schoenen
shoes
150
# En het ondergoed
underwear
151
# En de rok
skirt
152
# En het pak/het kostuum
suit
153
# En de jurk
dress
154
# En de jas
coat
155
# En de sokken
socks
156
# En kamer
room
157
# En nodig hebben
to need
158
# En slaapwel
sleep well/goodnight
159
# En spannend
exciting
160
# En thuis
at home
161
# En blauw
blue
162
# En grijs
greay
163
# En rood
red
164
# En zwart
black
165
# En geel
yellow
166
# En wit
white
167
# En groen
green
168
# En bruin
brown
169
# En oranje
orange
170
# En donkergroen
dark green
171
# En paars
purple/violet
172
# En lichtblauw
light blue
173
# En duur
expensive
174
# En goedkoop
cheap
175
# En veel
a lot
176
# En weining
little
177
# En aan
at
178
# En de buurt
area
179
# En iets
something
180
# En is goead
colloquial abbreviated form of Dat is good
181
# En lag
past tense of liggen
182
# En samen
together
183
# En het toneel
the play
184
# En het half uur
half an hour
185
# En het kwartier
fifteen minutes
186
# En de minuut
minute
187
# En het uur
hour
188
# En bevallen
to give birth
189
# En dateren van
to date from
190
# En duren
to last
191
# En klaar zijn
to be ready
192
# En het nieuws
news
193
# En het journaal
news broadcast
194
# En het kanaal/de zender
channel
195
# En fluiten
here: to sing
196
# En halen
to get
197
# En optreden
to perform
198
# En nakijken
to check, here: to mark
199
# En onderzoeken
to examine
200
# En de toespraak
speech
201
# En aan het werk
at work
202
# En de glijbaan
slide
203
# En rondsnuffelen
to browse
204
# En de trap
stairs
205
# En uitblazen
have a rest
206
# En de zithoek
sitting area
207
# En aangenaam
pleasant, convenient
208
# En betaalbaar
affordable
209
# En bieden
to offer
210
# En elke
each
211
# En de gelegenheid
occasion
212
# En ieder
every
213
# En juist
right
214
# En het leven
life
215
# En de mode
fashion
216
# En belangrijk
important
217
# En daarom
therefore
218
# En eigen
own
219
# En horeca
catering business
220
# En het merk
brand
221
# En op het gebied van
which has to do with
222
# En reizen
travel
223
# En vooraanstaand
prominent
224
# En de voortrekkerstrol
role of pioneer
225
# En waarden en normen
values and norms
226
# En het warenhuis
department store