De Opmat Thema 3 Flashcards

1
Q

en

pork

A

varkensvlees (het, thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

en

fijn (thema 3)

A

nice, delicate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

en

newspaper

A

krant (de; -en, thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

en

black

A

zwart (thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

en

can

A

blikje(het; -s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

en

meloen (de; -en, thema 3)

A

melon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

en

maybe, perhaps

A

misschien (thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

en

afrekenen

(rekende af, rekenden af; heeft afgerekend)

A

to pay

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

en

kilo (de; -‘s, thema 3)

A

kilo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

en

you (object singular)

A

jou (thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

en

dvd-recorder (de; -s, thema 3)

A

dvd-recorder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

en

moment

A

ogenblik (het; -ken, thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

en

to look, to watch

A

kijken (thema 3)

(keek, keken; heeft gekeken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

en

orange (fruit)

A

sinaasappel (de; -s, thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

en

komkommer (de; -s, thema 3)

A

cucumber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

en

luisteren (thema 1)

(luisterde, luisterden; heeft geluisterd)

A

to listen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

en

schroef (de; schroeven, thema 3)

A

screw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

en

interesting

A

interessant (thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

en

cheap

A

goedkoop (thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

en

kilo

A

kilo (de; -‘s, thema 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

en

dressoir (het of de; -s, thema 3)

A

sideboard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

en

drilling machine

A

boormachine (de; -s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

en

bijzettafeltje (het; -s)

A

occasional table

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

en

occasional table

A

bijzettafeltje (het; -s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
# en plaster
pleister (de; -s, thema 3)
26
# en raspberry
framboos (de; frambozen, thema 3)
27
# en salami
salami (de, thema 3)
28
# en meat
vlees (het; -, thema 3)
29
# en hamburger
hamburger (de; -s, thema 3)
30
# en zomer (de; -s, thema 3)
summer
31
# en chicken leg
kippenpoot (de; kippenpoten, thema 3)
32
# en then; than (+ comparative)
dan (thema 3, 5 en 10)
33
# en shopping evening
koopavond (de; -en, thema 3)
34
# en bestellen | (bestelde, bestelden; heeft besteld)
to order
35
# en model (het; modellen, thema 3)
model
36
# en grey
grijs (thema 3)
37
# en shop
winkel (de; -s, thema 3)
38
# en rood (thema 3)
red
39
# en bracelet
armband (de; -en)
40
# en something
iets (thema 3)
41
# en blouse (de; -s)
blouse
42
# en slagerij (de; -en, thema 3)
butcher’s shop
43
# en licht (thema 3)
licht
44
# en bookcase
boekenkast (de; -en)
45
# en strawberry
de aardbei (de; -en)
46
# en sinaasappel (de; -s, thema 3)
orange (fruit)
47
# en bra
bh (de; -‘s)
48
# en lippenstift (de; -en, thema 3)
lipstick
49
# en shawl, scarf
sjaal (de; -s, thema 3)
50
# en of course, natural(ly)
natuurlijk (thema 3)
51
# en melk (de, thema 3)
milk
52
# en koken (thema 3) (kookte, kookten; heeft gekookt)
to cook
53
# en boekenkast (de; -en)
bookcase
54
# en shirt (het; -s, thema 3)
shirt
55
# en vest (het; -en, thema 3)
waistcoat
56
# en pants
slipje (het; -s, thema 3)
57
# en kleren (de; -, thema 3)
clothes
58
# en melon
meloen (de; -en, thema 3)
59
# en oranje (thema 3)
orange
60
# en desk
bureau (het; -s)
61
# en to cost
kosten (thema 3) (kostte, kostten; heeft gekost)
62
# en him
hem (thema 3)
63
# en thirst
dorst (de; -, thema 3)
64
# en their
hun (thema 3)
65
# en chicken
kip (de; -pen, thema 3)
66
# en to wear (clothes)
dragen (thema 3) (droeg, droegen; heeft gedragen)
67
# en water
water (het; -, thema 3)
68
# en chemist
drogist (de; -en, thema 3)
69
# en beef
rundvlees (het, thema 3)
70
# en sentence
zin (de; -, thema 3)
71
# en vuilniszak (de; -ken, thema 3)
refuse bag (bin bag)
72
# en butcher
slager (de; -s, thema 3)
73
# en pear
peer (de; peren, thema 3)
74
# en newspaper
krant (de; -en, thema 3)
75
# en maar (thema 2 en 3)
but; only; just
76
# en small roll
rolletje (het, -s, thema 3)
77
# en klant (de; -en, thema 3)
customer
78
# en note
briefje (het; -s)
79
# en to cook
koken (thema 3) (kookte, kookten; heeft gekookt)
80
# en spinach
spinazie (de; -, thema 3)
81
# en flat (de; -s, thema 3)
flat, apartment building
82
# en at; with; near
bij
83
# en hout (het, thema 3)
wood, timber
84
# en ei (het; eieren, thema 3)
egg
85
# en nice, pleasant
prettig (thema 3)
86
# en waistcoat
vest (het; -en, thema 3)
87
# en to put on
aantrekken (trok aan, trokken aan; heeft aangetrokken)
88
# en glove
handschoen (de; -en, thema 3)
89
# en flat, apartment building
flat (de; -s, thema 3)
90
# en hem (thema 3)
him
91
# en jeweller
juwelier (de; -s, thema 3)
92
# en speelgoed (het; -eren, thema 3)
toys
93
# en bloemkool (de; bloemkolen)
cauliflower
94
# en pâté
pâté (de; -s, thema 3)
95
# en menu
menu (het; -‘s, thema 3)
96
# en vers (thema 3)
fresh
97
# en just; once
eens (thema 3)
98
# en handdoek (de; -en, thema 3)
towel
99
# en long
lang (thema 3)
100
# en bureau (het; -s)
desk
101
# en douchecrème (de; -s, thema 3)
shower gel
102
# en lamb
lamsvlees (het, thema 3)
103
# en flesje (het; -s, thema 3)
small bottle
104
# en french loaf
stokbrood (het; stokbroden, thema 3)
105
# en delicious, very nice
heerlijk (thema 3)
106
# en stem (de; stemmen, thema 3)
voice
107
# en shampoo
shampoo (de; -s, thema 3)
108
# en mouw (de; -en, thema 3)
sleeve
109
# en orange
oranje (thema 3)
110
# en dorst (de; -, thema 3)
thirst
111
# en salami (de, thema 3)
salami
112
# en spaghetti (de; -, thema 3)
spaghetti
113
# en pot
pot (de; -ten, thema 3)
114
# en printer (de; -s, thema 3)
printer
115
# en krant (de; -en, thema 3)
newspaper
116
# en pyjamas
pyjama (de; -‘s, thema 3)
117
# en greengrocer’s (shop)
groentewinkel (de; -s, thema 3)
118
# en pyjama (de; -‘s, thema 3)
pyjamas
119
# en sandaal (de; sandalen, thema 3)
sandal
120
# en honger (thema 3)
hunger
121
# en measure, size
maat (de; maten, thema 3)
122
# en cut, sliced
gesneden (van het werkwoord ‘snijden’; thema 3)
123
# en egg
ei (het; eieren, thema 3)
124
# en screw
schroef (de; schroeven, thema 3)
125
# en cool
koel (thema 3)
126
# en to listen
luisteren (thema 1) (luisterde, luisterden; heeft geluisterd)
127
# en shoe shop
schoenenzaak (de; schoenenzaken, thema 3)
128
# en weekend (het; -en, thema 3)
weekend
129
# en druif (de; druiven, thema 3)
grape
130
# en green
groen (thema 3)
131
# en laag (thema 3)
low
132
# en refuse bag (bin bag)
vuilniszak (de; -ken, thema 3)
133
# en sjaal (de; -s, thema 3)
shawl, scarf
134
# en duur (thema 3)
expensive
135
# en other side, opposite side
overkant (de; -en, thema 3)
136
# en bloemenzaak (de; bloemenzaken)
flower shop, florist’s shop
137
# en jacket
colbert (het of de; -s, thema 3)
138
# en product (het; -en, thema 3)
product
139
# en very
hartstikke (thema 3)
140
# en pound
pond (thema 3)
141
# en kip (de; -pen, thema 3)
chicken
142
# en pak (het; -ken, thema 3)
package, packet
143
# en beurt (de; -en)
turn
144
# en do-it-yourself shop
bouwmarkt (de; -en)
145
# en tijdschrift (het; -en, thema 3)
magazine
146
# en grape
druif (de; druiven, thema 3)
147
# en endive (čekanka)
andijvie (de)
148
# en clothes
kleding (de, thema 3)
149
# en apple
appel (de; -s)
150
# en few, little
weinig (thema 3)
151
# en pastry, cakes
gebak (het, -, thema 3)
152
# en halsketting (de; -en, thema 3)
necklace
153
# en prettig (thema 3)
nice, pleasant
154
# en delicious, very nice
heerlijk (thema 3)
155
# en weekend
weekend (het; -en, thema 3)
156
# en wc-papier (het; -, thema 3)
toilet paper
157
# en towel
handdoek (de; -en, thema 3)
158
# en zaag (de; zagen, thema 3)
saw (pila)
159
# en stool
kruk (de; -ken, thema 3)
160
# en boodschap (de; boodschappen)
shopping; message
161
# en colbert (het of de; -s, thema 3)
jacket
162
# en kipfilet (de; -s, thema 3)
fillet of chicken
163
# en hangen (thema 3) (hing, hingen; heeft gehangen)
to hang
164
# en aspirin
aspirine (de; -s)
165
# en postuur (het; posturen, thema 3)
(body) shape, figure
166
# en boormachine (de; -s)
drilling machine
167
# en jurk (de; -ken, thema 3)
dress
168
# en sugar
suiker (de; -s, thema 3)
169
# en jeans
spijkerbroek (de; -en, thema 3)
170
# en wood, timber
hout (het, thema 3)
171
# en boek (het; en)
book
172
# en to hang
hangen (thema 3) (hing, hingen; heeft gehangen)
173
# en them
hen (thema 3)
174
# en customer
klant (de; -en, thema 3)
175
# en speciaal (thema 3)
special(ly)
176
# en but; only; just
maar (thema 2 en 3)
177
# en drogisterij (de; -en, thema 3)
chemist’s shop, drugstore
178
# en grijs (thema 3)
grey
179
# en mandarin
mandarijn (de; -en, thema 3)
180
# en pin card, money card
pinpas (de; -sen, thema 3)
181
# en expensive
duur (thema 3)
182
# en rollade (de; -s, thema 3)
collared beef
183
# en to help
helpen (thema 3) (hielp, hielpen; heeft geholpen)
184
# en trui (de; -en, thema 3)
sweater, jersey
185
# en kalender (de; -s, thema 3)
calendar
186
# en licht
licht (thema 3)
187
# en nice, delicate
fijn (thema 3)
188
# en helaas (thema 3)
unfortunately
189
# en probleem (het; problemen, thema 3)
problem
190
# en necklace
halsketting (de; -en, thema 3)
191
# en fauteuil (de; -s, thema 3)
arm-chair, easy chair
192
# en letter
brief (de; brieven)
193
# en stil (thema 3)
silent, quiet
194
# en peer (de; peren, thema 3)
pear
195
# en (body) shape, figure
postuur (het; posturen, thema 3)
196
# en cherry
kers (de; -en, thema 3)
197
# en book
boek (het; en)
198
# en cervelaat (de)
saveloy A saveloy is a type of highly seasoned sausage, usually bright red in colour, which is typically available in English fish and chips shops, sometimes fried in batter.
199
# en brief (de; brieven)
letter
200
# en oil
olie (de; oliën, -s, thema 3)
201
# en rekening (de; -en, thema 3)
bill
202
# en sleeve
mouw (de; -en, thema 3)
203
# en without
zonder (thema 3)
204
# en nail
spijker (de; -s, thema 3)
205
# en clothes shop
kledingwinkel (de; -s, thema 3)
206
# en underpants
onderbroek (de; -en, thema 3)
207
# en bed quilt cover
dekbedovertrek (het; -ken, thema 3)
208
# en contant (thema 3)
cash
209
# en zakje (het; -s, thema 3)
small bag
210
# en koopavond (de; -en, thema 3)
shopping evening
211
# en gesneden (van het werkwoord ‘snijden’; thema 3)
cut, sliced
212
# en jenever (de, thema 3)
gin
213
# en rose
roos (de; rozen, thema 3)
214
# en screwdriver
schroevendraaier (de; -s, thema 3)
215
# en plant
plant (de; -en, thema 3)
216
# en cauliflower
bloemkool (de; bloemkolen)
217
# en blauw
blue
218
# en all right
oké (thema 3)
219
# en aardappel (de; -s, -en)
potato
220
# en prei (de; -en, thema 3)
leek
221
# en pizza
pizza (de; -‘s, thema 3)
222
# en gram (het; -men, thema 3)
gramme
223
# en hamburger (de; -s, thema 3)
hamburger
224
# en kers (de; -en, thema 3)
cherry
225
# en budget (het; budgetten)
budget
226
# en costume, suit
kostuum (het; -s, thema 3)
227
# en low
laag (thema 3)
228
# en blouse
blouse (de; -s)
229
# en drogist (de; -en, thema 3)
chemist
230
# en tot (thema 3)
until, till
231
# en magazine
tijdschrift (het; -en, thema 3)
232
# en tin (e.g. for salt, pepper)
bus (de; -sen)
233
# en winkel (de; -s, thema 3)
shop
234
# en goedkoop (thema 3)
cheap
235
# en eettafel (de; -s, thema 3) dining table
236
# en horloge (het; -s, thema 3)
watch
237
# en there
er (thema 3)
238
# en appel (de; -s)
apple
239
# en port (wine)
port (de; -, thema 3)
240
# en hammer
hamer (de; -s, thema 3)
241
# en lang (thema 3)
long
242
# en us
ons (thema 3)
243
# en cd-speler (de; -s)
cd-player
244
# en vlees (het; -, thema 3)
meat
245
# en rok (de; -ken, thema 3)
skirt
246
# en brie (type of french cheese)
brie (de)
247
# en briefje (het; -s)
note
248
# en lipstick
lippenstift (de; -en, thema 3)
249
# en plant (de; -en, thema 3)
plant
250
# en oké (thema 3)
all right
251
# en suiker (de; -s, thema 3)
sugar
252
# en hamer (de; -s, thema 3)
hammer
253
# en pub
café (het; -s)
254
# en make-up (de, thema 3)
make-up
255
# en other side, opposite side
overkant (de; -en, thema 3)
256
# en glass of beer
pilsje (het; -s, thema 3)
257
# en broek (de; -en)
(pair of) trousers
258
# en earring
oorbel (de; -len, thema 3)
259
# en a pity
jammer (thema 3)
260
# en dvd-player
dvd-speler (de; -s, thema 3)
261
# en slipper (de; -s, thema 3)
slipper
262
# en blik (het; -ken)
tin
263
# en (sweet) biscuit
koekje (het; -s, thema 3)
264
# en butcher’s shop
slagerij (de; -en, thema 3)
265
# en one and a half
anderhalf
266
# en overkant (de; -en, thema 3)
other side, opposite side
267
# en cement
cement (het of de)
268
# en inderdaad (thema 3)
269
# en small bag
zakje (het; -s, thema 3)
270
# en bill
rekening (de; -en, thema 3)
271
# en sla (de, thema 3)
salad, lettuce
272
# en bus (de; -sen)
tin (e.g. for salt, pepper)
273
# en kosten (thema 3) (kostte, kostten; heeft gekost)
to cost
274
# en maat (de; maten, thema 3)
measure, size
275
# en hun (thema 3)
their
276
# en wit (thema 3)
white
277
# en light brown
lichtbruin (thema 3)
278
# en krentenbol (de; -len, thema 3)
currant bun
279
# en greengrocer
groenteboer (de; -en, thema 3)
280
# en bread, loaf
brood (het; broden)
281
# en sideboard
dressoir (het of de; -s, thema 3)
282
# en bij
at; with; near
283
# en ober (de; -s, thema 3)
waiter
284
# en voice
stem (de; stemmen, thema 3)
285
# en shoe
schoen (de; -en, thema 3)
286
# en Dutch waffle with syrup
stroopwafel (de; -s, thema 3)
287
# en slipper
pantoffel (de; -s, thema 3)
288
# en zacht (thema 3)
soft
289
# en ring
ring (de; -en, thema 3)
290
# en to walk
lopen (thema 3) (liep, liepen; heeft gelopen)
291
# en whipped cream
slagroom (de; -, thema 3)
292
# en jammer (thema 3)
a pity
293
# en saw (pila)
zaag (de; zagen, thema 3)
294
# en overhemd (het; -en, thema 3)
shirt
295
# en weinig (thema 3)
few, little
296
# en vleeswaren (de; -, thema 3)
slices of meat (on bread)
297
# en t-shirt
t-shirt (het; -s, thema 3)
298
# en gramme
gram (het; -men, thema 3)
299
# en doosje (het; -s, thema 3)
small box
300
# en helpen (thema 3) (hielp, hielpen; heeft geholpen)
to help
301
# en rosé
rosé (de; -s, thema 3)
302
# en paar (her; paren, thema 3)
pair
303
# en spinazie (de; -, thema 3)
spinach
304
# en alles
everything
305
# en brood (het; broden)
bread, loaf
306
# en small box
doosje (het; -s, thema 3)
307
# en leek
prei (de; -en, thema 3)
308
# en reep (de; repen, thema 3)
bar (e.g. of chocolate)
309
# en betalen | (betaalde, betaalden; heeft betaald)
to pay
310
# en tulp (de; -en, thema 3)
tulip
311
# en bruin
brown
312
# en mp3-speler (de; -s, thema 3)
mp3-player
313
# en hen (thema 3)
them
314
# en tin
blik (het; -ken)
315
# en small tin; small bus
busje (het; -s)
316
# en t-shirt (het; -s, thema 3)
t-shirt
317
# en shoe heel
hak (de; hakken, thema 3)
318
# en busje (het; -s)
small tin; small bus
319
# en pair
paar (her; paren, thema 3)
320
# en kaaswinkel (de; -s, thema 3)
cheese shop
321
# en thee (de; theeën, thema 3)
thee
322
# en dvd-recorder
dvd-recorder (de; -s, thema 3)
323
# en skirt
rok (de; -ken, thema 3)
324
# en menu (het; -‘s, thema 3)
menu
325
# en hunger
honger (thema 3)
326
# en misschien (thema 3)
maybe, perhaps
327
# en sweet
zoet (thema 3)
328
# en smaken (thema 3) (smaakte, smaakten; heeft gesmaakt)
to taste
329
# en verkoper (de; -s, thema 3)
seller, salesman
330
# en underwear
ondergoed (het, thema 3)
331
# en bakker (de; -s)
baker
332
# en zoet (thema 3)
sweet
333
# en winter (de; -s, thema 3)
winter
334
# en handschoen (de; -en, thema 3)
glove
335
# en aspirine (de; -s)
aspirin
336
# en schoen (de; -en, thema 3)
shoe
337
# en colour
kleur (de; -en, thema 3)
338
# en shirt
overhemd (het; -en, thema 3)
339
# en watch
horloge (het; -s, thema 3)
340
# en budget
budget (het; budgetten)
341
# en heerlijk (thema 3)
delicious, very nice
342
# en ogenblik (het; -ken, thema 3)
moment
343
# en saveloy A saveloy is a type of highly seasoned sausage, usually bright red in colour, which is typically available in English fish and chips shops, sometimes fried in batter.
cervelaat (de)
344
# en pink
roze (thema 3)
345
# en pilsje (het; -s, thema 3)
glass of beer
346
# en high
hoog (thema 3)
347
# en small bag
tasje (het; -s, thema 3)
348
# en banaan (de; bananen)
banana
349
# en zeggen (thema 3) (zei, zeiden; heeft gezegd)
to say
350
# en dan (thema 3, 5 en 10)
then; than (+ comparative)
351
# en groen (thema 3)
green
352
# en ring (de; -en, thema 3)
ring
353
# en cold
koud (thema 3)
354
# en slagroom (de; -, thema 3)
whipped cream
355
# en winter
winter (de; -s, thema 3)
356
# en bakkerij (de; -en)
bakery, baker’s shop
357
# en keus (de; keuzes, thema 3)
choice
358
# en to say
zeggen (thema 3) (zei, zeiden; heeft gezegd)
359
# en boot
laars (de; laarzen, thema 3)
360
# en passen (thema 3) (paste, pasten; heeft gepast)
to fit, to try on
361
# en summer
zomer (de; -s, thema 3)
362
# en on; at; to
aan
363
# en pleister (de; -s, thema 3)
plaster
364
# en ongeveer (thema 3)
about, approximately
365
# en package, packet
pak (het; -ken, thema 3)
366
# en shampoo (de; -s, thema 3)
shampoo
367
# en to pay
afrekenen (rekende af, rekenden af; heeft afgerekend)
368
# en er (thema 3)
there
369
# en natuurlijk (thema 3)
of course, natural(ly)
370
# en spijker (de; -s, thema 3)
nail
371
# en cheese shop
kaaswinkel (de; -s, thema 3)
372
# en model
model (het; modellen, thema 3)
373
# en slices of meat (on bread)
vleeswaren (de; -, thema 3)
374
# en overkant (de; -en, thema 3)
other side, opposite side
375
# en tegel (de; -s, thema 3)
tile
376
# en choice
keus (de; keuzes, thema 3)
377
# en box
doos (de; dozen, thema 3)
378
# en screwdriver
schroevendraaier (de; -s, thema 3)
379
# en pepper
paprika (de; -‘s, thema 3)
380
# en calendar
kalender (de; -s, thema 3)
381
# en krop (de; -pen, thema 3)
head (of lettuce)
382
# en kostuum (het; -s, thema 3)
costume, suit
383
# en cucumber
komkommer (de; -s, thema 3)
384
# en oorbel (de; -len, thema 3)
earring
385
# en kippenpoot (de; kippenpoten, thema 3)
chicken leg
386
# en tile
tegel (de; -s, thema 3)
387
# en ons (thema 3)
us
388
# en broodje (het; -s)
roll, bun
389
# en anderhalf
one and a half
390
# en koekje (het; -s, thema 3)
(sweet) biscuit
391
# en proberen (thema 3) (probeerde, probeerden; heeft geprobeerd)
**to try**
392
# en mooi (thema 3)
beautiful
393
# en chicken bone
kippenbout (de; -en, thema 3)
394
# en spijkerbroek (de; -en, thema 3)
jeans
395
# en stropdas (de; -sen, thema 3)
tie
396
# en banana
banaan (de; bananen)
397
# en furniture shop
meubelzaak (de; meubelzaken, thema 3)
398
# en pond (thema 3)
pound
399
# en small pot
potje (het; -s, thema 3)
400
# en bank (de; -en)
bank; sofa
401
# en brengen | (bracht, brachten; heeft gebracht)
to bring
402
# en tasje (het; -s, thema 3)
small bag
403
# en special(ly)
speciaal (thema 3)
404
# en gehakt (het, thema 3)
minced meat
405
# en small packet
pakje (het; -s, thema 3)
406
# en together
samen (thema 3)
407
# en slipje (het; -s, thema 3)
pants
408
# en servies (het; serviezen, thema 3)
409
# en bag
zak (de; -ken, thema 3)
410
# en dvd-speler (de; -s, thema 3)
dvd-player
411
# en mp3-player
mp3-speler (de; -s, thema 3)
412
# en purple
paars (thema 3)
413
# en fillet of chicken
kipfilet (de; -s, thema 3)
414
# en schroevendraaier (de; -s, thema 3)
screwdriver
415
# en geel (thema 3)
yellow
416
# en seller, salesman
verkoper (de; -s, thema 3)
417
# en port (de; -, thema 3)
port (wine)
418
# en onion
ui (de; -en, thema 3)
419
# en stokbrood (het; stokbroden, thema 3)
french loaf
420
# en bookshop
boekwinkel (de; -s)
421
# en ananas ((de; -sen)
pine-apple
422
# en beautiful
mooi (thema 3)
423
# en arm-chair, easy chair
fauteuil (de; -s, thema 3)
424
# en mandarijn (de; -en, thema 3)
mandarin
425
# en plug
plug (de; -gen, thema 3)
426
# en schoenenzaak (de; schoenenzaken, thema 3)
shoe shop
427
# en the special offer
aanbieding (de; -en)
428
# en café (het; -s)
pub
429
# en kippenbout (de; -en, thema 3)
chicken bone
430
# en krant (de; -en, thema 3)
newspaper
431
# en roze (thema 3)
pink
432
# en cement (het of de)
cement
433
# en black
zwart (thema 3)
434
# en shirt
shirt (het; -s, thema 3)
435
# en brie (de)
brie (type of french cheese)
436
# en dekbedovertrek (het; -ken, thema 3)
bed quilt cover
437
# en cash
contant (thema 3)
438
# en butter
boter (de)
439
# en roll, bun
broodje (het; -s)
440
# en lelijk (thema 3)
ugly
441
# en bloem (de; -en)
flower
442
# en bouwmarkt (de; -en)
do-it-yourself shop
443
# en salad, lettuce
sla (de, thema 3)
444
# en doos (de; dozen, thema 3)
box
445
# en tulip
tulp (de; -en, thema 3)
446
# en boekwinkel (de; -s)
bookshop
447
# en sock
sok (de; -ken, thema 3)
448
# en dark
donker (thema 3)
449
# en flower shop, florist’s shop
bloemenzaak (de; bloemenzaken)
450
# en armband (de; -en)
bracelet
451
# en jong (thema 3)
young
452
# en blue
blauw
453
# en bh (de; -‘s)
bra
454
# en printer
printer (de; -s, thema 3)
455
# en meneer (de; meneren, thema 3)
mister, sir
456
# en boontje (het; -s)
bean
457
# en markt (de; -en, thema 3)
market
458
# en tie
stropdas (de; -sen, thema 3)
459
# en zwart (thema 3)
black
460
# en red
rood (thema 3)
461
# en beer
bier (het)
462
# en milk
melk (de, thema 3)
463
# en laptop (de; -s, thema 3)
laptop, notebook
464
# en gebak (het, -, thema 3)
pastry, cakes
465
# en ondergoed (het, thema 3)
underwear
466
# en about, approximately
ongeveer (thema 3)
467
# en turn
beurt (de; -en)
468
# en juwelier (de; -s, thema 3)
jeweller
469
# en olie (de; oliën, -s, thema 3)
oil
470
# en paars (thema 3)
purple
471
# en onderbroek (de; -en, thema 3)
underpants
472
# en weather
weer (thema 3)
473
# en dragen (thema 3) (droeg, droegen; heeft gedragen)
to wear (clothes)
474
# en samen (thema 3)
together
475
# en zin (de; -, thema 3)
sentence
476
# en roll
rol (de; -len, thema 3)
477
# en framboos (de; frambozen, thema 3)
raspberry
478
# en flower
bloem (de; -en)
479
# en jou (thema 3)
you (object singular)
480
# en roos (de; rozen, thema 3)
rose
481
# en (pair of) trousers
broek (de; -en)
482
# en white
wit (thema 3)
483
# en cake (de; -s)
cake
484
# en zonder (thema 3)
without
485
# en silent, quiet
stil (thema 3)
486
# en beige
487
# en sweater, jersey
trui (de; -en, thema 3)
488
# en eens (thema 3)
just; once
489
# en heerlijk (thema 3)
delicious, very nice
490
# en bun A bun is a small, usually sweet, bread. Commonly they are hand-sized or smaller, domed in shape, with a flat bottom. A bun can also be a savory bread roll similar to a bap or barmcake. (buchta, bochanek, zemle, brioska)
bolletje (het; -s)
491
# en thee
thee (de; theeën, thema 3)
492
# en hak (de; hakken, thema 3)
shoe heel
493
# en until, till
tot (thema 3)
494
# en whisky (de, thema 3)
whisky
495
# en pinpas (de; -sen, thema 3)
pin card, money card
496
# en whisky
whisky (de, thema 3)
497
# en kledingwinkel (de; -s, thema 3)
clothes shop
498
# en fresh
vers (thema 3)
499
# en andijvie (de)
endive (čekanka)
500
# en bank; sofa
bank (de; -en)