De Opmat Thema 5 Flashcards
1
Q
en
musical
A
muzikaal (thema 5)
2
Q
en
pop music, rock music
A
popmuziek (de; -, thema 5)
3
Q
en
instrument
A
instrument (het; -en, thema 5)
4
Q
en
to lose
A
kwijtraken (thema 5) (raakte kwijt, raakten kwijt; is kwijtgeraakt)
5
Q
en
line, (bus) number
A
lijn (de; -en, thema 5)
6
Q
en
ontbijten (thema 5)(ontbeet, ontbeten; heeft ontbeten)
A
to have breakfast
7
Q
en
favoriet (thema 5)
A
favourite
8
Q
en
afwas (de; -, thema 5)
A
dishes
9
Q
en
middernacht (de; -, thema 5)
A
midnight
10
Q
en
ervaren (thema 5)(ervoer, ervoeren; heeft ervaren)
A
to experience
11
Q
en
zojuist (thema 5)
A
just, a short while ago
12
Q
en
salsa
A
salsa (de, thema 5)
13
Q
en
student years
A
studententijd (de, thema 5)
14
Q
en
last, previous
A
vorig (thema 5)
15
Q
en
koor (het; koren, thema 5)
A
choir
16
Q
en
salsa (de, thema 5)
A
salsa
17
Q
en
jazz
A
jazz (de, thema 5)
18
Q
en
internet (het; -, thema 5)
A
internet
19
Q
en
kwijtraken (thema 5) (raakte kwijt, raakten kwijt; is kwijtgeraakt)
A
to lose
20
Q
en
vervolgens (thema 5)
A
next, afterwards
21
Q
en
to repeat
A
herhalen (thema 5) (herhaalde, herhaalden; heeft herhaald)
22
Q
en
better
A
beter (thema 5)
23
Q
en
dalen (thema 5)
A
to go down, to descend
24
Q
en
snob (de; -s, thema 5)
A
snob
25
# en
section, department
afdeling (de; -en, thema 5)
26
# en
sporting
sportief (thema 5)
27
# en
between, among
tussen (thema 5)
28
# en
occasionally, now and then
af en toe (thema 5)
29
# en
post (de; -, thema 5)
post
30
# en
homework
huiswerk (het; -, thema 5)
31
# en
journaal (het; -s, thema 5)
news
32
# en
verschillend (thema 5)
different
33
# en
voetbalwedstrijd (de; -en, thema 5)
soccer match
34
# en
snob
snob (de; -s, thema 5)
35
# en
story
verhaal (het; verhalen, thema 5)
36
# en
to earn
verdienen (thema 5)
37
# en
temperatuur (de; temperaturen, thema 5)
temperature
38
# en
stijgen thema 5) (steeg, stegen; is gestegen)
to rise, to go up
39
# en
occupied, engaged
bezet (thema 5 en 8)
40
# en
dik (thema 5)
fat, obese
41
# en
active
actief (thema 5)
42
# en
least, fewest
minst (thema 5)
43
# en
zaal (de; zalen, thema 5)
big room; hall
44
# en
after
na (thema 5)
45
# en
over (tijd; thema 5)
in … from now (future)
46
# en
gebeuren (thema 5)
to happen
47
# en
fan (de; -s, thema 5)
fan
48
# en
winnen (thema 5)(won, wonnen; heeft gewonnen)
to win
49
# en
minst (thema 5)
least, fewest
50
# en
na (thema 5)
after
51
# en
busy, occupied
druk (thema 5)
52
# en
to chat, to talk
kletsen (thema 5) (kletste, kletsten; heeft gekletst)
53
# en
hekel (de, thema 5)
dislike, hate
54
# en
dearest, preferably
liefst (thema 5)
55
# en
tot slot (thema 5)
finally
56
# en
last, previous
afgelopen (thema 5)
57
# en
dishes
afwas (de; -, thema 5)
58
# en
af en toe (thema 5)
occasionally, now and then
59
# en
verbeteren (thema 5)(verbeterde, verbeterden; heeft verbeterd)
to improve
60
# en
champion
kampioen (de; -en, thema 5)
61
# en
overwerken (thema 5) (werkte over, werkten over; heeft overgewerkt)
work overtime
62
# en
next, coming
aanstaand(e) (thema 5)
63
# en
slagen (thema 5) (slaagde, slaagden; is geslaagd)
to pass, to succeed
64
# en
internet
internet (het; -, thema 5)
65
# en
fat, obese
dik (thema 5)
66
# en
volgen (thema 5) (volgde, volgden; heeft gevolgd)
to follow
67
# en
to play hockey
hockeyen (thema 5)
68
# en
fietsen (thema 5) (fietste, fietsten; heeft gefietst)
to cycle
69
# en
tiring
vermoeiend (thema 5)
70
# en
komend (thema 5)
coming, next
71
# en
zeker (thema 5)
certain(ly)
72
# en
te (thema 5)
too
73
# en
vermoeiend (thema 5)
tiring
74
# en
to lose
verliezen (thema 5)
75
# en
to improve
verbeteren (thema 5)(verbeterde, verbeterden; heeft verbeterd)
76
# en
dance performance
dansvoorstelling (de; -en, thema 5)
77
# en
kletsen (thema 5) (kletste, kletsten; heeft gekletst)
to chat, to talk
78
# en
flink (thema 5)
substantial; strong
79
# en
to paint
schilderen (thema 5) (schilderde, schilderden; heeft geschilderd)
80
# en
ten slotte (thema 5)
finally
81
# en
piano
piano (de; -‘s, thema 5)
82
# en
to have breakfast
ontbijten (thema 5)(ontbeet, ontbeten; heeft ontbeten)
83
# en
schilderen (thema 5) (schilderde, schilderden; heeft geschilderd)
to paint
84
# en
afgelopen (thema 5)
last, previous
85
# en
herhalen (thema 5) (herhaalde, herhaalden; heeft herhaald)
to repeat
86
# en
wel (thema 5)
indeed
87
# en
to experience
ervaren (thema 5)(ervoer, ervoeren; heeft ervaren)
88
# en
liefst (thema 5)
dearest, preferably
89
# en
energie (de, thema 5)
energy
90
# en
pronunciation
91
# en
ever
ooit (thema 5)
92
# en
appartement (het; -en, thema 5)
apartment
93
# en
vorig (thema 5)
last, previous
94
# en
famous
beroemd (thema 5)
95
# en
after that, afterwards
daarna (thema 5)
96
# en
to follow
volgen (thema 5) (volgde, volgden; heeft gevolgd)
97
# en
actief (thema 5)
active
98
# en
table (statistic), index
tabel (de; tabellen, thema 5)
99
# en
most
meest (thema 5)
100
# en
lecture
college (het; -s, thema 5)
101
# en
rijk (thema 5)
rich
102
# en
just, a short while ago
zojuist (thema 5)
103
# en
buurt (de; -en, thema 5)
neighbourhood
104
# en
programma (het; -s, thema 5)
programme
105
# en
world record
wereldrecord (het; -s, thema 5)
106
# en
too
te (thema 5)
107
# en
zelden (thema 5)
seldom
108
# en
schaatsen (thema 5)(schaatste, schaatsten; heeft geschaatst)
to scate
109
# en
druk (thema 5)
busy, occupied
110
# en
hotel
hotel (het; -s, thema 5)
111
# en
to rise, to go up
stijgen thema 5) (steeg, stegen; is gestegen)
112
# en
fan
fan (de; -s, thema 5)
113
# en
programme
programma (het; -s, thema 5)
114
# en
to happen
gebeuren (thema 5)
115
# en
jazz (de, thema 5)
jazz
116
# en
minder (thema 5)
less, fewer
117
# en
to arrange, to organize
regelen (thema 5) (regelde, regelden; heeft geregeld)
118
# en
studententijd (de, thema 5)
student years
119
# en
ballet
ballet (het; -ten, thema 5)
120
# en
earlier; in the past
vroeger (thema 5)
121
# en
kroket (de; -ten, thema 5)
croquette
122
# en
wise
wijs (thema 5)
123
# en
to play soccer
voetballen (thema 5)
124
# en
apartment
appartement (het; -en, thema 5)
125
# en
substantial; strong
flink (thema 5)
126
# en
rather
liever (thema 5)
127
# en
news
journaal (het; -s, thema 5)
128
# en
sportief (thema 5)
sporting
129
# en
seldom
zelden (thema 5)
130
# en
middelbaar (thema 5)
medium; secondary
131
# en
neighbour
buur (de; buren, thema 5)
132
# en
different
verschillend (thema 5)
133
# en
to reserve, to book
reserveren (thema 5) (reserveerde, reserveerden; heeft gereserveerd)
134
# en
coming, next
komend (thema 5)
135
# en
favourite
favoriet (thema 5)
136
# en
midnight
middernacht (de; -, thema 5)
137
# en
kwart (het; -en, thema 5)
quarter
138
# en
keer (de; keren, thema 5)
time
139
# en
bezet (thema 5 en 8)
occupied, engaged
140
# en
always
altijd (thema 5)
141
# en
laatste (thema 5)
last, final
142
# en
to pass, to succeed
slagen (thema 5) (slaagde, slaagden; is geslaagd)
143
# en
hockeyen (thema 5)
to play hockey
144
# en
actueel (thema 5)
of present interest, topical
145
# en
to sing
zingen (thema 5)(zong, zongen; heeft gezongen)
146
# en
energy
energie (de, thema 5)
147
# en
dansvoorstelling (de; -en, thema 5)
dance performance
148
# en
regelen (thema 5) (regelde, regelden; heeft geregeld)
to arrange, to organize
149
# en
buur (de; buren, thema 5)
neighbour
150
# en
beter (thema 5)
better
151
# en
tussen (thema 5)
between, among
152
# en
oefenen (thema 5) (oefende, oefenden; heeft geoefend)
to practise, to exercise
153
# en
work overtime
overwerken (thema 5) (werkte over, werkten over; heeft overgewerkt)
154
# en
further
verder (thema 5)
155
# en
in, per
per (.. keer per week; thema 5)
156
# en
calorie
calorie (de; -ën, thema 5)
157
# en
popmuziek (de; -, thema 5)
pop music, rock music
158
# en
wereldrecord (het; -s, thema 5)
world record
159
# en
voetballen (thema 5)
to play soccer
160
# en
intellectueel (thema 5)
intellectual
161
# en
far
ver (thema 5)
162
# en
verhaal (het; verhalen, thema 5)
story
163
# en
working day
werkdag (de; -en, thema 5)
164
# en
player
speler (de; -s, thema 5)
165
# en
douchen (thema 5) (douchte, douchten; heeft gedoucht)
to take a shower
166
# en
neighbourhood
buurt (de; -en, thema 5)
167
# en
eigenlijk (thema 5)
actually, really
168
# en
first
eerst (thema 5)
169
# en
less, fewer
minder (thema 5)
170
# en
finally
ten slotte (thema 5)
171
# en
boterham (de; -men, thema 5)
slice of bread
172
# en
vroeger (thema 5)
earlier; in the past
173
# en
echt (thema 5)
real
174
# en
operation
operatie (de; -s, thema 5)
175
# en
to go for a walk
wandelen (thema 5) (wandelde, wandelden; heeft gewandeld)
176
# en
wel eens (thema 5)
ever, now and again
177
# en
college (het; -s, thema 5)
lecture
178
# en
to watch out, to be careful
uitkijken (thema 5) (keek uit, keken uit; heeft uitgekeken)
179
# en
afdeling (de; -en, thema 5)
section, department
180
# en
intellectual
intellectueel (thema 5)
181
# en
orkest (het; -en, thema 5)
orchestra
182
# en
altijd (thema 5)
always
183
# en
instrument (het; -en, thema 5)
instrument
184
# en
wakker (thema 5)
awake
185
# en
free (of charge)
gratis (thema 5)
186
# en
never
nooit (thema 5)
187
# en
indeed
wel (thema 5)
188
# en
verdienen (thema 5)
to earn
189
# en
ever, now and again
wel eens (thema 5)
190
# en
last, final
laatste (thema 5)
191
# en
slice of bread
boterham (de; -men, thema 5)
192
# en
squashen (thema 5) (squashte, squashten; heeft gesquasht)
to play squash
193
# en
spelen (thema 5) (speelde, speelde; heeft gespeeld)
to play
194
# en
zaal (de; zalen, thema 5)
big room; hall
195
# en
to win
winnen (thema 5)(won, wonnen; heeft gewonnen)
196
# en
bellen (thema 5) (belde, belden; heeft gebeld)
to call, to phone
197
# en
beroemd (thema 5)
famous
198
# en
ooit (thema 5)
ever
199
# en
meest (thema 5)
most
200
# en
uitkijken (thema 5) (keek uit, keken uit; heeft uitgekeken)
to watch out, to be careful
201
# en
uitspraak (de; -, thema 5)
pronunciation
202
# en
to call, to phone
bellen (thema 5) (belde, belden; heeft gebeld)
203
# en
team
team (het; -s, thema 5)
204
# en
actually, really
eigenlijk (thema 5)
205
# en
praten (thema 5)(praatte, praatten; heeft gepraat)
to talk
206
# en
hotel (het; -s, thema 5)
hotel
207
# en
notulen (de, thema 5)
minutes of a meeting
208
# en
ver (thema 5)
far
209
# en
team (het; -s, thema 5)
team
210
# en
post
post (de; -, thema 5)
211
# en
to go down, to descend
dalen (thema 5)
212
# en
to play squash
squashen (thema 5) (squashte, squashten; heeft gesquasht)
213
# en
aanstaand(e) (thema 5)
next, coming
214
# en
klassiek (thema 5)
classic(al)
215
# en
to scate
schaatsen (thema 5)(schaatste, schaatsten; heeft geschaatst)
216
# en
inhoud (de; - thema 5)
content(s)
217
# en
eerst (thema 5)
first
218
# en
just, a short while ago
zojuist (thema 5)
219
# en
per (.. keer per week; thema 5)
in, per
220
# en
operatie (de; -s, thema 5)
operation
221
# en
regelmatig (thema 5)
regular(ly)
222
# en
to cycle
fietsen (thema 5) (fietste, fietsten; heeft gefietst)
223
# en
piano (de; -‘s, thema 5)
piano
224
# en
review
recensie (de; -s, thema 5)
225
# en
orchestra
orkest (het; -en, thema 5)
226
# en
most
meer (thema 5) more
227
# en
rich
rijk (thema 5)
228
# en
slapen (thema 5)(sliep, sliepen; heeft geslapen)
to sleep
229
# en
big room; hall
zaal (de; zalen, thema 5)
230
# en
in … from now (future)
over (tijd; thema 5)
231
# en
quarter
kwart (het; -en, thema 5)
232
# en
to practise, to exercise
oefenen (thema 5) (oefende, oefenden; heeft geoefend)
233
# en
regular(ly)
regelmatig (thema 5)
234
# en
of present interest, topical
actueel (thema 5)
235
# en
ballet (het; -ten, thema 5)
ballet
236
# en
to talk
praten (thema 5)(praatte, praatten; heeft gepraat)
237
# en
huiswerk (het; -, thema 5)
homework
238
# en
nieuws (het, -; thema 5)
news
239
# en
zojuist (thema 5)
just, a short while ago
240
# en
liever (thema 5)
rather
241
# en
to play
spelen (thema 5) (speelde, speelde; heeft gespeeld)
242
# en
temperature
temperatuur (de; temperaturen, thema 5)
243
# en
zingen (thema 5)(zong, zongen; heeft gezongen)
to sing
244
# en
next, afterwards
vervolgens (thema 5)
245
# en
certain(ly)
zeker (thema 5)
246
# en
to fail (the exam)
zakken (thema 5) (zakte, zakten; is gezakt)
247
# en
content(s)
inhoud (de; - thema 5)
248
# en
verder (thema 5)
further
249
# en
time
keer (de; keren, thema 5)
250
# en
choir
koor (het; koren, thema 5)
251
# en
pronunciation
uitspraak (de; -, thema 5)
252
# en
uitspraak (de; -, thema 5)
pronunciation
253
# en
tabel (de; tabellen, thema 5)
table (statistic), index
254
# en
meer (thema 5) more
most
255
# en
easy
makkelijk (thema 5)
256
# en
news
nieuws (het, -; thema 5)
257
# en
dislike, hate
hekel (de, thema 5)
258
# en
reserveren (thema 5) (reserveerde, reserveerden; heeft gereserveerd)
to reserve, to book
259
# en
lijn (de; -en, thema 5)
line, (bus) number
260
# en
muzikaal (thema 5)
musical
261
# en
wandelen (thema 5) (wandelde, wandelden; heeft gewandeld)
to go for a walk
262
# en
recensie (de; -s, thema 5)
review
263
# en
wijs (thema 5)
wise
264
# en
big room; hall
zaal (de; zalen, thema 5)
265
# en
daarna (thema 5)
after that, afterwards
266
# en
makkelijk (thema 5)
easy
267
# en
finally
tot slot (thema 5)
268
# en
zakken (thema 5) (zakte, zakten; is gezakt)
to fail (the exam)
269
# en
croquette
kroket (de; -ten, thema 5)
270
# en
gratis (thema 5)
free (of charge)
271
# en
real
echt (thema 5)
272
# en
verliezen (thema 5)
to lose
273
# en
soccer match
voetbalwedstrijd (de; -en, thema 5)
274
# en
medium; secondary
middelbaar (thema 5)
275
# en
werkdag (de; -en, thema 5)
working day
276
# en
calorie (de; -ën, thema 5)
calorie
277
# en
kampioen (de; -en, thema 5)
champion
278
# en
minutes of a meeting
notulen (de, thema 5)
279
# en
classic(al)
280
# en
awake
wakker (thema 5)
281
# en
speler (de; -s, thema 5)
player
282
# en
to sleep
slapen (thema 5)(sliep, sliepen; heeft geslapen)
283
# en
nooit (thema 5)
never
284
# en
to take a shower
douchen (thema 5) (douchte, douchten; heeft gedoucht)
