Routledge Unit 1 Flashcards
En
een beetje magie
a little magic
En
belangrijk
important
En
bij
at/with
En
een charmante man
a charming man
En
directeur
director
En
en
and
En
een exportbedrijf
an export company
En
een goed gevoel voor humor
a good sense of humour
En
graag
[I) like to . . .
En
een hond
a dog
En
informatica
I.T.
En
een intelligente vrouw
an intelligent woman
En
intimiteit
intimacy
En
jij ook?
you too?
En
koken
to cook
En
het leven
life
En
lezen
to read
En
een marketingbedrijf
a marketing company
En
mijn
my
En
een modebedrijf
a fashion company
En
muziek
musIc
En
reizen
to travel
En
secretaresse
secretary
En
een serieuze relatie
a serious relationship
En
een spontane meid
a spontaneous woman
En
spontaniteit
spontaneity [informal)
En
tussen
between
En
veel
a lot
En
wat romantiek
a little romance
En
Ik ben Rutger.
I am Rutger.
En
Ik heet Rutger.
I’m called/My name is Rutger.
En
Ik werk voor een bank.
I work for a bank.
En
Ik werk in Amsterdam.
I work in Amsterdam.
En
Ik woon in Haarlem.
I live in Haarlem.
En
Ik heb een hond.
I have a dog.
En
Ik zoek een vrouw.
I’m looking for a woman.
En
Ik wil een man.
I want a man.
En
Ik vind respect belangrijk.
I think/find respect [is] important.
En
Ik praat veel.
I talk a lot.
En
Ik lach veel.
I laugh a lot.
En
Ik geniet van vakanties.
I enjoy holidays.
En
Ik hou van dansen.
I love/like dancing.
En
Ik ben directeur.
I am a director/manager.
En
Ik werk bij een modebedrijf.
I work at a fashion company.
En
Ik werk in de informatica.
Iwork in LT.
En
Ik werk voor een bank.
I work for a bank.
En
Ik ben Marloes.
I am Marloes.
En
Ik heet Jonah.
My name is Jonah. [literally: I’m called Jonah.]
En
Mijn naam is Martijn.
My name is Martijn.
En
Karelsen is de naam.
literally: Karelsen is the name.
En
Ik ben 24.
I am 24.
En
Ik ben 18 jaar.
I am 18 years old.
En
Ik ben 54 jaar Dud.
I am 54 years old.
En
Ik houd van. . .
I love/like . . .
En
een andere baan
another job
En
de bejaarden
old age pensioners
En
bij een verzekeringsbedrijf
at an insurance company
En
boodschappen doen
do the shopping
En
dat klopt
that’s right/correct
En
ervaring
experience
En
goed
good/well
En
hier
here
En
inderdaad
that’s right
En
jazeker
yes (indeed)
En
met
with
En
momenteel
at the moment
En
Nederlands
Dutch
En
nogal actief
quite active
En
nu
now
En
op vakantie
on holiday
En
soms
sometimes
En
u bent zeker.. .
I expect you are. . .
En
zaken
business
En
zo raar
so strange
En
U woont in Zoetermeer?
You live in Zoetermeer?
En
Je werkt in leiden?
You work in Leiden?
En
Jij ook?
You too?
En
Jij/Je spreekt Nederlands.
You speak/are speaking Dutch. (informal)
En
Jij/Je helpt bejaarden.
You help/are helping pensioners. (informal)
En
Jij/Je maakt een grapje.
You make a joke/are joking. (informal)
En
Jij/ Je leest een boek.
You read/are reading a book. (informal)
En
Jij/Je woont in Nederland.
You live/are living in the Netherlands. (informal)
En
U spreekt Nederlands.
You speak/are speaking Dutch. (formal)
En
U helpt bejaarden.
You help/are helping pensioners. (formal)
En
U maakt een grapje.
You make a joke/are joking. (formal)
En
U leest een boek.
You read/are reading a book. (formal)
En
U woont in Nederland.
You live/are living in the Netherlands. (formal)
En
Jij/Je werkt hard.
You work/are working hard. (informal)
En
U werkt hard.
You work/are working hard. (formal)
En
Jij/Je bent gek.
You are crazy/mad. (informal)
En
U bent gek.
You are crazy/mad. (formal)
En
Jij/Je hebt ervaring.
You have experience. (informal)
En
U hebt/heeft ervaring.
You have experience. (formal)
En
Jij/Je doet veel.
You do/are doing a lot. (informal)
En
U doet veel.
You do/are doing a lot. (formal)
En
Jij/Je wilt een huis.
You want a house. (informal)
En
U wil/wilt een huis.
You want a house. (formal)
En
samen
together
En
samen
English
En
altijd
always