De Opmat Thema 7 Flashcards
instappen (thema 7) (stapte in, stapten in; is ingestapt)
to get in, to step into
to clean
schoonmaken (thema 7) (maakte schoon, maakten schoon; heeft schoongemaakt)
to fry
frituren ( thema 7) (frituurde, frituurden; heeft gefrituurd)
schouder (de; -s, thema 7)
shoulder
shinbone
scheenbeen (het; scheenbenen, thema 7)
aanbrengen (, thema 7)(bracht aan, brachten aan; heeft aangebracht)aandacht
to place, to fix
ankle
enkel (de; -s, thema 7)
cheese
kaas (de; kazen, thema 7)
opendoen (thema 7) (deed open, deden open; heeft opengedaan)
to open (a door or window)
eventueel (thema 7)
possible
kies (de; kiezen, thema 7)
molar tooth
opstaan (thema 7) (stond op, stonden op; is opgestaan)
to get up
neck
hals (de; halzen, thema 7)
household, housekeeping
huishouden (het; -s, thema 7)
belly, abdomen
buik (de; -en, thema 7)
lip (de; -pen, thema 7)
lip
rust (de; -, thema 7)
rest
lack, shortage
gebrek (het; gebreken, thema 7)
uitnodigen (thema 7)(nodigde uit, nodigden uit; heeft uitgenodigd)
to invite
buttock
bil (de; billen, thema 7)
toe
teen (de; tenen, thema 7)
consulting hour
spreekuur (het; spreekuren, thema 7)
immediately, right away
meteen (thema 7)
careful
voorzichtig (thema 7)