Reologie Flashcards

1
Q

Wat is het reologische gedrag van vloeibaar?

A

Schenkbaar
Lage viscositeit
Geen ordening (gel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het reologische gedrag van semi-vast?

A

Lepelbaar & schenkbaar
Zwichtsspanning, makkelijk vervloeibaar
Zwakke gelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het reologische gedrag van vast?

A

Snijdbaar
Breekbaar
Hardheid
Breukkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is reologisch eigenschap van vloeibaar?

A

Viscositeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de reologische eigenschap van semi-vast?

A

Visco-elasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de reologische eigenschap van vast?

A

Elasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke reologische metingen worden er gedaan?
Penetrometer
Aw-meter
Overun meting
- Volume methode
- Gewichtmeting
- Koolzaadmethode
PH-meter
Brookfield meter
Uitstroomplaat/uitstroomgoot

A

Penetrometer -> gel sterkte
Aw-meter -> wateractiviteit bepalen
Overun meting -> luchtigheid bepalen
- Volume methode
- Gewichtmeting
- Koolzaadmethode
PH-meter -> PH bepalen
Brookfield meter -> viscositeit meten
Uitstroomplaat/uitstroomgoot -> viscositeit meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de sensorische termen en productvoorbeelden van Vast & Hard?

A

Knapperig, bros, poederig, vochtig, droog, plakkerig, taai, mals

Chocolade, chips, cornflakes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de sensorische termen en productvoorbeelden van Vast & Zacht?

A

Rubberig, sponsig, mals, elastisch, vochtig, droog, plakkerig, zompig, glad, korrelig

Vlees, brood, pudding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de sensorische termen en productvoorbeelden van Vast & Vloeibaar?

A

Smeerbaar, korrelig, vochtig, droog, plakkerig, zompig, klonterig, glad, vettig, romig

Smeerkaas, chocoladepasta, mayonaise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de sensorische termen en productvoorbeelden van Vloeibaar?

A

Dun, waterig, viskeus, romig, vettig, plakkerig

Dranken, dressings/sauzen, ongeklopte slagroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk resultaat behaal je bij het toepassen van reologische meetmethoden?

A

De stevigheid, breukgedrag en vloeigedrag van een product als gevolg van kracht, vervorming of vervormingssnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke verfijning geeft een sensoriche productkeuring op het meetresultaat van de reologsiche meting?

A

Een interpretatie, verfijning van de meetresultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Product Nutella

Wat is de consistentie van dit product?

Wat is het gebruiksgedrag van dit product?

Welke reologische eigenschappen horen er bij dit product?

A

Vast & vloeibaar

Semi vast

Vloeigedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Product chips

Wat is de consistentie van dit product>

Wat zijn passende sensorische termen?

Wat is het gebruiksgedrag van dit product?

A

Vast en hard

Knapperig, krokant, bros

Breukgedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is de viscositeit van yoghurt hoger of lager dan van water?

A

Yoghurt bevat meer deeltjes en netwerken waar het product uit bestaat

17
Q

Wat is een Newtonse vloeistof?

A

Viscositeit (bij een constante temperatuur) onafhankelijk van de afschuifsnelheid -> lineair viskeus = ideaal gedrag

Vb water, (frituur)olie, benzine, whiskey, wodka

18
Q

Wat is een Niet Newtonse vloeistof?
Wat hebben de begrippen: shear thinning en shear thickening ermee te maken?

A

Niet ideaal of niet constante relatie tussen spanning en afschuifsnelheid

Shear thinning -> viscositeit afname bij hoger afschuifspanning snelheid = yoghurt

Shear thicikening -> viscositeit toename bij hoge afschuifspanning snelheid = mayo

19
Q

Waar hangt viscositeit bij een product vanaf?

A

Concentratie vaste stof (het aantal deeltjes)

Oplossingen van macromoleculen (vetten, eiwitten, vetten)

Dispersies met een hoger volumefractie aan pulpdeeltjes

Dispersies met hoger volumefractie aan vet- of waterdeeltjes

Dispersies met hoge volumefractie aan luchtbellen

20
Q

Geef een omschrijving van een semi-vast product?

A

Producten met gedeeltelijk vast (elastische) karakter. Daarop druk uitoefent wordt het product vloeibaar (viskeus).

21
Q

Wat zijn belangrijke kenmerken bij semi-vaste producten?

A

In verpakking vast product, bij kracht wordt vloeibaar

22
Q

Welk reologisch gedrag van een semi-vast product meet je?

A

Plastische vloei -> product heeft zowel vast als vloeibaar gedrag. Eerst vast meten = elasticiteit, dan vloeibaar meten = viscositeit

Voorbeelden: pudding, ketchup, magarine, zwakke gelen & opgeklopte slagroom

23
Q

Welk reologische gedrag meet je bij een vast product?

A

Breuk gedrag en elasticiteit

24
Q

Beschrijf het elastische gedrag van trekdrop?

A

Beginnende kracht is er weinig (loslaten terug in originele vorm) elastische vering, alleen interne breukjes. Hoge kracht is interne en externe breukgedrag -> zichtbaar

25
Q

Wat gebeurd er als de interne structuur niet sterk genoeg is om krachten van buitenaf te weerstaan?

A

Een zichtbare breuk

26
Q

Welke factoren beïnvloeden het breukgedrag?

A

Producttype

Leeftijd product

Omstandigheden zoals temperatuur

De mate waarin de energie in het materiaal kan wegvloeien (viskeus of elastisch)

Vervormingssnelheid

Homogeniteit product

Zwakste plek product

27
Q
A