Eiwitten Flashcards
Hoe is de bouw van eiwitten?
Het bestaat uit karakteristieke groepen (restgroep, aminogroep, zuurgroep)
Waar kan de restgroep allemaal uit bestaan?
Polair of apolair
Positief of negatief of geen lading
Een functionele groep
- SH, -NH2, -COOH of -OH
Hoe wordt de binding tussen aminozuren benoemd?
Peptidebinding (eiwitten worden ook wel peptiden genoemd)
3 aminozuren = tripeptide
Minder dan 10 aminozuren = oligopeptide
Meer dan 10 aminozuren = polypeptide
Vanuit primaire structuur (parelsnoer) oprollen naar tetiare structuur (“bol”); welke factoren zijn van invloed?
Of er lading aanwezig is (positief of negatief)
Uitleg: Door de ladingen aantrekking en afstoting gaat het eiwitmolecuul een 3D vorm aannemen
Functionaliteit (oplosbaarheid in water):
Schikking van de aminozuren
- Polaire groepen aan de buitenkant -> goed oplosbaar
Grootte van eiwit (aantal aminozuren)
- Groot eiwit met veel AZ -> slecht oplosbaar
Lading op het eiwit
- Eiwit heeft lading -> oplosbaar
Eiwit heeft geen lading, wat betekent dit voor de oplosbaarheid?
Niet oplosbaar
Hoe wordt dit punt genoemd waarop eiwit geen lading heeft?
IEP
Functionaliteit (oplosbaarheid in water) (lading) bij IEP:
IEP: pH waarbij nettolading = 0 -> evenveel + als -
Hoe is de verhouding tussen pH en IEP qua lading op het eiwit, wat voor resultaat heeft dit?
Wanneer:
PH product > IEP eiwit -> eiwit = negatief geladen
PH product = IEP eiwit -> eiwit = neutraal (minder goed oplosbaar in water)
PH product < IEP eiwit -> eiwit = positief geladen
Hoe is intrisiek en extrinsiek samengevat qua eiwit
Intrinsiek Extrinsiek
Eiwit structuur (globulair, fibrilair) Concentratie eiwit
Aminozuur samenstelling Lading op het eiwit
- Hydrofoob/hydrofiel Beinvloeding door pH
- Type bindingen (lading, polair of apolair)
Molecuulgewicht Temperatuur
- Grootte eiwit
- Aantal AZ
IEP Interacties met andere ingrediënten
Mengcondities (tijd, temperatuur, plaats)
Welke 3 functionaliteiten zijn er bij eiwitten mogelijk?
Coagulatie
Denuturatie
Enzymatische activiteit
Wat is coagulatie?
=samenklonteren van de eiwitten door een pH wijziging
Polaire groepen die gaan steeds meer naar buiten van een eiwit molecuul, daarom gaan die eiwitten naar elkaar aantrekken. Hiermee worden ze onoplosbaar en kan je dit niet terugdraaien. Hetzelfde zoals bij het koken van ei.
Wat is Denaturatie?
=ontrollen/uitvouwen van een eiwit in lange strengen
De H-bruggen worden verbroken door hitte, mechanische krachten. Hierdoor worden eiwitten slechter werken of helemaal niet.
Wat is Enzymatische activiteit
= -> sleutel-slot principe
Rode stukje is je enzym (die kan die stoffen in stukjes knippen)
Amylase= zetmeel
Lipase= voor vetten
Protease= voor eiwitten
Welke soorten gelatine hebben we?
Type A -> zuur gewonnen gelatine
Hoge IEP 7,0 - 8,5
Type B -> basisch gewonnen gelatine
Lage IEP 4,9 - 5,2