Koolhydraten 1 Flashcards
Wat zijn hydrocolloïden?
Het zijn waterbindende molculen. Bij het mengen met water blijven de molecuulstructuren behouden. Kleine moleculen of sterk vertakte bolvormige moleculen die sterk water kunnen binden (polair)
Wat zijn voorbeelden van hydrocolloïden?
Cross-link zetmelen, arabische gom, amylopectine, suiker
Wat zijn bindmiddelen?
Het zijn vaak groot vertakte moleculen
Functie: water vasthouden
Een voorbeeld is amylopectine
Wat zijn verdikkingsmiddelen?
Het zijn vaak lange onvertakte moleculen
Liniair -> kunnen makkelijk waterstofbruggen vormen
Een voorbeeld is amylose
Welke eigenschappen van polysachariden die invloed hebben op de functionaliteit?
- Soort monosacharide
- Wijze van binding tussen monosachariden
- Vertakking
- Polymerisatiegraad
- Aanwezigheid geladen deeltjes
- Aanwezigheid van zijgroepen
Wat wordt er weergegeven in een amylogram?
Het proces van zetmeelverstijfseling
Leg het proces van zetmeelverstijfseling uit?
Het proces van verstijseling begint in deze grafiek op punt A. Bij deze temperatuur is de temperatuur voldoende hoog om de oorspronkelijke verbindingen tussen het zetmeel te verbreken.
Tussen A en B neemt de viscositeit toe door het zwellen van de zetmeelkorrels en het naar buiten treden van amylose.
Door het extra verwarmen na B worden de zetmeelkorrels afgebroken. Doordat de zetmeelkorrels worden afgebroken daalt de viscositeit. Punt B wordt dan ook de piekviscositeit genoemd.
Bij C zijn de zetmeelskorrels volledig afgebroken en zijn er enkel nog losse zetmeel moleculen.
Na C wordt het mengsel gekoeld. Door het afkoelen stijgt de viscositeit weer. Het losse zetmeel gaat een netwerk vormen waarin water gebonden wordt. Dit is gebeurd in stap D.
Piekviscositeit wordt beïnvloedt door een aantal factoren:
Grootte korrels: grote korrels kunnen meer zwellen en zorgen voor een hogere piek
Lengte amylose ketens: langere ketens kunnen meer water binden en hierdoor de viscositeit meer verhogen
Verhouding AM/AP: enkel amylose kan uit de korrel, meer amylose betekent meer amylose buiten de korrel, betekent meer viscositeit)
Welke vormen van modificaties zijn er?
Fysische modificatie
Chemische modificatie
Enzymatische modificatie
Wat is fysische modificatie?
- Veranderingen van korrelstructuur van het zetmeel
- Door beheersing van het proces zetmeelverstijfseling
Dunkokend
Instant
Wat is chemische modificatie?
- Veranderingen van de zetmeelmoleculen
- Door gebruik van temperatuur, zuur en andere toevoegingen
Dunkokend (toevoeging vaan zuur, leidt tot hydrolyse)
Dextrinering (behandeling met zuur)
Gecrosslinkte zetmelen (behandeling met chemische stoffen)
Gesubstitueerde zetmelen (hydropropyl) (vaak combinatie met crosslinking en fosfaatbrug)
Wat is enzymatisch modificatie?
- Veranderingen van zetmeelmoleculen
- Door gebruik van enzymen
Degradatie (behandeling met enzymen ipv zuren)
Degradatie & verlengde zijketens (geen probleem van synerese)
Welke moleculen worden er gebruikt als bind- en verdikkingsmiddelen?
Zetmelen
Inuline (polysacharide) -> chihorei wortel
Cellulose en cellulose derivaten -> onverteerbaar en bijna niet oplosbaar in water
Gommen -> guargom, xanthaan, johannesbroodpitmeel, arabische gom
Wat is het onderscheid tussen bind- en verdikkingsmiddel in functie en opbouw?
Verdikkingsmiddelen zijn lange onvertakte ketens met moleculen die er zijn om de viscositeit in een product te verhogen. De moleculen kunnen makkelijk opzwellen. Voorbeeld is amylose
Bindmiddel zijn grote korte vertakte ketens met moleculen die er zijn om water te binden. Functie is het vasthouden van (vrij) water. Voorbeeld is amylopectine.
Beide zijn polysachariden. Verdikkingsmiddelen kunnen makkelijk waterstofbruggen bouwen.
Waarin kunnen polysacharide verschillen van elkaar en hoe beïnvloedt dit de eigenschappen?
Soorten monosachariden: Op basis van welke mono- en disachariden (suikers) ze bestaan Polymerisatiegraad: hoeveel en hoe vaak van de ketens er aan elkaar zitten
Binding tussen de moleculen (monosachariden):
Vertakking en onvertakt: onvertakt is voor viscositeit en vertakt is voor water binden
Aanwezigheid van geladen deeltjes:
Aanwezigheid van zijgroepen: