Functionele eigenschappen Flashcards

1
Q

Wat zijn de functionele eigenschappen?

A

Voedend
- Kcal
Sensorisch
- Smaak
- Geur
- Uiterlijk
- Consistentie
Stabiliserend
- Fysisch
- Chemisch
- Microbiologisch
Bulking
- Vulmiddel
- Oplosmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de functionele eigenschappen van koolhydraten?

A

Voedend
- Kcal = 4
Sensorisch
- Smaak: Zoetheid
- Geur: zoete geur
- Uiterlijk: maillard reactie, kristalisatie
- Consistentie (mondgevoel): suikerkristallen, gelvorming, waterbinding, verdikking
Stabiliserend
- Fysisch: waterbinding, viscositeit verhoging, vriespuntdaling, kristalisatie
- Chemisch: maillard en oxidatie (aw impact), gevoelig voor hydrolyse
- Microbiologisch: aw verlagend
Bulking
- Vulmiddel: JA
- Oplosmiddel: GEEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de functionele eigenschappen van eiwitten?

A

Voedend
- Kcal = 4 kcal
Sensorisch
- Smaak: bitter, hartig (S, N)
- Geur: hartig
- Uiterlijk: maillard reactie
- Consistentie (mondgevoel): structuurvorming (vb brood, vlees)
Stabiliserend
- Fysisch: waterbinding, impact van denaturatie (hitte en pH), emulsie
- Chemisch: maillard en oxidatie (aw impact), gevoelig voor hydrolyse & oxidatie
- Microbiologisch: aw verlagend, voedingsbron voor m.o.
Bulking
- Vulmiddel: JA
- Oplosmiddel: GEEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de functionele eigenschappen van vetten?

A

Voedend
- Kcal = 9 kcal
Sensorisch
- Smaak: vb boter
- Geur: idem
- Uiterlijk: glans
- Consistentie (mondgevoel): filmend, onderdeel emulsie (romig)
Stabiliserend
- Fysisch: emuslies, fat bloom, kristalisatie, fase-scheiding
- Chemisch: gevoelig voor hydrolyse & oxidatie
- Microbiologisch: aw verhogend
Bulking
- Vulmiddel: JA
- Oplosmiddel: JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is water polair of apolair, wat houdt in?

A

Het is polair, dat houdt in dat het oplosbaar is in water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke verbindingen worden er gevormd tussen watermoleculen?

A

H-bruggen worden er gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt het begrip wateractiviteit in?

A

Wateractiviteit is hoeveelheid vrij water wat beschikbaar is in een product (voornamelijk voor micro-organismen een ideaal beeld en leefomgeving).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de maillard reactie beïnvloed door de wateractiviteit?

A

De maillard reactie wordt beïnvloedt wanneer de wateractiviteit te laag of te hoog is (ideaal 0,6), hierdoor vindt er vertraging plaats van de bruinkleuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan je koolhydraten indelen?

A

Monosachariden, disachariden en polysachariden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke eigenschappen hebben koolhydraten?

A

Ringstructuur, OH-groep, H-bruggen maken en binden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke koolhydraat moleculen ken jij?

A

Monosachariden: lactose, fructose, glucose

Disachariden: maltose, sucrose,

Polysachariden: zetmeel en pectine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een synoniem voor eiwit?

A

Peptiden of proteïnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit zijn eiwitten opgebouwd?

A

Aminozuren, bestaat uit een aminogroep, zuurgroep en restgroep

Lading en pH spelen een grote rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houden de begrippen denaturatie en coagulatie in?

A

Van nature komen eiwitten voor in opgevouwen structuur. Wanneer een eiwit gaat denatureren, gaat het eiwit ontrollen tot de primaire structuur. Dit kan bij hitte

Wanneer verschillende eiwitten met elkaar verbonden worden, gaan eiwitten coaguleren. Denk aan het koken van een ei (het eiwit wat stolt)

Binden is aw verlagend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de meest voorkomende structuur van een vet molecule?

A

De meest voorkomende structuur is triglyceride (vetzuurketens met een glyceride)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen verzadigd en onverzadigd?

A

Of er wel of geen dubbele bindingen aanwezig zijn en ja hoeveel

17
Q

Is een vet polair of apolair, wat houdt dat in?

A

Apolair want het lost niet op in water, aw verhogend

18
Q

Welke functies hebben ingrediënten in producten?

A

Voedend, sensorisch, stabiliserend, bulking (oplosmiddel & vulmiddel)

19
Q

Welke eigenschappen van producten kunnen ze beïnvloeden?

A

Smaak, geur, uiterlijk, consistentie, fysisch, chemisch, microbiologisch

20
Q

Stelling: water is apolair. Het zuurstofatoom is positief en de wateratomen zijn negatief geladen. Waar zitten de fouten in de stelling?

A

Water is polair, zuurstof atoom is negatief geladen en waterstofatomen zijn positief

21
Q

In onderstaande afbeelding worden verbindingen tussen moleculen getekend. Waarom zijn dit geen waterstofbruggen?

A

In onderstaande afbeeldingen worden bindingen binnen het atoom getekend, dit zijn covalente bindingen

22
Q

Welke ladingen kunnen er op de functionele groepen van een aminozuur komen?

A

Positieve en negatieve ladingen

23
Q

Wat gebeurd er op de afbeelding met het eiwit?

A

Denatureren -> ontrollen van het eiwit

24
Q

Wat zijn onderstaande afbeeldingen een voorbeeld van?
NH2 groep
Lange rechte keten
Ringstructuur

A

NH2 groep -> eiwit
Lange rechte keten -> vetten
Ringstructuur -> koolhydraten

25
Q

Zijn onderstaande producten polair of apolair?
Honing
Olie
Wei-eiwit

A

Honing -> polair
Olie -> apolair
Wei-eiwit -> polair

26
Q
A