recht 2 Flashcards

1
Q

wie is de jeugdige volgens IVRK

A

iedereen onder de 18

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wie is de jeugdige volgens het BW

A

jonger dan 18of minderjarig verklaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wie is de jeugdige volgens praktijk/orthapedagogisch

A

0-24 jaar of later ( hersenonderzoek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is meerderjarigheid

A

juridische werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is volwassenheid

A

mate van ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

artikel 12 IVRK

A

minderjarige die de reikwijdte van zijn handelen kan overzien, geen ondergens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

artikel 8 RV

A

minderjarige vanaf 12 jaar worden in de gelegenheid gesteld om hun mening kenbaar te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

artikel 3 IVRK betekenis

A

de belangen van het kind dienen een eerste overweging te vormen ( en is doorslaggevend),
de overheid is verplicht het kind te verzekeren van de bescherming en zorg die nodig is,
de voorzieningen van instellingen moeten voldoen aan alle wettelijke eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wie zijn jurdische ouders

A

wet bepaald dat. BW focust hierop. zorgplicht tot 21 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wie zijn biologische ouders

A

DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wie zijn de sociale ouders

A

zorgt dagelijks voor het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is ouderlijk gezag

A

dat hebben de juridische ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is voogdij

A

als niet-ouders gezag uitoefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de inhoud van ouderlijk gezag

A

plicht en recht om te verzorgen en op te voeden, beheer van vermogen, wettelijke vertegenwoordiging( handelen namens de jeugdige) en band met andere ouder bevorderen bij scheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorwaarden van ouderlijk gezag

A

geldt tot 18 jaar.
je moet min 18 jaar zijn, tenzij kinderrechter meerderjarig heeft verklaard.
als onder curatele gesteld: onbevoegd tot gezag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe ontstaat ouderlijk gezag

A

automatisch bij geboorte ( meerderjarige moeder/ gezamelijk bij getrouwde ouders).
gezamelijk gezag bij erkenning.
door rechterlijke beslissing.

17
Q

hoe ontstaat voogdij

A
  1. de rechter benoemd voogd
  2. de ouder benoemt voogd in testament/ gezagsregister.
    als: gezag niet is ingevuld en voogd wil voogd zijn
18
Q

statusvoorlichting

A

informatie geven over biologische afstamming is een fundamenteel recht. ouder moet dit doen

19
Q

wat als belangen ouders en kind botsen

A
  • rechter kan curator benoemen.
  • kind kan brief aan rechter sturen ( informele rechtingang)
  • raad van kinderbescherming kan onderzoek doen en kinderbeschermingsmaatregel verzoeken of advies aan rechter geven.
20
Q

waarom staat opvoeden onder druk

A
  • ontbreken van hulpbronnen ( sociale omgeving)
  • opvoedingsparadox ( meer kennis, meer onzekerheid).
  • individualisering
  • opvoeding als privedomein ( weinig maatschappelijk geinvesteerd).
21
Q

wat is de jeudgwet

A

bijna alle zorg en ondersteuning voor jongeren onder de 18 jaar wordt hier gergeld

22
Q

wat zijn de doelen van de jeugdwet

A
  1. preventie
  2. eigen kracht: uitgaan van eigen verantwoordelijkheid/mogelijkheden
  3. sociaal netwerk inzetten.
  4. demedicaliseren, ontzorgen, normaliseren: opvoedkundig klimaat versterken
  5. eerder de juiste hulp
  6. integrale hulp
  7. meer ruimte voor professionals
23
Q

wat is het kenmerk van de jeugdwet

A

decentralisatie, gemeente is verantwoordelijk voor de jeugdhulp.

24
Q

resultaten jeugdwet

A

zorg dichter bij de burger.
goedkoper.
meer nadruk op wat ouders/ kids kunnen.
meer gebruik maken van netwerk.
minder medicaliseren.
kind en ouder meer centraal.

25
Q

wat zijn algemene voorzieningen

A

vrij toegankelijk, laagdrempelig, geen beslissing van gemeente nodig

26
Q

wat zijn individuele voorzieningen

A

verleningsbeslissing nodig, gemeente betaald.