Psychiatrie Flashcards

1
Q

depressie criteria

A

sombere stemming of verlies van plezier

met 4 of meer van de volgende symptomen: schuldgevoelens
slaapproblemen
minder eetlust
angst/spanningsklachten
verminderd libido
lichamelijke vermoeidheid
suïcidaliteit
hypochondrie

> 14d

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beh depr

A

psycholoog

  • Ten eerste behandeling met SSRI, venlafaxine of een TCA.
  • Ten tweede behandeling met CGT of IPT.
  • Ten derde switchen van antidepressivum, bijvoorbeeld SSRI naar TCA.
  • Ten vierde lithium additie.
  • Ten vijfde een klassieke MAO-remmer en ten slotte electroconvulsietherapie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

psychose

A

meer dan 24 uur aanhoudende hallucinaties en/of wanen en/of gedesorganiseerd gedrag en/of gedesorganiseerd denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

antipsychotica

A

fenothiazines, thioxanthenen, butyrofenonen en difenylbutylderivaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

antipsych bijwerkingen

A

bewegingssymptomen, subjectieve symptomen, metabole symptomen, seksuele symptomen en in ernstige gevallen neuroleptische maligne
symptomen die bestaan uit gestoord bewustzijn, koorts en spierrigiditeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

somatisch symptoomstoornis

A
  • 1+ lichamelijke klachten
  • Excessieve gedachten, gevoelens of gedragingen
  • De klachten zijn persisterend (meestal langer dan 6 maanden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Somatisatiestoornis

A

onverklaarde lichamelijke klachten die voor het 30e levensjaar zijn ontstaan en enkele jaren
aanhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ongedifferentieerde somatoforme stoornis

A

meerdere onverklaarde lichamelijke klachten die langer dan 6 maanden aanhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Somatisatie

A

verwijst naar het fenomeen waarbij mensen lichamelijke klachten ervaren die ze toeschrijven aan eenziekte waarvoor ze medische hulp zoeken, terwijl er geen aantoonbare fysieke oorzaken zijn die de klachten kunnen verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

delier

A
  • Verstoord bewustzijn en aandacht
  • Snelle onset en fluctuaties over de dag
  • Cognitieve stoornissen
  • Direct gevolg van somatische oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oorzaken delier

A
  • Wernickes encefalopathie
  • Hypoxemie
  • Hypertensieve encefalopathie
  • Hypoglycemie
  • Hypoperfusie
  • Intracraniële bloeding
  • Meningitis/encefalitis
  • “Poison” (medicatie en intoxicaties)
  • “Seizures”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

beh delier

A

haloperidol (haldol), gevolgd door risperidon en olanzapine.
Bij M. Parkinson geen haldol, maar clozapine!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly