Gynaecologie Flashcards
oligomenorroe
indien de menstruatie >35d uitblijft
amenorroe
> 6mnd geen menstruatie
diagnostiek PCOS
bepaling van LH, FSH, oestradiol en eventueel prolactine.
oorzaken anovulatie
who1: laag fsh en lh, geen follikel, centraal probleem
who2: pcos, normaal fsh en lh, androgeenactiviteit, cysten, insuline restistent, overgewicht
who3: lokaal probleem, overgang
middelen die je geeft bij kinderwens pcos
- Voor een kinderwens kunnen gonadotrophines, clomifeen citraat of een aromataseremmer zoals Letrozol gegeven worden om de follikel stimulatie te optimaliseren.
- Clomifeen citraat is een selectieve estrogeen receptor modulator.
Hyperprolactinemie
- Hyperprolactinemie kan een oorzaak zijn voor een a- of oligomenorroe.
- Prolactine wordt geproduceerd in de hypofyse en wordt gereguleerd door dopamine uit de hypothalamus.
diagnostiek prolactine
- Dopamine remt de GnRH afgifte uit de hypothalamus. Bij lichamelijk onderzoek kan galactorroe gevonden, maar dat kan ook afwezig zijn.
- Op CT/MRI kan de hypofyse in beeld gebracht worden en een eventueel macroadenoom uit te sluiten.
behandeling hyperprolactinemie
dopamine agonist, zoals Parlodel.
hypothyreoidie
kan oligomenorroe geven
diag hypothyreoidie
bepaling van TSH.
hypercortisolisme diag
- kan oligomenorroe geven
- de diagnostiek van hypercortisolisme bedraagt het meten van de cortisoluitscheiding in de urine, een dexamethason-suppressietest en een nachtelijke speekseltest.
PALM-COEIN
oorzaken van ‘abnormale’ vaginale bloedingen in niet-zwangere vrouwen.
polyp, adenomyosis, leiomyoma, malignancy, coagulopathy, ovulatory dysfunction, endometrial, iatrogenic, and not-yet-classified
endometriumcarcinoom prognose
goed bij vroege presentatie postmenopauzaal
risicofactoren endometriumcarcinoom
- langdurige of excessieve oestrogene stimulatie, wat voor endometriumhyperplasie kan zorgen.
- Dit kan uiteindelijk maligne ontaarden en een carcinoom worden.
- Tamoxifen gebruik (behandeling borstkanker).
- Hogere leeftijs
- nullipariteit
- anovulatoire cycli
- late menopauze
- diabetes
- hypertensie
- radiotherapie van het bekken
- obesitas
- Lynch syndroom
symptomen endometriumcarcinoom
PMB
afscheiding
diagnostiek endometriumcarc
- transvaginale echo (TVE) gemaakt worden.
- Bij een dikte van >4 mm moet verdere diagnostiek worden gedaan.
- Daarbij moet ook een biopt van het baarmoederslijmvlies worden afgenomen.
- Dit kan worden gedaan met een Pipelle, hysteroscopisch biopt of met
curettage.
- Bij een dikte van >4 mm moet verdere diagnostiek worden gedaan.
stadia endometr carc
- Beperkt tot corpus uteri (85% van de gevallen)
- Uitbreiding naar cervix
- Lokale uitbreiding naar buikholte en/of schede
- Uitbreiding naar blaas/rectum en/of de rest van het lichaam
ca-125
- Bj een vrouw die een endometriumcarcinoom heeft moet routinematig CA-125 in het bloed worden gemeten.
- Deze is vaak verhoogd bij extra-uteriene ziekte.
- Bij een verhoogd CA-125 is een CT-scan nodig.
behandeling endocarc
- bestaat bijna altijd uit chirurgie.
- Dan worden de uterus met adnexa verwijderd.
- Aanvullende therapie kan bestaan uit radiotherapie, dit kan zowel in- als uitwendig gebeuren.
- Ook kan gekozen worden voor systemische chemotherapie.
- Hormoonbehandeling wordt alleen gekozen wanneer er een laaggradige tumor met hormoonreceptoren is, en er restziekte is.
Cervixcarcinoom oorzaak
hpv
Cervixcarcinoom symptomen
bloedverlies, vaginale afscheiding, buikpijn.
diag cervixcarc
- cytologie d.m.v. het afnemen van een uitstrijkje.
- Een colposcopie, om de cervix te inspecteren.
- De met het uitstrijkje afgenomen cellen worden histologisch geïnspecteerd.
- Bij het aanvullend onderzoek moeten in het bloed de tumormarkers SCC en CA-125 bepaald worden.
- Deze passen bij adenocarcinomen.
- Van de cervixcarcinomen is 80% een plaveiselcelcarcinoom, 15% een adenocarcinoom en 5% overige vormen.
- Deze passen bij adenocarcinomen.
TNM stadia cervix
T1: beperkt tot de baarmoedermond
T2: “Beperkte” uitbreiding naar de schede of naar opzij (parametria)
T3: uitbreiding naar onderste 1/3e van de schede of vast aan bekkenwand (hydronefrose)
T4: uitbreiding naar blaas of rectum