Gynaecologie Flashcards

1
Q

oligomenorroe

A

indien de menstruatie >35d uitblijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

amenorroe

A

> 6mnd geen menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

diagnostiek PCOS

A

bepaling van LH, FSH, oestradiol en eventueel prolactine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorzaken anovulatie

A

who1: laag fsh en lh, geen follikel, centraal probleem

who2: pcos, normaal fsh en lh, androgeenactiviteit, cysten, insuline restistent, overgewicht

who3: lokaal probleem, overgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

middelen die je geeft bij kinderwens pcos

A
  • Voor een kinderwens kunnen gonadotrophines, clomifeen citraat of een aromataseremmer zoals Letrozol gegeven worden om de follikel stimulatie te optimaliseren.
    • Clomifeen citraat is een selectieve estrogeen receptor modulator.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hyperprolactinemie

A
  • Hyperprolactinemie kan een oorzaak zijn voor een a- of oligomenorroe.
  • Prolactine wordt geproduceerd in de hypofyse en wordt gereguleerd door dopamine uit de hypothalamus.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diagnostiek prolactine

A
  • Dopamine remt de GnRH afgifte uit de hypothalamus. Bij lichamelijk onderzoek kan galactorroe gevonden, maar dat kan ook afwezig zijn.
  • Op CT/MRI kan de hypofyse in beeld gebracht worden en een eventueel macroadenoom uit te sluiten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling hyperprolactinemie

A

dopamine agonist, zoals Parlodel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hypothyreoidie

A

kan oligomenorroe geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

diag hypothyreoidie

A

bepaling van TSH.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hypercortisolisme diag

A
  • kan oligomenorroe geven
  • de diagnostiek van hypercortisolisme bedraagt het meten van de cortisoluitscheiding in de urine, een dexamethason-suppressietest en een nachtelijke speekseltest.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

PALM-COEIN

A

oorzaken van ‘abnormale’ vaginale bloedingen in niet-zwangere vrouwen.

polyp, adenomyosis, leiomyoma, malignancy, coagulopathy, ovulatory dysfunction, endometrial, iatrogenic, and not-yet-classified

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

endometriumcarcinoom prognose

A

goed bij vroege presentatie postmenopauzaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risicofactoren endometriumcarcinoom

A
  • langdurige of excessieve oestrogene stimulatie, wat voor endometriumhyperplasie kan zorgen.
    • Dit kan uiteindelijk maligne ontaarden en een carcinoom worden.
  • Tamoxifen gebruik (behandeling borstkanker).
  • Hogere leeftijs
  • nullipariteit
  • anovulatoire cycli
  • late menopauze
  • diabetes
  • hypertensie
  • radiotherapie van het bekken
  • obesitas
  • Lynch syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

symptomen endometriumcarcinoom

A

PMB
afscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

diagnostiek endometriumcarc

A
  • transvaginale echo (TVE) gemaakt worden.
    • Bij een dikte van >4 mm moet verdere diagnostiek worden gedaan.
      • Daarbij moet ook een biopt van het baarmoederslijmvlies worden afgenomen.
      • Dit kan worden gedaan met een Pipelle, hysteroscopisch biopt of met
        curettage.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

stadia endometr carc

A
  1. Beperkt tot corpus uteri (85% van de gevallen)
  2. Uitbreiding naar cervix
  3. Lokale uitbreiding naar buikholte en/of schede
  4. Uitbreiding naar blaas/rectum en/of de rest van het lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ca-125

A
  • Bj een vrouw die een endometriumcarcinoom heeft moet routinematig CA-125 in het bloed worden gemeten.
    • Deze is vaak verhoogd bij extra-uteriene ziekte.
    • Bij een verhoogd CA-125 is een CT-scan nodig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

behandeling endocarc

A
  • bestaat bijna altijd uit chirurgie.
    • Dan worden de uterus met adnexa verwijderd.
  • Aanvullende therapie kan bestaan uit radiotherapie, dit kan zowel in- als uitwendig gebeuren.
  • Ook kan gekozen worden voor systemische chemotherapie.
  • Hormoonbehandeling wordt alleen gekozen wanneer er een laaggradige tumor met hormoonreceptoren is, en er restziekte is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Cervixcarcinoom oorzaak

A

hpv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Cervixcarcinoom symptomen

A

bloedverlies, vaginale afscheiding, buikpijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

diag cervixcarc

A
  • cytologie d.m.v. het afnemen van een uitstrijkje.
  • Een colposcopie, om de cervix te inspecteren.
    • De met het uitstrijkje afgenomen cellen worden histologisch geïnspecteerd.
  • Bij het aanvullend onderzoek moeten in het bloed de tumormarkers SCC en CA-125 bepaald worden.
    • Deze passen bij adenocarcinomen.
      • Van de cervixcarcinomen is 80% een plaveiselcelcarcinoom, 15% een adenocarcinoom en 5% overige vormen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

TNM stadia cervix

A

T1: beperkt tot de baarmoedermond
T2: “Beperkte” uitbreiding naar de schede of naar opzij (parametria)
T3: uitbreiding naar onderste 1/3e van de schede of vast aan bekkenwand (hydronefrose)
T4: uitbreiding naar blaas of rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

behandeling voorstadia cervix

A

verwijdering met large loop excision transformation zone (LLETZ).

25
behandeling cervixca
chirurgie chemoradiatie
26
oorzaken PMB
- goed te behandelen afwijkingen van de cervix of uterus, zoals een myoom. - Echter zijn er ook maligne oorzaken van vaginaal bloedverlies, zoals een cervix- of uteruscarcinoom.
27
De a priori kans op endometriumcarcinoom bij PMB bij een 80-jarige
25%
28
primaire en sec amenorroe
- is het uitblijven van de menarche na het 14e jaar bij afwezigheid van groei of ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken. - Of het uitblijven van de menarche na het 16e jaar bij aanwezigheid van groei of ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken.
29
LO cyclusstoornissen
- anatomie en aanleg door middel van een gynaecologisch onderzoek en echoscopie van de genitalia interna. - Ook wordt er gekeken naar de ontwikkeling en leeftijd, lichaamsgewicht en hirsutisme/huidafwijkingen
30
Tanner stadia
M = borsten M2 = start puberteit P = pubes G = penis
31
syndroom van Turner
45X klein WHO3
32
syndroom van Kallmann
GnRH deficientie WHO1
33
behandeling who's
who1: cyclusherstel door OAC of HST kan ook GnRH inductie who2: afvallen, cyclusherstel, clomifeencitraat who3: cyclusherstel, preventie osteoporose, androgeensubstitutie, eiceldonatie, IVF
34
androgenitaal syndroom
er is een enzymdefect inde bijnieren waardoor een overmaat aan androgenen wordt geproduceerd, waardoor de cyclus niet op gang komt
35
PID
ontsteking kleine bekken 60% door soa (chlam)
36
criteria PID
1. Niet-acute pijn in de onderbuik (enkele dagen tot maximaal drie weken) 2. Opdruk- of slingerpijn bij vaginaal toucher (VT) 3. Pijnlijke of gezwollen adnexen (bij vaginaal onderzoek) 4. BSE ≥ 15 mm of temperatuur >38° 5. Geen aanwijzingen voor andere diagnosen die klachten afdoende kunnen verklaren
37
lab PID
- **urineonderzoek** (al dan niet met zwangerschapstest), - **bepaling BSE** - **soa- test** op chlamydia en gonorroe.
38
behandeling pid
- **voorlichting** (over PID en soa’s in het algemeen), - **adviezen** (geen inspannende werkzaamheden tot vermindering klachten, dagelijks temperatuur meten, verwijderen IUD) - **medicamenteuze therapie**. - Snelle behandeling lijkt complicaties op lange termijn te kunnen voorkomen en is gericht tegen de meest voorkomende verwekkers (C. trachomatis, N. gonorrhoeae en anaerobe). - De medicamenteuze therapie bestaat uit - **ofloxacine** 400mg 2dd gedurende 14 dagen en **metronidazol** 500mg 2dd gedurende 14 dagen. - Na bekend worden van de kweekresultaten, kan behandeling worden aangepast.
39
Complicaties van een PID
pelveoperitonitis tubo-ovarieel abces syndroom van fitz-hugh-curtis infertiliteit EUG
40
EUG soorten
intact (asymp) tubair abortus (mild) tubair ruptuur (erg)
41
risicofactoren eug
- aanwijzingen voor tubapathologie (eerdere EUG, PID, subfertiliteit), - eerdere tubachirurgie, - fertiliteitsbehandeling, - zwangerschap bij spiraalgebruik - na sterilisatie.
42
tubaruptuur symp
schouderpijn lichthoofdig flauwvallen loze aandrang
43
LO en AV EUG
peritoneale prikkeling slingerpijn bedreigde circulatie transvaginale echo hcg bepaling
44
beh eug
chirurgisch meds (methotrexaat) afwachtend
45
endometriose
functionerend endometrium buiten de baarmoederholte gelegen, wat een chronische ontstekingsreactie veroorzaakt.
46
typen endometriose
adenomyosis uteri (glad spierweefsel) endometriosis externa (buikholte) endometrioom (in ovaria)
47
symp endometriose
- dysmenorrhoe, - dyspareunie, - buikpijn (ook buiten de menstruatie), - dyschezie, - dysurie, - infertiliteit - hevig menstrueel bloedverlies (HMB).
48
onderzoek endometriose
speculum: blauw doorschemerende haarden VT en RT laparoscopie
49
klachten menopauze
opvliegers, vaginale droogte, een onregelmatige cyclus, meer en langer bloedverlies, nachtelijk zweten, hartkloppingen en moodswings.
50
wat kan je doen tegen klachten menopauz
HST (oestrogeen+prog als baarmoeder nog, anders alleen oes) ook goed voor botten en vag nd: ongesteld, slikken, gespannen borsten, misselijkheid, oedeem
51
Indicaties voor HST
jonger dan 46 jaar, ernstige overgangsklachten en versterkte botontkalking bij vrouwen jonger dan 50 jaar.
52
CI hst
borst kk baarmoederslijmvlies kk trombose
53
postmenopauzaal bloedverlies
vaak gwn omdat atrofie pcos poliep maligniteit
54
diag postmenopauzaal bv
vt wegen uitstrijkje transvag echo
55
miskraam tijd
tot 28 wk
56
complicaties miskraam
ernstig bverlies psych
57
diag miskraam
- In het lab kun je Hb, Ht en bloedgroep aanvragen. - hCG kan in het urine/serum gemeten worden. - Bij een niet-intacte zwangerschap kan bij het vaginaal toucher de portio week aanvoelen en voor > 1 vinger geopend zijn. - Op een echo zie je geen hartactie, en het serum hCG is te laag om te bepalen (afhankelijk van de trofoblast activiteit). - Vuistregel voor echoscopie is: in een vruchtzak met grootste diameter van ≥25 mm moet een embryo ≥7mm met hartactie aanwezig zijn. - Bij twijfel herhaal je na 1 week een echo.
58
vt bij eug
stugge gesloten portio
59
beh miskraam
expectatief (onzekerheid) meds (incomplete miskraam, infectie, non-invasief) curretage (invasief, asherman, perforatie)