Hart Flashcards

1
Q

compensatie bij hartfalen

A

hypertrofie hartspier
vocht vasthouden (longoedeem –> kortademig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

etiologie hartfalen

A

M>V
7-10% 65+
vaakst linkerkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaken hartfalen

A
  • coronairlijden
  • hypertensie
  • cardiomyopathie
  • kleplijden
  • infiltratieve hartziekten
  • ritmestoornissen
  • intoxicaties
  • extracardiale problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicofactoren hartfalen

A
  • hypertensie
  • alcoholgebruik
  • roken
  • hyperlipidemie
  • doorgemaakt myocardinfarct
  • kleplijden
  • dm type 2
  • copd
  • belaste fam anmnese voor cardiovasculaire aandoeningen
  • recente chemo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

symptomen hartfalen

A
  • verminderde inspanningstolerantie
  • dyspneu d’effort
  • snelle gewichtstoename
  • vermoeidheid
  • hartkloppingen
  • ligt ook aan welke harthelft niet goed functioneert
    • linkszijdig, evt met backward failure:
      • duizeligheid
      • kriebelhoest bij liggen
      • orthopnoe
    • rechtszijdig
      • perifeer oedeem: enkel
      • hepatomegalie
      • nycturie
      • ascites
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

klinische tekenen hartfalen

A
  • tachycardie
  • 3e hartton - gallopritmie
  • apex van het hart naar links
  • ejectiesouffle
  • gestegen cvd
  • teken van overvulling
    • pulmonale crepitaties
    • ascites
    • hepatomegalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diagnostiek hartfalen

A
  • ECG
    • maar positief ECG heeft geringe voorspellende waarde
    • indien ECG abnormaal is of er een BT-proBNP >125 pg/ml is of BNP >35 pg/ml, wordt er overgegaan op echocardiografie
      • kijken naar onder andere de pompfunctie, functioneren van de kleppen, dikte van de hartspier, onderscheid systolische of diastolische dysfunctie
  • X-thorax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

classificatie van de ernst van hartfalen

A
  • NYHA-klasse I : Geen beperkingen
    • NYHA-klasse II : Milde klachten bij normale inspanning
    • NYHA-klasse III : Klachten bij geringe inspanning
    • NYHA-klasse IV : Klachten in rust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

behandeling van hartfalen

A

verhelpen onderliggende oorzaak
leefstijladviezen
medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

medicatie hartfalen

A
  • gestart met een diureticum (-ide) en een ACE-remmer (-pril)
  • als de overvulling is verdwenen en de patiënt zich in een stabiele toestand bevindt –> β-blokker (-lol)
  • werkt niet? aldosteron-antagonisten en digoxine
  • bij eindstadium –> LVAD (steunhart) of harttransplantatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DVT

A

eenzijdig, gezwollen, rood, glanzend en pijnlijk been dat warm aanvoelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

diagnose DVT

A
  • echo –> of de vene kan worden dichtgeknepen
    • verhoogd D-dimeer
      • het D-dimeer kan echter verhoogd zijn door zwangerschap (in dit geval niet) of corona
    • Wells-score
      • schatting risico
      • Bij een lage kansscore en een lage D-dimeer kan een DVT worden uitgesloten zonder een echo uit te voeren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

risicofactoren DVT

A
  • immobilisatie,
  • obesitas,
  • maligniteiten
  • lange vliegreizen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling DVT

A
  • toedienen van bloedverdunners: dabigatran of edoxaban (DOAC).
  • om complicaties te voorkomen, is goede compressietherapie geïndiceerd in de vorm van steunkousen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

AAA

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

MI oorzaak

A

ernstig afgesloten of vernauwd bloedvat, waardoor de hartspier niet voldoende zuurstof krijgt en ischemisch wordt.

17
Q

incidentie MI

A

2 per 1000 per jaar
oudere mannen

18
Q

wat heb je bij onderwandinfarct

A

bradycardie
systolische BD <90

19
Q

acuut coronair syndroom

A

Alleen op grond van anamnese en lichamelijk onderzoek kan er geen onderscheid worden gemaakt tussen een MI en instabiele angina
pectoris, vandaar dat er dan gesproken wordt van acuut coronair syndroom.

20
Q

stabiele en instabiele angina pectoris

A

stabiel: alleen bij inspanning
instabiel: ook in rust

21
Q

ECG MI

A

STEMI
- ST-elevatie
–> door afgesloten vat geen O2, dus meer elektrische activiteit

non-STEMI
- nog niet het geval

22
Q

behandeling MI

A

percutane coronaire interventie (PCI)
coronary artery bypass grafting (CABG)
golden five medicatie
- 2 bloedplaatjesremmers
- ace-remmer
- betablokker
- statine

23
Q

symptomen aneurysma

A

scheurende pob
en tussen schouderbladen

24
Q

behandeling aneurysma

A
  • Een type A is een dissectie in de aorta ascendens en moet gelijk chirurgisch behandeld worden.
  • Een type B is in de aorta descendens, mogelijk doorlopend tot in de aorta abdominalis, en kan eerst medicamenteus worden behandeld.
25
Q

typen shock

A

hypovolemisch
obstructief
cardiogeen
?

26
Q

oorzaken pericarditis

A
  • een virusinfectie,
  • openhartoperatie,
  • hartinfarct
  • een bacteriële infectie.
27
Q

risicofactoren pericarditis

A
  • aangeboren afwijkingen,
  • trauma
  • het hebben van een kunstklep
28
Q

symptomen pericarditis

A
  • scherpe pijn op de borst (mogelijk uitstralend naar de linkerschouder)
    • Als de patiënt voorover buigt, neemt de pijn af, terwijl platliggen en diep inademen zorgen voor een toename van de pijn.
  • koorts
  • kortademig
  • hoesten
  • hartkloppingen
29
Q

LO pericarditis

A
  • pericardwrijven,
  • snelle pols,
  • ascites
  • oedeem aan de benen worden gevonden.
30
Q

diagnose pericarditis

A
  • de anamnese,
  • lichamelijk onderzoek
  • eventueel een thoraxfoto,
  • ECG (gegeneraliseerde ST-depressies)
  • en/of een echocardiografie (pericardeffusie).Soms wordt er ook nog een CT, MRI of
    hartkatheterisatie.
31
Q

behandeling pericarditis

A

pijn verlichten
onderliggende oorzaak behandelen
complicaties voorkomen

chirurgie