Praktijk therapie Flashcards
1
Q
dwarse rekkingen
A
- bilateraaal
- beide handpalmen aan paravertebralen
- duwen met handpalmen naar lateraal
- aanhouden voor enkele sec - unilateraal
- heterolaterale paravertebralen
- met duimen naar lateraal duwen
- fixatie van hand met vingers
2
Q
harmonische technieken
A
- algemeen
- rimtische cyclische oscilaties
- natuurlijke oscilatie frequentie
- weinig kracht nodig - types
- harmonische pomptechnieken = inflammatoir stadium voor vochtdrainage
- harmonische strechting = latere stadiu voor herstel mobiliteit - effecten
- anti-inflammatoire werkeing = vochtdrainage & afvoer pijnmediatoren
- pijninhibitie = neurologische weg
–> stimulatie mechanoreceptoren
- centraal effect = pijnperceptie & pijntolerantie
3
Q
uitvoering harmonische technieken
A
= zijwaarste spreidstand
- harmonische stretch
- craniale hand voert dwarse rek uit heterolateraal
- druk aanhouden
- caudale hand zorgt voor oscilerende rotaties via bekken
–> kan homo of heterolateraal zijn - harmonische pump
- craniale hand geeft pompende rek homolateraal
- druk is afwisselend
- caudale hand doet het zelfde
4
Q
harmonische tractie
A
- naast patiënt
- zijwaartse spreidstand
- handen kruisen
- craniale hand duwt op sacrum
- caudale hand duwt tegen thorax
- beide handen zorgen tegelijk voor oscilerende rotaties - hoofdeinde
- voor achterwaartse spreidstand
- beide handen duwen op sacrum/crista
- beide handen zorgen tegelijk voor oscilerende rotaties
- accent kan op lateroflexie gelegd worden
5
Q
regio-specifieke tracties
A
- globale tractie
- ruglig met knieën gebogen
- met riem net onder knieën
- oscilerende tractie geven door met romp naar achter te leunen - regionaal
- houding zoals rotatie mobiliteit onderzoek
- bovenste hand fixeert proc. spin
- onderste hand op sacrum dat tractie geeft
- vooral door rompbeweging - segmentaal = meer aanhoudend & betere fixiatie proc. spinosus
6
Q
oscilaties
A
- principe
- zelfde handvatting als bij mobiliteit onderzoek
- oscilerende druk geven - uitvoeringen
- CPA
- centraal/bilateraal op proc. transversus met V-geep
7
Q
algemeen passieve mobilisaties
A
- keuze
- vanuit kinesitherapeutisch onderzoek
- rekening houden met relatieve & absolute contra-indicaties - regionaal mobiliseren
- homogene verdeling van beperking
- fysiologische manier = angulair - segmentaal mobiliseren
- beperking niet optimaal verdeeld
- wet van minste weerstand = geen beweging in beperkt segment
8
Q
uitvoering van passief gelokaliseerde mobilisaties flexie/extensie
A
- flexie/extensie
- zelfde uitvoering als onderzoek
- fixatie van bovenliggende proc. spinosus
- beweging met erg kleine ROM
- van caudaal naar craniaal - flexie variant
- caudale hand op sacrum = trekken
- ook met heupen knieën bewegen - extensie varianten
- centrale PA = ook naar relateive extensie
- caudale hand op sacrum + axiale druk met heupen op knieën - lateroflexie & rotatie
- zelfde uitvoering & alle varianten
- fixatie onderliggende proc. spinosus
- van craniaal naar caudaal
9
Q
types pijnen articulaire problematiek
A
- compressie pijn
- pijn = facettaire compressie
- beperking = richting van pijnlijke zijde - rekpijn
- pijn = capsuloligamentaire rek
- beperking = omgekeerde
10
Q
therapie van rek pijn
A
- fase 1
- pijndemping door beweging van facet
- 1D sluiten door omgekeerde bewegingen als beperking + lichte distractie
- 3D = combinatie van bewegingen - tussenfase
- 3D mix
- bepaalde componenten compressie
- bepaalde componenten decompressie - fase 2
- functie herstel = translatie bevorderen
- gewoon maken aan rek
- 1D door zelfde beweging als beperking
- 3D
11
Q
therapie van compressie pijn
A
- fase 1
- pijndemping door openen van facet = decoaptatie
- 1D openen door omgekeerde bewegingen als beperking + distractie
- 3D = combinatie van zelfde bewegingen - tussenfase
- 3D mix
- bepaalde componenten compressie
- bepaalde componenten decompressie - fase 2
- functie herstel = translatie bevorderen
- gewoon maken aan compressie
- 1D door zelfde beweging als beperking
- 3D
12
Q
mobiliserende technieken met accent op neurogene component
A
- algemeen
- bij provocatie en/of functie testen positief
- vermoeden van compressie in neuroforamen
- deze ruimte openen - oorzaken van compressie
- foraminaal stenose
- osteofyten
- discus hernia - effecten
- mechanisch openen
- vasculairesatie & zuurstof bevorderen
- neuromechanosensitiveit reduceren
13
Q
neurogene mobilisatie technieken
A
- technieken
- segmentale tractie mobilisatie
- segmentale lateroflexie mobilisatie
- flexie-lateroflexie mobilisatie = grotere 2D-opening - uitvoering
- bovenliggende foramina te openen
- doel = symptoom reductie
- langzame manier
- 8-10sec aanhouden
- blijven herhalen tot minder symptomen