Polijsten Flashcards

1
Q

doel v polijsten

A
  1. verkrijgen van een glad oppervlak vd gebitselementen
    (minder snelle plaqueaccumulatie)
  2. verwijderen van extrinsieke verkleuringen
    (3. tandarts-schoon gevoel = stimulatie patient)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat kunnen we doen om onnodige slijtage van gebitslementen door polijsten te voorkomen -4

A
  1. niet routinematig, maar selectief polijsten
  2. minst abrasieve pasta gebruiken
  3. niet noodzakelijk als voorafgaand aan fluorideappl.
  4. niet langer polijsten dan nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

benodigdheden polijsten

A
  1. hoekstuk met laag toerental (groen)
  2. profykopje
  3. polijstpasta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

functie rubber polijstcupje

A

verwijderen van plaque en aanslag van alle bereikbare tandoppervlakken (approx: gedeeltelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functie penseelborsteltje (evt geknipt)

A

1 verwijderen van hardnekkige aanslag vh glazuuroppervlak

2 reinigen v diepe fissuren en pitten tbv sealen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar moet je op letten bij het polijsten met een penseelborsteltje

A
  1. dat je met het borsteltje niet in de buurt vd gingiva mag komen om beschading te voorkomen
  2. niet gebruiken op blootliggend cement of dentine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functie rubber polijstpoint

A

approximaal reinigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aandachtspunten v polijsten

A
  1. van distaal naar mesiaal
  2. eerst BK, daarna OK
  3. voorkom wrijvingswarmte
  4. regelmatig nieuwe pasta nemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarvoor dienen penseelborsteltjes in een punt geknipt?

A

linguale vlakken van het boven- en onderfront

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

4 manieren voor approximaal polijsten

A
  1. rubber polijst point
  2. floss
  3. rager met polijstpasta
  4. finishing strip / schuurstripje (eerst grof dan fijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoofdbestanddelen polijstpasta (3)

A
  1. schuurmiddel
  2. puimsteen/ calciumcarbonaat/ siliciumoxide
  3. water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

toegevoegde stoffen polijstpasta (4)

A
  1. glycerine
  2. zoetstoffen
  3. smaakstoffen
  4. kleurstoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

contra-indicaties voor polijsten (5)

A
  1. pat met verhoogd cariesrisico (bestraling, speekselklieren, xerostomie)
  2. gedemineraliseerd glazuur
  3. wortelcaries
  4. gingiva recessies (leggen uiteinde tubuli bloot)
  5. zuigflescaries
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly