compliance bevordering Flashcards

1
Q

definitie compliance

A

de mate waarin personen opgelegde of afgesproken regels opvolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

internalisering

A

bepaalde regels eigen maken, zodat deze na verloop v tijd niet langer worden beschouwd als extern opgelegde voorschriften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

doel compliance

A

persoon vertoont het gedrag wanneer de beinvloedingsbron op afstand is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

TGVO

A

tandheelkundige gezondheidsvoorlichting en opvolging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

richtlijnen compliance bevorderen (2)

A
  1. planmatige aanpak van TGVO

2. continuïteit (regelmatig en consequent zorgen voor het gebit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de planmatige aspecten (4)

A
  1. helder formuleren van te bereiken doelen
  2. welomschreven middelen
  3. goed gedefinieerde doelgroepen
  4. op basis v duidelijke inhoud
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

doelen TGVO (3)

A
  1. ondersteuning vd gehele tandheelkundige behandeling
  2. betrokkene op korte en lange termijn optimaal laten functioneren
  3. verbeteren v algemeen welbevinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

op welke manieren doelen TGVO bereiken? (3)

A
  1. inzet v hulpverleners
  2. inzet op resultaten die op wetenschappijl onderzoek worden geboekt
  3. inzet op verbetering in de tandheelkundige producten die op de markt worden gebracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

definieer doelen hierarchie

A

elk hoger doel verondersteld dat het lagere is vervuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

thk doelen v patientwn

A
esthetiek
behouden v kauwfunctie
geen tandbederf 
goede adem
langdurig behoud van restauraties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar moeten wij aandacht aan besteden om hulpverleningsdoelen te bereiken

A

aan factoren die vanuit de voorlichtingskunde worden aangereikt (cognitieve, affectieve en gedragsmatige factoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitleg cognitieve factoren

A

kennisfactoren:

wat moet de patient weten vd processen in de mond, voeding, fluoride etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitleg affectieve factoren

A

houding, normen/waarden, motivatie:

opvattingen vd patient over gedrag, emoties en eigen bijdrage aan gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uitleg gedragsfactoren

A

het ‘'’kunnen’’

uitvoeren en toepassen v vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

doelen korte en lange termijn

A
  • korte termijn: confrontatie met nieuws, wennen en leren

- lange termijn: inpassen vh geleerde gedrag in het leven zoals men dat zelf wil leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

health belief model

A
  • hoe bedreigend vindt een individu zijn ziekte of afwijking

- hoe denkt het individu door zijn eigen ingrijpen die dreiging te kunnen verminderen of afwenden

17
Q

social learning model

A
  • nadruk op persoonlijke factor

- gedrag leren door eigen ervaring of door observatie v anderen

18
Q

effectiviteit v advies: 2

A
  • de waarde vh advies moet duidelijk zijn voor de patient (wat levert het advies op bij opvolging)
  • kennisoverdracht:
    als de patient gelooft in effectiviteit en dat voor hem van belang vindt: grote complaince
19
Q

wat gebeurt er als er een te hoog doel wordt gesteld

A

de patient zal het doel zien als niet realiseerbaar en zijn eigen effectiviteit zal laag worden ingeschat

20
Q

doelgroepssegmentatie:

A
  • voorlichting varieert per patient qua inhoud
  • voorlichting wordt afgestemd op persoon in kwestie
  • totale doelgroep wordt in subgroepen verdeeld (bijvoorbeeld mensen met veel - en weinig plaquevorming) (vb indelen op dmft score)
21
Q

doel: kennis, methode=

A
  • informatief gesprek
  • folder
  • brochures
  • tijdschriften/affiche
22
Q

doel:gedrag, methode=

A

demonstratie, instructie

23
Q

doel: houding/gedrag/vertonen/volhouden, methode=

A

tweegesprek, groepsgesprek

24
Q

gedragsdoel heeft 3 componenten

A
  1. ontwikkelen
  2. vertonen
  3. vasthouden
25
Q

Beinvloeden van de attitude

A

Ta/mhg en patiënt: gelijkwaardige partners
▪ Bespreken samen de visie van de betrokkenen op het probleem
▪ Bespreken de noodzaak van een eventuele verandering in gedrag
▪ Bepspreken de mogelijke weerstanden tegen verandering